Plan: | helikopter start- en landingsplaats Eemshaven |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1651.03BPHeliport-0301 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan helikopter start- en landingsplaats Eemshaven met identificatienummer NL.IMRO.1651.03BPHeliport-0301 van de gemeente Eemsmond;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
bouwwerk, geen gebouw zijnde;
een werk, geen bouwwerk zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (het gezin of een daarmee gelijk te stellen samenlevingsvorm van) één persoon, wiens huisvesting daar, met het oog op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico dan wel een risicoafstand is bepaald, die in acht genomen moet worden;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstan-dige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een ruimte of bij elkaar behorende ruimten welke bestemd zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
een inrichting, waarbij volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het plan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
door wind aangedreven molen die wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij bijbehorende:
De volgende bedrijven zijn niet toegestaan:
Geluidgevoelige functies en bedrijfswoningen zijn binnen de bestemming niet toegestaan.
Ten aanzien van het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, in verband met een verantwoorde landschappelijke inpassing van de bebouwing, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het bevoegde gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik, met uitzondering van het strijdig gebruik, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
In aanvulling op hoofdstuk 2 en artikel 8.1 geldt ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchthavenbesluit' dat het niet is toegestaan woningen of andere geluidgevoelige functies toe te voegen binnen de aanduiding 'geluidzone - luchthavenbesluit'.
In aanvulling op hoofdstuk 2 en artikel 8.1 geldt ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - luchthavenbesluit' dat ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten dat de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan de hoogte zoals weergegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)" in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van helikopters. Voor het bepalen van de bouwhoogte uit de vorige zin wordt uitgegaan van een peil van + 4,50 m NAP.
Binnen de gronden, ter plaatse voorzien van de aanduiding 'veiligheidszone - vliegveld 10-6 tot 10-5 plaatsgebonden risico', gelden, in aanvulling op de regels in de andere daar voorkomende bestemming(en), de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vliegveld 10-6 tot 10-5 plaatsgebonden risico', te weten het gebied tussen de 10-6 en 10-5 risicocontour van het plaatsgebonden risico, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - vliegveld 10-6 tot 10-5 plaatsgebonden risico' te wijzigen in die zin dat:
de aanduiding wordt verkleind, indien uit onderzoek is gebleken dat door een wijziging van de bedrijfsvoering in de risicovolle inrichting de plaatsgebonden risicocontour kleiner is geworden of dat door aangepaste wet- en regelgeving, nieuwe inzichten, danwel nieuwe rekenmethoden een kleinere plaatsgebonden risicocontour geldt.
Binnen de gronden, ter plaatse voorzien van de aanduiding 'veiligheidszone - vliegveld 10-5 plaatsgebonden risico en groter', gelden, in aanvulling op de regels in de andere daar voorkomende bestemming(en), de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vliegveld 10-5 plaatsgebonden risico en groter', te weten het gebied groter dan de 10-5 risicocontour van het plaatsgebonden risico, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - vliegveld 10-5 plaatsgebonden risico en groter' te wijzigen in die zin dat: de aanduiding wordt verkleind, indien uit onderzoek is gebleken dat door een wijziging van de bedrijfsvoering in de risicovolle inrichting de plaatsgebonden risicocontour kleiner is geworden of dat door aangepaste wet- en regelgeving, nieuwe inzichten, danwel nieuwe rekenmethoden een kleinere plaatsgebonden risicocontour geldt.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - van toepassing verklaring' blijven de algemene regels van de 'Beheersverordening Eemshaven' vastgesteld door de gemeenteraad van Eemsmond op 20 juni 2013, met planIDN NL.IMRO.1651.03BVEemsmond-0401 van toepassing, met dien verstande dat:
met dien verstande dat de bestaande windturbines niet langer zijn toegestaan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan
helikopter start- en landingsplaats Eemshaven .