direct naar inhoud van 2.3 Regionaal beleid
Plan: Kleine Hoeven 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1667.BPBkh0036-VAST

2.3 Regionaal beleid

2.3.1 Regionale Agenda Bedrijventerreinen 2008

Het ruimtelijk -economisch beleid van het SRE is verwoord in de Regionale Agenda Bedrijventerreinen 2008 (RAB), vastgesteld door de Regioraad van het SRE op 20 november 2008. De agenda vormt de leidraad voor het gemeentelijke bedrijventerreinenbeleid. Gemeenten kunnen hierop door SRE en provincie aangesproken worden. De provincie neemt deze RAB als referentiekader bij de opstelling van de provincie ten aanzien van nieuwe bestemmingsplannen voor bedrijventerreinontwikkeling. De regio kiest er in het RAB voor om op een verantwoorde en duurzame manier de economische groei te faciliteren en daarbij tekorten en overschotten op de bedrijventerreinenmarkt te voorkomen.Tot en met 2020 wordt een totale behoefte aan bedrijventerrein verwacht van circa 1.000 hectare in de regio Eindhoven. Daarbij is rekening gehouden met regiospecifieke omstandigheden. Het totale oppervlak (hectares) aan ruimtelijke reserveringen (plankaart RSP2004) is toereikend om bij een voorspoedige economische groei de regionale vraag te kunnen faciliteren.

Om het aanbod beter aan te laten sluiten bij de behoefte van bedrijven, kiest de regio voor 3 segmenten gebaseerd op uitstraling en beeldkwaliteit, namelijk:

  • hoogwaardig (zakenterreinen en kennis- en technologieparken),
  • gemiddeld (modern-gemengde terreinen),
  • functioneel/traditioneel (werkterrein).

Daarnaast bestaat behoefte aan een thematisch omschreven segment gebaseerd op de grootschalige ruimtebehoefte, nl:

  • productieknooppunt (zwaar terrein voor productie) en
  • logistiek (inclusief distributie).

Voldoende gemeentelijke capaciteit is een randvoorwaarde voor de realisatie van de ambities uit de RAB. Dit sluit ook aan bij landelijke acties (Ministerie EZ/VNG) en verwacht provinciaal beleid (inzet Ruimteplanner). In de uitvoeringagenda’s is de ambitie neergelegd om hiertoe een norm te ontwikkelen en gemeenten te vragen deze toe te passen.

In de afgelopen jaren zijn op het vlak van duurzaamheid diverse instrumenten ontwikkeld, zoals het project Re-allocatie, de Ruimteverkenner en de Beleidsregels Intensief Ruimtegebruik. Een aantal gemeenten maakt al gebruik van dit instrumentarium. Het is noodzakelijk dat alle gemeenten in de regio die instrumenten gaan inzetten en nagaan welke andere instrumenten er zijn om de duurzaamheid te vergroten.

Binnen het SRE valt de gemeente Reusel binnen de subregio De Kempen. De vraag naar extra ruimte voor bedrijvigheid bedraagt in de Kempen gemiddeld zo’n 135 ha netto tot en met 2020. Naast de uitbreidingsvraag van gevestigde en nieuwe bedrijvigheid, vormt vooral de transformatie van bestaande locaties naar andere functies een belangrijke component in de vraag. Op basis van analyse door de regio van de StructuurvisiePlus, wordt de extra vraag door transformatie geschat op zo’n 35 tot 45 ha t/m 2020. Al met al dus goed voor zo’n 30% van de totale ruimtebehoefte t/m 2020 in de Kempen!

Puur kwantitatief is het aanbod in regio De Kempen ruim (162 ha aanbod vs. gemiddeld 135 ha vraag). De situatie ligt echter wat genuanceerder. Zo is er weinig terrein beschikbaar op korte termijn. Uitzondering hierop is het Kempisch Bedrijven Park (KBP). Probleem is echter dat dit park alleen plaats biedt aan bedrijven vanaf 5.000 m2 en dus niet aan de vraag van een groot deel van de reguliere bedrijfsruimtegebruikers in de regio tegemoet komt. De categorie bedrijven met een omvang onder deze norm (1.000-5.000 m2) wordt nog onvoldoende bediend en vormt een aandachtspunt. Kleine Hoeven, op de grens tussen Reusel-De Mierden en Bladel kan hier voor een deel in gaan voorzien.

2.3.2 Intergemeentelijke structuurvisie Tussengebied Reusel-Bladel

De Intergemeentelijke structuurvisie Tussengebied Reusel-Bladel (2000) van de gemeenten Reusel-De Mierden en Bladel beschrijft de integrale duurzame inrichting voor het buitengebied tussen de kernen Reusel en Bladel.

Het kaartbeeld (zie figuur 2.2) van de intergemeentelijke structuurvisie laat voor het nieuwe bedrijventerrein Kleine Hoeven een gefaseerde ontwikkeling zien. Dit bestemmingsplan heeft met name betrekking op het donkerrode omlijnde deel onder de doorgaande weg (N284).

Voor het bedrijventerrein is een goede groeninrichting wenselijk, bij voorkeur met een padenstructuur die aansluit op de woonkern Reusel. Bij de aanleg van het bedrijventerrein zal de landschappelijke en ecologische inpassing gericht moeten zijn op het verder versterken van de hoofdstructuur van het gebied: het versterken van de Raamsloop en de Rouwenbogtloop, het aanplanten van kleine bospercelen en het aanbrengen van laanbeplanting.

Voor de waterloop Rouwenbogtloop is aangegeven dat nieuw beekbegeleidend groen zal worden ontwikkeld. De Raamsloop is aangeduid als ecologische verbindingszone. Voor deze ecologische verbindingszone zijn twee varianten aangegeven: een oost-variant en een west-variant. Het gebied tussen het bestaande bedrijventerrein De Sleutel en het nieuwe bedrijventerrein Kleine Hoeven is aangeduid als duurzame open zone.

Figuur 2.2: Intergemeentelijke structuurvisie Tussengebied Reusel-Bladel (plangebied rood omlijnd)

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPBkh0036-VAST_0005.png"

In aansluiting op het bestaande bedrijventerrein De Sleutel (gemeente Bladel) wordt een kleine uitbreiding in het zuidwesten voorgesteld.