direct naar inhoud van Artikel 3 Woongebied
Plan: Voormalige bibliotheek Vishalstraat Zoutkamp
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1663.GK2007herz07-VS01

Artikel 3 Woongebied

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. een aan huis verbonden bedrijf;
  • c. groen- en parkeervoorzieningen;
  • d. verkeer- en verblijfsvoorzieningen;
  • e. water en waterhuiskundige voorzieningen;
  • f. openbare nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • g. bed and breakfastaccommodaties tot een omvang van vijf kamers zijn toegestaan.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
  • a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
    • 2. het aantal woningen bedraagt niet meer dan 1;
    • 3. de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 9 m, dan wel niet meer dan de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen.

  • b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden en nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
    • 1. de inhoud bedraagt per gebouwtje niet meer dan 30 m3;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.

  • c. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, voorzover deze niet voldoen aan het bepaalde onder a, en bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
    • 1. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
    • 2. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 3 m en 6 m;
  • 3. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt niet meer dan de oppervlakte van het hoofdgebouw, met dien verstande dat niet meer dan 50% van een bouwperceel wordt bebouwd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbaar toegankelijk gebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 m.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • stedenbouwkundige karakteristieke gebouwen;

nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m2 en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m;
  • b. de plaats en bouwhoogte van gebouwen binnen een afstand van 3 m van de perceelsgrens.

3.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
    • 1. lid 3.2.1 sub a, onder 1, voor plaatsing buiten het bouwvlak;
    • 2. lid 3.2.2 sub b voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, hoger dan 3 m, met dien verstande dat de bouw van reclamemasten niet is toegestaan.

  • b. De onder a bedoelde omgevingsvergunning mag daarnaast geen onevenredige aantasting doen aan:
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • stedenbouwkundige karakteristieke gebouwen.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden en bouwwerken voor:

  • a. het gebruik van de gronden en opstallen voor een seksinrichting;
  • b. het gebruik van gronden en opstallen voor reclamedoeleinden anders dan voor het op de gronden gevestigde bedrijf.