direct naar inhoud van Artikel 3 Natuur
Plan: Buitengebied Maasdonk, herziening Papendijk 10 Nuland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1671.BPBG2010DN000028-01VA

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van kleinschalige natuur- en landschapselementen;
  • c. water.

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. het bouwen van gebouwen is niet toegestaan;
  • b. voor het bouwen bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
    • 1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2 m.

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) van burgemeester en wethouders op en in de in lid 3.1 bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
    • 1. het verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem, met uitzondering van gevallen waarin een ontgrondingsvergunning ingevolge de Ontgrondingenwet is vereist;
    • 2. het amoveren van paden;
    • 3. het aanleggen of verharden van wegen en paden of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen of halfverhardingen;
    • 4. het aanbrengen van boven- of ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 5. het diepwoelen en diepploegen van de bodem (dieper dan 40 cm);
    • 6. het verwijderen van beplantingselementen.

  • b. Het in sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
    • 1. waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
    • 2. welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
    • 3. welke het normale onderhoud en beheer betreffen.

  • c. De in sub a bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien:
    • 1. de ontwikkeling en het behoud van de natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast;
    • 2. die werken of werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met het natuurbeheer dan wel de recreatieve functie.