Plan: | Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1663.GK2007herz04-VS01 |
Artikel 3.1.6 in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft aan dat er in ruimtelijke plannen een waterparagraaf moet worden opgenomen. In de toelichting moet worden aangegeven op welke wijze er rekening is gehouden met de waterhuishoudkundige situatie, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: 'het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten'.
De watertoets heeft op 26 april 2011 plaatsgevonden door het invullen van de digitale watertoets. De vragenlijst is volledig ingevuld. Het resultaat van het invullen van de digitale watertoets is dat de waterhuishoudkundige aspecten onvoldoende belicht zijn.
Bij het invullen van de watertoets zijn de volgende kaartlagen geraakt:
Hoofdwaterwegen
Hoofdwatergangen zijn de belangrijkste watergangen voor de wateraanvoer en waterafvoer van een gebied. Deze zijn essentieel voor het goed functionereren van het watersysteem. Alle watergangen worden beschermd door middel van de KEUR. Voor het vergraven en aanpassen van watergangen is een watervergunning noodzakelijk.
Ondiepe storende lagen
In het plangebied komen ondiepe storende lagen voor. Deze lagen, die vaak uit klei of leem bestaan, zorgen ervoor dat hemelwater moeilijk in de grond kan infiltreren. Hierdoor kan er wateroverlast ontstaan bij hevige neerslag.
Persleiding
Persleidingen transporteren rioolwater naar onze zuiveringen. Rondom een persleiding is een zone van zakelijk recht van toepassing.De grootte van deze zone verschil per persleiding. De persleiding dient te allen tijde bereikbaar te zijn voor onderhoud of in het geval van een calamiteit.
Regionale kering
Het betreft hier een veiligheid en beschermingszone rondom de regionale keringen van het waterschap. Deze beschermingszonde bedraagt 4 meter vanaf de kering. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient hier nadrukkelijk rekening mee gehouden te worden.
Rioolgemaal
Bij ruimtelijke ontwikkelingen rondom rioolgemalen wil het waterschap per situatie kijken naar de mogelijkheden. In sommige gevallen moet er een bufferzone rondom een rioolgemaal komen.
Toename verhard oppervlak
In het plangebied neemt de veharding toe met circa 930m2. Onder de kalkovens komt een semi verhard schelpendek van circa 400m2. De totale toename van de verharding is dan circa 1330m2.
Door de toename van verhard oppervlak stroomt regenwater, zonder extra maatregelen, sneller af richting oppervlaktewater, waardoor piekwaterstanden en afvoeren toenemen. Dit kan leiden tot wateroverlast. Bij een toename van het verhard oppervlak met meer dan 750 m2, is compensatie door aanleg van waterberging een vereiste.
Riolering
Bij de aanleg van riolering wordt uitgegaan van de aanleg van een gescheiden stelsel. Daar waar het, gelet op de aard van de aangesloten verharde oppervlakken en de mogelijke verontreiniging daarvan, verantwoord is. De initiatiefnemer van een afkoppelproject dient aannemelijk te maken dat het omringende watersysteem over voldoende beging- en afvoercapaciteit beschikt. Dit wordt in samenspraak met Waterschap Noorderzijlvest vastgelegd. Tevens worden mogelijkheden om water langer vast te houden, zoveel mogelijk benut.
Overleg
Voor de verdere procedurele afhandeling van de watertoets hebben de gemeente De Marne en waterschap Noorderzijlvest op 14 september 2011 overleg gehad. Tijdens het overleg is naar voren gekomen dat het plangebied deel uitmaakt van het bestemmingsplan Kanaalover Zuid (2006). In dit bestemmingsplan is al een extra berging geregeld. In het plangebied gaat het om het wijzigen van een functie, waardoor extra berging niet nodig is.
De watertoets is opgenomen in de bijlagen.