direct naar inhoud van Artikel 3 Industriehaven
Plan: Beheersverordening Eemshaven
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.1651.03BVEemshaven-0401

Artikel 3 Industriehaven

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Industriehaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. los-, laad en overslagplaats voor vaartuigen en opslagplaats van en in vaartuigen;
  • b. bestaande bedrijven;

met daarbij bijbehorende:

  • c. waterpartijen;
  • d. aanlegsteigers en kaden;
  • e. havenwerken en installaties;
  • f. aanleg- en overslagfaciliteiten;
  • g. verhardingen;
  • h. groenvoorzieningen;

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

De volgende bedrijven zijn niet toegestaan:

  • bedrijven die gebruik maken van kernenergie;
  • bedrijven voor de verzameling (inklusief het vervaardigen), de behandeling/verwerking, de verwijdering of voor de opslag/berging van splijtstoffen en/of radio-aktief afval, met uitzondering van bedrijven als bedoeld in artikel 41 tot en met 44 van het Besluit Kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen en in artikel 6 en 7 (met uitzondering van lid 3, sub c en d) van het Besluit stralenbescherming Kernenergiewet;
  • risicovolle inrichtingen, met uitzondering van de bestaande risicovolle inrichtingen;
  • de (langdurige) opslag van kolenreststoffen en de opslag van niet gebiedseigen afvalstoffen.

Bedrijfswoningen zijn binnen de bestemming niet toegestaan.

3.2 Bouwregels
  • a. De bouw van gebouwen is binnen deze bestemming niet toegestaan.

  • b. De bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer dan 65 m bedragen, dan wel niet meer dan de bestaande hoogte, indien deze meer bedraagt, met uitzondering van antennemasten, waarvoor geldt dat de bouwhoogte maximaal 40 m mag bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. het oprichten van risicovolle inrichtingen.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegde gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.3 ten behoeve van het oprichten van risicovolle inrichtingen, mits:
    • 1. mits geen significante effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden optreden;
    • 2. geen onevenredige belemmeringen optreden voor omliggende bestaande bedrijven.