Plan: | Garage Vos te Wehe-den Hoorn |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1663.KK2005herz01-OH01 |
Artikel 3.1.6 in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft aan dat er in ruimtelijke plannen een waterparagraaf moet worden opgenomen. In de toelichting moet worden aangegeven op welke wijze er rekening is gehouden met de waterhuishoudkundige situatie, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: 'het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder),
afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten'.
De watertoets heeft op 30 juni 2011 plaatsgevonden door het invullen van de digitale watertoets. De vragenlijst is volledig ingevuld. Het bestemmingsplan raakt de belangen van het waterbeheer.
Om toegang te krijgen tot het plangebied wordt er een duiker aangelegd. Hierdoor wordt een hoofdwatergang geraakt. Hoofdwatergangen zijn de belangrijkste watergangen voor de wateraanvoer en de waterafvoer van een gebied. Alle watergangen worden beschermd door middel van de KEUR. Bij het vergraven en aanpassen (plaatsen van de duiker) van de watergang moet initiatiefnemer een watervergunning aanvragen.
Toename verhard oppervlak
Door toename van verhard oppervlak stroomt regenwater, zonder extra maatregelen, sneller af richting het oppervlaktewater, waardoor piekwaterstanden en afvoeren toenemen. Dit kan leiden tot wateroverlast. Bij een toename van het verhard oppervlak met meer dan 750 m2, is compensatie door aanleg van waterberging een vereiste.
De verharding in het plangebied neemt met circa 768 m2 toe. Doordat het verhard oppervlak met meer dan 750 m2 toeneemt, moet er in het plangebied rekening worden gehouden met compensatie. De bestaande sloot aan de Warfhuisterweg wordt verbreed. Op onderstaande afbeelding is aangegeven hoe de bestaande sloot verbreed gaat worden.
Riolering
Bij de aanleg van riolering wordt uitgegaan van de aanleg van een gescheiden stelsel. Daar
waar het, gelet op de aard van de aangesloten verharde oppervlakken en de mogelijke verontreiniging daarvan, verantwoord is. De initiatiefnemer van een afkoppelproject dient aannemelijk te maken dat het omringende watersysteem over voldoende berging- en afvoercapaciteit beschikt. Dit wordt in samenspraak met Waterschap Noorderzijlvest vastgelegd. Tevens worden mogelijkheden om water langer vast te houden zoveel mogelijk benut.
Conclusie
De omvang van de onderdelen in het plan hebben invloed op de waterhuishouding en raken de
belangen van het waterbeheer. Voor de verdere procedurele afhandeling van de watertoets is het van belang het waterschap verder te betrekken en rekening te houden met de adviezen welke zijn opgenomen in de watertoets. Het waterschap wordt geïnformeerd over de uiteindelijke inrichting van het plangebied.
De watertoets is opgenomen in de bijlagen.