direct naar inhoud van 6.6 Externe veiligheid
Plan: Kleine Hoeven 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1667.BPBkh0036-VAST

6.6 Externe veiligheid

Algemeen

In 2006 is door Oranjewoud een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke gevolgen op de externe veiligheid van activiteiten met gevaarlijke stoffen die in de nabijheid van het plangebied Kleine Hoeven. De mate van externe veiligheid is gepresenteerd in de vorm van drie berekende grootheden: het plaatsgebonden risico, het groepsrisico en de maximale effectafstand.

Plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar op overlijden op een bepaalde locatie ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het wordt berekend door ervan uit te gaan, dat een persoon zich permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt. Het plaatsgebonden risico wordt gepresenteerd door middel van risicocontouren op een kaart. De grootte van het plaatsgebonden risico is onafhankelijk van de feitelijke omgeving en zegt niets over het aantal aanwezige personen dat bij een ongeval getroffen kan worden. De plaatsgebonden risicocontouren zijn te beschouwen als een 'hoogtekaart' van de berekende overlijdensfrequenties. Voor het plaatsgebonden risico is in het Nederlandse externe veiligheidsbeleid in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een norm vastgelegd. Deze norm luidt (voor een nieuwe situatie) dat binnen de risicocontour, die een overlijdenskans van 10-6 per jaar (eens in de miljoen jaar) weergeeft, zich geen kwetsbare objecten mogen bevinden.

In deze normstelling speelt het begrip kwetsbare bestemmingen een belangrijke rol. De definitie van kwetsbare bestemmingen is opgenomen in artikel 1, lid 1, van het Bevi.

Groepsrisico

Het groepsrisico drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen (minimaal 10) overlijdt, als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt begrensd door de 1% letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald): de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Het GR kan niet “op de kaart” worden weergegeven, maar wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) wordt afgezet tegen het aantal slachtoffers (N): de fN-curve.

Het bevoegd gezag heeft beleidsruimte bij het toepassen van de hoogte van het groepsrisico bij ruimtelijke ontwikkelingen. Echter voor het groepsrisico geldt wel een verantwoordingsplicht. Het bevoegd gezag dient binnen het invloedsgebied een afweging te maken tussen het belang van de ruimtelijke ontwikkeling ten opzichte van het risico dat een groep mensen komt te overlijden als gevolg van een ramp of incident met gevaarlijke stoffen. Ook eventueel te nemen maatregelen en restrisico's dienen in de verantwoording opgenomen te worden.

Aanwezige risicobronnen

In het kader van de ontwikkeling van bedrijventerrein Kleine Hoeven moet voor de bestemmingsplanprocedure de risicosituatie ter plaatse worden vastgelegd en gerapporteerd in een externe veiligheidsrapportage. De risicosituatie wordt getypeerd door het plaatsgebonden risico en het groepsrisico ten gevolge van mogelijke activiteiten met veiligheidsrisico in de omgeving.

Voor bedrijventerrein Kleine Hoeven is deze risicosituatie vastgelegd en opgenomen in de externe veiligheidsrapportage "Toetsing externe veiligheid Bedrijventerrein "Kleine Hoeven" te Reusel" (Oranjewoud / Save, Deventer, 22 september 2006, projectnr. 166068 060860-W88, rev.01).

In de omgeving van het plangebied van bedrijventerrein Kleine Hoeven kunnen de volgende risicobronnen worden onderscheiden:

  • de inrichting Eurovet op het naastgelegen bedrijventerrein "De Sleutel". Sinds de laatste wijziging van het Bevi is Eurovet geen Bevi-inrichting meer;
  • de provinciale weg N284 waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.

Volgens de risicokaart van Noord-Brabant liggen er geen ondergrondse (hoge druk) aardgasbuisleidingen of andere transportbuisleidingen in het plangebied.

Op basis van de uitvoerde toetsing kan voor de aanwezige risicobronnen de volgende conclusies worden getrokken:

Situatie 2006

  • Plaatsgebonden risico
    De berekende afstand voor de 10-6/jaar contour van het bedrijf Eurovet ligt op ruime afstand van het plangebied, het vervoer van gevaarlijke stoffen over de N284 geeft geen 10-6-contour.
  • Groepsrisico
    Het groepsrisico ligt ten gevolge van de aanwezigheid van Eurovet en de N284 ruim onder de oriëntatiewaarde.

Ontwikkeling bedrijventerrein Kleine Hoeven

Het plangebied ligt op circa 500 meter van Eurovet (geen Bevi-inrichting meer). Het plangebied bevindt zich binnen de 1% letaliteitafstand van Eurovet, dat is binnen het invloedsgebied. Het invloedgebied (F1,5) heeft een straal van 2400 meter. Het plangebied bevindt zich ook (deels) binnen het invloedsgebied van de N284.

Het plangebied is dusdanig ver van Eurovet gelegen dat de bijdrage aan het groepsrisico van Eurovet nihil is en niet wordt terug gevonden in de groepsrisico curve. Geconcludeerd wordt dat het groepsrisico niet wijzigt als gevolg van de ontwikkeling van bedrijventerrein Kleine Hoeven. De verandering van het groepsrisico ten gevolge van de toename van de personendichtheid langs de N284 is niet berekend. Op basis van ervaring is geconstateerd dat de toename nihil is.

Verantwoordingsplicht

Het groepsrisico kent geen vaste norm maar een oriëntatiewaarde. In het kader van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), dat 27 oktober 2004 van kracht is geworden, dient ingevolge artikel 13 de verantwoordingsplicht te worden ingevuld. De 'circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' geeft ten aanzien van het vervoer over de N284 hetzelfde aan. Deze verantwoordingsplicht geldt dus ook als de fN-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij de verantwoording van het groepsrisico moeten in ieder geval de volgende aspecten behandeld worden:

  • de omvang van het groepsrisico en de toename;
  • maatregelen ter beperking van het groepsrisico;
  • mogelijkheden van de zelfredzaamheid;
  • mogelijkheden van de hulpverlening.

Gemeentelijk beleid

Omwille van de (externe) veiligheid is er voor gekozen om Bevi-bedrijven expliciet uit te sluiten van vestiging op bedrijventerrein Kleine Hoeven. Ook via de nadere eisen regeling, waar brandveiligheid en rampenbestrijding als grond worden genoemd, heeft de gemeente het veiligheidsaspect verankerd in onderhavig bestemmingsplan.

Actualisatie toets externe veiligheid (Oranjewoud, 10 juni 2009)

Voor wat betreft de externe veiligheid zijn de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het rapport uit 2006 hieronder beschreven:

  • Het bestemmingsplan zal op details worden gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan waaraan wordt gerefereerd in het eerdere onderzoek van Oranjewoud;
  • Voor Eurovet is een nieuwe risicoanalyse opgesteld, waardoor de risico's zijn gewijzigd;
  • Voor de N284 zijn recentere en volledigere gegevens bekend omtrent het transport van gevaarlijke stoffen.

Conclusie
Ondanks de veranderingen in het ruimtelijke en wetgevende kader blijven de conclusies en de verantwoording zoals opgenomen in het rapport uit 2006 gelijk. Met de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, voorheen regionale brandweer, is contact geweest over het advies van 16 augustus 2006. Deze heeft aangegeven dat het advies van 2006 aangehouden kan worden.