Plan: | Gemertseweg 26 Beek en Donk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1659.BPWBDGemertseweg26-VG01 |
Bij de gemeente Laarbeek is een verzoek ingekomen voor het verlenen van medewerking aan vergroting van het agrarisch bouwvlak aan de Gemertseweg 26 te Beek en Donk. Ter plaatse is een tuinbouwbedrijf gevestigd. Ten behoeve van een uitbreiding van de bedrijfsvoering is een vergroting van het bestemmingsvlak gewenst.
Impressie huidige bedrijfssituatie
De gemeente Laarbeek heeft aangegeven aan het verzoek medewerking te willen verlenen. Een wijziging van het bestemmingsplan is daarvoor noodzakelijk. Door middel van onderhavig wijzigingsplan wordt het planvoornemen ook juridisch vastgelegd.
De planlocatie Gemertseweg 26 is gelegen in het buitengebied nabij de kern Beek en Donk in de gemeente Laarbeek. Het plangebied bevat de gronden gelegen binnen de agrarische bedrijfsbestemming, alsmede enige aangrenzende gronden, waarop de uitbreiding van het bestemmingsvlak wordt gerealiseerd en de natuurontwikkeling zal plaatsvinden in het kader van de noodzakelijke landschapsinvestering.
Ligging plangebied (bron: google maps 2014)
De locatie wordt ontsloten op de Gemertseweg. Dit is de doorgaande weg tussen de kernen Beek en Donk en Gemert. Ten oosten van de planlocatie kruist de Gemertseweg de provinciale weg N279 (Helmond-Veghel).
Het vigerende bestemmingsplan ter plaatse is het bestemmingsplan 'Buitengebied', dat door de Raad is vastgesteld op 6 juli 2010. Het bestemmingsplan is vervolgens op 28 juni 2012 gedeeltelijk onherroepelijk geworden. De onderdelen van het bestemmingsplan die zijn vernietigd hebben geen betrekking op het plangebied van onderhavige bestemmingsplanwijziging.
Conform het vigerende bestemmingsplan geldt ter plaatse van het plangebied een tweetal bestemmingen, namelijk 'Agrarisch' en 'Agrarisch – Agrarisch bedrijf'. Het uitoefenen in combinatie met bouwen voor agrarische bedrijfsactiviteiten is op basis van de vigerende bestemmingen niet rechtstreeks toegestaan buiten het bestemmingsvlak 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf'.
Daarnaast is over het agrarisch bedrijf de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' gelegd en is het plangebied gelegen binnen de gebiedsaanduidingen 'overig - bebouwingsconcentratie 9' en 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
Uitsnede vigerend bestemmingsplan ter hoogte van plangebied
Binnen de bestemming 'Agrarisch' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het vergroten van het bestemmingsvlak 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' (artikel 3.4.2 van de regels). Onder voorwaarden kan bij grondgebonden agrarische bedrijven het bestemmingsvlak worden vergroot tot een maximum van 1,5 hectare.
Voor deze ontwikkeling is het noodzakelijk dat compenserende maatregelen worden uitgevoerd in het kader van de landschapsinvesteringsregeling. In het bestemmingsplan 'Buitengebied' is een algemene wijzigingsregel opgenomen die het mogelijk maakt om onder meer de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemmingen 'Bos', 'Groen – Landschapselement' of 'Natuur' (artikel 40.1 van de regels). Met deze regel is het dus mogelijk om de bestemming van gronden te wijzigen ten behoeve van bos-, natuur- en/of landschapscompensatie.
Na dit inleidende hoofdstuk zal in hoofdstuk 2 nader worden ingegaan op de toe te passen wijzigingsbevoegdheden uit het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied'. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de uiteindelijke planopzet voor onderhavig wijzigingsplan beschreven. In hoofdstuk 4 komt de uitvoerbaarheid van het plan aan de orde. Tot slot zal in hoofdstuk 5 een samenvatting van de (te) doorlopen procedure worden opgenomen.
Het tuinbouwbedrijf dat gevestigd is aan de Gemerteweg 26 in Beek en Donk wil ten behoeve van de uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten, haar bouwmogelijkheden vergroten. In de huidige situatie zijn op deze locatie een bedrijfwoning met aangrenzend bedrijfgebouw en een vrijstaande loods aanwezig. De gronden rondom de oostelijk op het perceel gelegen bedrijfswoning zijn ingericht als tuin. De overige gronden binnen de bedrijfsbestemming zijn volledig verhard. De aangrenzende gronden worden gebruikt voor het telen van groenten en gewassen.
De totale oppervlakte van het gewenste bouwvlak bedraagt circa 10.000 m2 met 1.375 m2 aan natuur. De oppervlakte van het huidige bouwvlak is circa 7.000 m2.
Impressie uitbreiding bouwvlak Gemertseweg 26
Voor de uitbreiding geldt een verplichte landschapsinvestering bovenop de landschappelijke inpassing van het perceel. Als landschapsinvestering wordt aan de achterzijde van het bedrijf, buiten het bouwvlak, een struweel van bos- en haagplantsoen aangelegd.
Ten behoeve van de uitbreiding van de agrarische bedrijfsactiviteiten is het noodzakelijk het bestemmingsvlak 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' te vergroten. Door deze extra gronden bij het bestemmingsvlak te nemen ontstaan op die gronden bouw- en gebruiksmogelijkheden voor het ter plaatse gevestigde agrarische bedrijf.
De regels voor de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' luiden overeenkomstig de regeling uit het bestemmingsplan 'Buitengebied'.
De gronden, die benut zullen gaan worden voor natuurontwikkeling en/of verbetering van de landschappelijke kwaliteit, worden onder de bestemming 'Natuur' gebracht. Binnen deze bestemming is uitsluitend ondergeschikte bebouwing ten behoeve van natuurbeheer en extensief recreatief medegebruik toegestaan. De regels voor de bestemming 'Natuur' luiden overeenkomstig de regeling uit het bestemmingsplan 'Buitengebied'.
Om het planvoornemen mogelijk te maken, moet gebruik worden gemaakt van twee wijzigingsbevoegdheden uit het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied'. Uit praktische overwegingen is ervoor gekozen deze twee wijzigingsbevoegdheden tegelijkertijd te verwerken in één wijzigingsplan. Allereerst wordt daardoor het planvoornemen in één keer in zijn geheel mogelijk gemaakt en van een juridische regeling voorzien. Van belang daarbij is de wetenschap dat de uitkomst van het gelijktijdig doorlopen van de wijzigingsbevoegdheden niet anders is dan bij het achtereenvolgens doorlopen van de twee wijzigingsbevoegdheden. Daarnaast levert het gelijktijdig doorlopen van de twee wijzigingsbevoegdheden ook de nodige winst op in proceduretijd en in inspanningen omdat nu slechts één wijzigingsplan in procedure hoeft te worden gebracht.
In de volgende paragrafen worden de twee wijzigingsbevoegdheden achtereenvolgens behandeld. Cursief is weergegeven op welke wijze aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Agrarisch - Agrarisch Bedrijf’ ten behoeve van de vergroting van het bestemmingsvlak ‘Agrarisch - Agrarisch Bedrijf’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Aan de Gemertseweg 26 is een vollegronds tuinbouwbedrijf gevestigd en is nader
aangeduid als 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied'. Het betreft geen intensieve
veehouderij of glastuinbouwbedrijf en er worden geen dieren gehouden. Ook het
bestemmingsplan 'Buitengebied' maakt ter plaatse planologisch gezien de vestiging
c.q. uitbreiding van intensieve veehouderij of glastuinbouwbedrijf niet mogelijk.
De onder sub b. genoemde voorwaarden zijn voor de onderhavige ontwikkeling derhalve niet van toepassing.
Zowel aan de oostzijde als aan de zuidzijde van het bestaande bestemmingsvlak zal, direct aansluitend, het bestemmingsvlak worden vergroot. Daarmee ontstaat een aaneengesloten bestemmingsvlak met een oppervlakte van circa 10.000 m2. De uitbreiding voldoet derhalve aan deze voorwaarde.
Impressie uitwerking waterberging
Om verontreiniging van het hemelwater te voorkomen wordt binnen de inrichting het
erf veegschoon gehouden en gebruik gemaakt van niet uitlogende
bouwmaterialen.
Geconcludeerd kan worden dat voldaan wordt aan het beleid van Waterschap Aa en
Maas inzake de watertoets. De onderbouwing voor de watertoets is opgenomen in
bijlage 2 bij de toelichting.
4. Er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.
Ten behoeve van een zorgvuldige landschappelijke inpassing is voor de beoogde
uitbreiding een erfbeplantingsplan opgesteld.
Inrichtingsplan landschappelijke inpassing
Op grond van de gebiedskenmerken is gekozen voor het toevoegen van een
elzenhaag aan de westzijde van het perceel. Tevens wordt bloemrijk grasland
aangelegd met een oppervlakte van 3.000 m2.
Bovenop het landschappelijk inpassen van het perceel geldt voor de uitbreiding
tevens een verplichte landschapsinvestering op grond van de
landschapsinvesteringsregeling van de gemeente Laarbeek. Als
landschapsinvestering is aan de achterzijde van het bedrijf, buiten het bouwblok,
een struweel van bos- en haagplantsoen geplaatst. Aan de landschapsinvestering
ligt een berekening ten grondslag, waarmee tevens aan de vereiste
kwaliteitsverbetering van het landschap op grond van de Verordening ruimte 2014
van Noord-Brabant wordt voldaan (artikel 3.2). Daarvoor is het wel noodzakelijk om
naast de beschreven landschapsinvestering het resterende bedrag in het
kwaliteitsfonds van de gemeente Laarbeek te storten.
Voor het volledige erfbeplantingsplan en berekening van de benodigde
kwaliteitsverbetering wordt verwezen naar bijlage 2 bij de regels.
5. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
Dit betekent dat de voorgenomen uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten geen nadelige milieuhygiënische effecten op de omgeving heeft. Tevens is verder geen sprake van omgevingsfactoren die een belemmering kunnen vormen voor onderhavige ontwikkeling.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Bos', 'Groen – Landschapselement' en/of 'Natuur' ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van bos landschapselementen en/of natuur, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
In het kader van de landschapsinvesteringsregeling gemeente Laarbeek (vastgesteld op 2 oktober 2012) geldt voor het planvoornemen een verplichte landschapsinvestering. De regeling vloeit voort uit de Verordening ruimte van de provincie waarin de verplichting is opgenomen om een kwaliteitsbeleid voor het landschap te voeren. Dit kwaliteitsbeleid is met name van toepassing op ontwikkelingen in het buitengebied. Aan deze ontwikkelingen kan medewerking worden verleend mits deze gepaard gaan met maatregelen die de kwaliteit van het landschap in brede zin versterken. De regeling is van toepassing op ontwikkelingen die niet rechtstreeks op basis van het geldende bestemmingsplan zijn toegestaan.
Derhalve is in onderhavige situatie sprake van landschapscompensatie in de vorm van een landschapsinvestering. Hiervoor wordt aan de achterzijde van het bedrijf een struweel bos- en haagplantsoen geplaatst. De bestemming 'Agrarisch' wordt hiervoor gewijzigd in de bestemming 'Natuur'.
Het planvoornemen voldoet aan de voorwaarden, zoals die bij de twee wijzigingsbevoegdheden zijn gesteld. Door toepassing te geven aan deze wijzigingsbevoegdheden kan het planvoornemen dan ook mogelijk gemaakt worden.
De in het geding zijnde ruimtelijke aspecten, milieuaspecten en wateraspecten zijn beschreven in hoofdstuk 3, bij de uitwerking van en toetsing aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid voor het vergroten van het bestemmingsvlak 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf'. Geen van de beschreven aspecten vormt een belemmering voor de uitvoering van het planvoornemen.
Het betreft hier een private ontwikkeling waarbij het risico geheel gedragen wordt door de initiatiefnemer. Tussen de initiatiefnemer en de gemeente Laarbeek is een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten (exploitatieovereenkomst). Hiermee kunnen de gemeentelijke kosten voor het voeren van de planologische procedure en de kosten voor de openbare voorzieningen worden verhaald. Daarnaast zijn hierin ook zaken omtrent planschade, de te verrichten landschapsinvestering en de aan te legen erfbeplanting vastgelegd. Voor de gemeente Laarbeek zelf zijn er aldus geen kosten verbonden aan de verwezenlijking van het plan.
Op grond van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de economische en financiële uitvoerbaarheid van het project voldoende is gegarandeerd.
Bij het wijzigen van een vigerend bestemmingsplan ingevolge de in de regels van dat plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden ex artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, waarvan in onderhavig geval sprake is, worden de procedureregels van artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening in acht genomen.
Artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een wijzigingsplan, waar nodig, overleg plegen met andere betrokken overheden en overheidsdiensten, zoals naburige gemeenten, het waterschap, en de diensten van het Rijk en de provincie. De bedoeling van dit vooroverleg is voornamelijk om de opstellers van het plan tijdig de mogelijkheid te geven het plan desgewenst aan opmerkingen van andere overheden aan te passen.
In het kader van het vooroverleg heeft de provincie Noord-Brabant bij brief van 15 januari 2015 gereageerd. Het wijzigingsplan geeft aanleiding tot het maken van opmerkingen omdat het plan op de volgende punten in strijd is met de Verordening ruimte (Vr):
Tevens is het bestemmingsplan toegezonden aan het waterschap Aa en Maas. Het waterschap heeft in een schriftelijke reactie, d.d. 21 januari 2015, laten weten in te kunnen stemmen met het planvoornemen. Er spelen geen directe belangen van het waterschap en het plan wordt hydrologisch neutraal uitgevoerd.
Het wijzigingsplan heeft conform de gebruikelijke procedure gedurende zes weken ter
inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingekomen.