Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Broeksterweg 24 te Broek

4.1 Provinciaal beleid

Provinciaal Omgevingsplan Groningen

Het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) is een integraal omgevingsplan waarin het streekplan, het waterhuishoudingplan, het milieubeleidsplan en het mobiliteitsplan zijn geïntegreerd tot één plan voor de fysieke leefomgeving.

Op 17 juni 2009 hebben de Provinciale Staten het nieuwe Provinciale Omgevingsplan 2009-2013 (kortheidshalve verder 'POP 3' genoemd) vastgesteld. Daarnaast is op 27 april 2010 de provinciale Omgevingsverordening (inclusief de begrenzingenkaart van het buitengebied) in werking getreden.

In het POP 3 wordt veelal vastgehouden aan het omgevingsbeleid uit het POP II, met als belangrijkste doelstellingen:

• het creëren van een duurzame leefomgeving;
• het eigen karakter handhaven en versterken;
• het creëren van sterke steden en een vitaal platteland.

Onder de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de rol van de provincie veranderd. In deze nieuwe rol staat het vastleggen van de provinciale belangen voorop. In het POP 3 zijn deze provinciale belangen verwoord en in de Omgevingsverordening geborgd. Aan de hand van regels zijn de voorwaarden omtrent ontwikkelingen binnen deze gebieden vastgelegd. De Omgevingsverordening kent een stelsel van ontheffingen, zodat sturing op ontwikkelingen kan worden gehouden. Overigens zal deze Omgevingsverordening op een door de provincie nader te bepalen tijdstip in werking treden. De provincie verzoekt gemeenten echter wel reeds te handelen in lijn met de genoemde verordening.

Het versterken van het eigen karakter van de provincie Groningen is het centrale uitgangspunt van het POP 3. Aan de hand van onder meer kernkarakteristieken is de provincie onderverdeeld in 11 gebieden, elk met zijn eigen landschapstypen en karakteristieken. Het besluitgebied maakt deel uit van het gebied 'Hogeland - Lauwersland - Fivelboezem' en ligt in het 'wierdenlandschap'. De te beschermen kernkarakteristieken zijn:

• grootschalige openheid;
• wierden(dorpen;
• bebouwing (monumenten boerderij(erv)en);
• reliëf (natuurlijke laagten en kwelderwallen) en karakteristieke waterlopen;
• oorspronkelijk verkavelingspatroon;
• duisternis en stilte.

Het besluitgebied wordt niet aangemerkt met een van deze kernkarakteristieken, waardoor geen nadere bepalingen van toepassing zijn.

Groningen ziet daarnaast de landbouw als een belangrijke drager van het besluitgebied. Ruimte wordt geboden voor onder meer schaalvergroting en verbreding met activiteiten zoals zorg. Deze ontwikkelingen worden gezien als kansen voor de versterking van de leefbaarheid op het platteland.

Ten slotte geven de kaarten, behorende bij zowel de Omgevingsverordening als de Omgevingsvisie, weer dat in het besluitgebied geen functies liggen die planologische beperkingen met zich meebrengen.