Inhoudsopgave
Artikel 3 Van toepassingverklaring
Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 het plan:
het facetbestemmingsplan mini-windturbines met identificatienummer NL.IMRO.1651.01BPminiwind2016-0401 van de gemeente Eemsmond;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.4 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.5 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels van een bestemmingsplan zoals genoemd in artikel 3 een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.6 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.7 buitengebied:
het door Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen conform de Provinciale Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 als dusdanig vastgesteld gebied;
1.8 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.9 gevoelige bestemming:
woonbestemming of een andere bestemming waar mensen permanent verblijven, niet zijnde een bedrijfswoning;
1.10 kwetsbaar object:
een kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid;
1.11 peil:
a. indien op het land wordt gebouwd:
1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
b. indien in of op het water wordt gebouwd:
- het Normaal Amsterdams Peil;
1.12 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.13 vrijgekomen- en vrijkomende bebouwing:
gebouwen die, na 14 december 1994, blijvend zijn of worden onttrokken aan het bedrijfsmatig gebruik waarvoor deze oorspronkelijk zijn opgericht en/of zijn bestemd;
1.14 windturbine:
door wind aangedreven molen die wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de ashoogte van een windturbine:
vanaf het middelpunt van de as van de wieken tot aan het aansluitende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau van het afgewerkte terrein dat direct aansluit op de dichtstbijzijnde weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994;
2.2 de wieklengte van een windturbine:
de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en de naaf;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de dakhoogte:
vanaf de goothoogte van een bouwwerk tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Artikel 3 Van toepassingverklaring
De regels in dit bestemmingsplan zijn van toepassing op de bestemmingsplannen van de gemeente Eemsmond, welke zijn opgenomen in navolgend overzicht. Het bepaalde in navolgende bestemmingsplannen blijft van toepassing, met dien verstande dat in geval van strijdigheid van bepalingen de bepalingen van dit bestemmingsplan voorgaan op de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
|
Naam bestemmingsplan |
Vastgesteld |
Goedgekeurd |
|
Buitengebied/Eemshaven |
|
|
|
Bestemmingsplan Buitengebied |
28-06-2010 |
- |
|
Herziening bestemmingsplan Buitengebied |
15-10-2015 |
- |
|
Bestemmingsplan Buitengebied Woonpercelen |
22-07-2011 |
- |
|
Wijzigingsplan Onderdendamsterweg 15 |
18-01-2012 |
|
|
Wijzigingsplan Uithuizermeeden-Lutjewegje 3 (nieuwbouw loods) |
23-08-2011 |
- |
|
Bestemmingsplan Trekkershutten Noordpolderzijl |
04-06-2015 |
|
|
Bestemmingsplan reparatie Leidingtracé Warffum - Rodewolt |
23-05-2013 |
|
|
Wijzigingsplan Hefwalsterweg 33 |
23-01-2013 |
|
|
Wijzigingsplan Doodstilsterweg 3 Rottum |
23-01-2013 |
|
|
Bestemmingsplan Oosternielandsterweg 26 (buitengebied) |
31-01-2013 |
|
|
Wijzigingsplan artikel 11 Wro Dwarsweg 46 (buitengebied) |
01-02-2013 |
|
|
Bestemmingsplan Aviko/Rixona t.b.v. een co-vergistingsinstallatie |
31-01-2013 |
|
|
Bestemmingsplan Uithuizen - Lauwersdwarsweg 5a |
19-12-2013 |
|
|
Bestemmingsplan Uithuizen - Emmaweg 13a |
19-12-2013 |
|
|
Wijzigingsplan Buitenweg 1 Oudeschip |
06-08-2013 |
|
|
Wijzigingsplan Jacob Tilbuscherweg 17 Rottum |
07-05-2014 |
|
|
Bestemmingsplan Torenstraat 4 Uithuizermeeden |
18-12-2014 |
|
|
Wijzigingsplan Middendijk 17 Usquert |
12-12-2014 |
|
|
|
|
|
|
Kantens |
|
|
|
Bestemmingsplan Kantens |
13-10-2008 |
03-02-2009 |
|
|
|
|
|
Uithuizen |
|
|
|
Bestemmingsplan Uithuizen |
14-01-2016 |
|
|
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Edama |
04-10-2012 |
|
|
Bestemmingsplan De Zon 2 Uithuizen |
24-04-2014 |
|
|
Bestemmingsplan Uithuizen Dorpscentrum |
08-03-2012 |
- |
|
Bestemmingsplan Speelstrip De Roegte Uithuizen |
08-05-2014 |
|
|
|
|
|
|
Uithuizermeeden |
|
|
|
Bestemmingsplan Uithuizermeeden |
11-02-2008 |
13-05-2008 |
|
Bestemmingsplan Uithuizermeeden dorpscentrum |
07-06-2012 |
|
|
Bestemmingsplan Scherphorn |
20-06-2013 |
|
|
Bestemmingsplan Uithuizermeeden, Scherphorn Zuid |
22-06-2006 |
10-10-2006 |
|
Bestemmingsplan Uithuizermeeden, Lijnbaan-Lange Akker |
07-06-2012 |
- |
|
Bestemmingsplan herontwikkeling locatie Woltjer Uithuizermeeden |
02-10-2014 |
|
|
Warffum |
|
|
|
Bestemmingsplan Warffum centrum |
20-05-2010 |
- |
|
Bestemmingsplan Warffum |
14-01-2016 |
|
|
|
|
|
|
Usquert |
|
|
|
Bestemmingsplan Usquert |
20-09-2012 |
|
|
Bestemmingsplan Zwarteweg |
23-10-2008 |
|
|
|
|
|
|
Roodeschool |
|
|
|
Bestemmingsplan Roodeschool |
13-10-2008 |
26-01-2009 |
|
Bestemmingsplan Zr. Kortestraat/Tilweg |
13-10-2011 |
- |
|
|
|
|
|
Overige kernen |
|
|
|
Bestemmingsplan Eppenhuizen |
13-10-2008 |
26-01-2009 |
|
Bestemmingsplan Rottum |
13-10-2008 |
22-12-2008 |
|
Bestemmingsplan Stitswerd |
13-10-2008 |
22-12-2008 |
|
Bestemmingsplan Zandeweer-Doodstil |
04-10-2012 |
|
|
Bestemmingsplan Eppenhuizerweg 20 |
28-06-2010 |
|
|
|
|
|
|
Overige plannen |
|
|
|
Facetbestemmingsplan gebruiksregeling |
11-04-2013 |
|
Hoofdstuk 2 Algemene regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene bouwregels
Het bouwen van een windturbine is niet toegestaan, tenzij de bouw ervan expliciet als windturbine of windmolen wordt toegestaan in de regels van een bestemmingsplan waarop dit plan van toepassing is, zoals opgenomen in de tabel in artikel 3.
Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het de bestemmingsplannen genoemd in artikel 3:
-
ten behoeve van de bouw van vrijstaande windturbines, met dien verstande dat:
-
de windturbines worden gebouwd:
-
binnen het bouwvlak van een agrarisch bedrijf in het buitengebied, of;
-
bij vrijgekomen of vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing in het buitengebied binnen het bestemmingsvlak, of;
-
bij een bedrijf in het buitengebied, mits op het bijbehorende bouwperceel ook bedrijfsbebouwing is gerealiseerd, of;
-
op de bedrijventerrein Edama, Kaapweg Uithuizermeeden of Uithuizen Noord, waarbij de windturbine wordt geplaatst op hetzelfde bouwperceel als waar het gebouw staat dat de opgewekte energie hoofdzakelijk verbruikt.
-
niet meer windturbines mogen worden gebouwd dan noodzakelijk om in het eigen energieverbruik te kunnen voorzien;
-
de windturbines achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw worden gesitueerd, tenzij wordt aangetoond dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het ruimtelijk beeld en de cultuurhistorische karakteristiek van het erf en de omgeving;
-
in geval meer dan 1 windturbine wordt gerealiseerd, de windturbines worden ingepast in de landschappelijke en/of stedenbouwkundige structuur. Bij een verzoek om af te wijken moet met het oog daarop een inpassingsvoorstel worden overlegd.
-
de wieken of constructie van de windturbine niet mogen overhangen boven openbaar toegankelijk gebied;
-
de ashoogte van de windturbine minder moet zijn dan 15 m;
-
de afstand tussen de windturbine en de meest nabijgelegen gevoelige bestemming minimaal 4 maal de ashoogte van de turbine moet bedragen, tenzij kan worden aangetoond dat van slagschaduw geen sprake is of deze schaduw zo kan worden beperkt dat van hinder in alle redelijkheid geen sprake meer is;
-
ten behoeve van de bouw van windturbines op daken van gebouwen, met dien verstande dat:
-
windturbines niet zijn toegestaan op daken van rijksmonumenten of op daken van gebouwen gelegen binnen de ruimtelijk en cultuurhistorisch waardevolle gebieden zoals weergegeven op de kaart in bijlage 1 behorende bij deze regels;
-
windturbines worden geplaatst op het dak van het gebouw dat hoofdzakelijk zelf de opgewekte energie verbruikt;
-
niet meer windturbines mogen worden gebouwd dan noodzakelijk om in het eigen energieverbruik te kunnen voorzien;
-
windturbines uitsluitend zijn toegestaan op gebouwen met een bouwhoogte van minimaal 9 m, waarbij de windturbine op een hoogte van minimaal 6 m vanaf het peil wordt gebouwd;
-
het aantal windturbines op een gebouw met schuin dak niet meer mag bedragen dan 1 op maximaal 1/3 van de dakhoogte;
-
het aantal windturbines op gebouwen met platte daken niet meer mag bedragen dan:
-
1 windturbine indien de oppervlakte van het dakvlak minder dan 500 m2 bedraagt;
-
2 windturbines indien de oppervlakte van het dakvlak ten minste 500 m2 maar minder dan 750 m2 bedraagt;
-
3 windturbines indien de oppervlakte van het dakvlak ten minste 750 m2 bedraagt;
-
in afwijking van het bepaalde onder 5 en 6 kunnen maximaal 3 windturbines worden toegestaan op gebouwen met een schuin dak en gebouwen met platte daken met een dakvlak kleiner dan 750 m2 als wordt aangetoond dat:
-
een groter aantal windturbines past binnen de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving;
-
een groter aantal windturbines aansluit bij de vormgeving en maatvoering van het gebouw waarop de windturbines worden geplaatst;
-
de windturbines in een regelmatige opstelling staan;
-
de wieken of constructie van de windturbine niet mogen overhangen boven openbaar toegankelijk gebied;
-
de lengte van de verticale as niet meer mag bedragen dan 3 m, tenzij wordt aangetoond dat:
-
een grotere lengte van de verticale as past binnen de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving;
-
een grotere lengte van de verticale as aansluit bij de vormgeving en maatvoering van het gebouw waarop de windturbines worden geplaatst;
-
de ashoogte van de windturbine minder moet zijn dan 15 m.
c. minimale afstand windturbine tot leidingen en risicovolle inrichtingen
-
de afstand tussen een windturbine en de bestemmingen Leiding - Buisleiding en Leiding - Gas bedraagt tenminste 25 m;
-
de afstand tussen een windturbine en de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding en de grens van een risicovolle inrichtingen bedraagt tenminste net zo veel als de ashoogte van de windturbine plus de wieklengte daarvan; .
d. Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning voorwaarden stellen aan het gebruik of de plaats van de windturbine ter voorkoming van geluidhinder, slagschaduw en risico's op gevoelige of kwetsbare objecten waarbij de normering uit het Activiteitenbesluit als uitgangspunt wordt gebruikt voor het stellen van voorwaarden, dan wel een keuring of algemeen keurmerk kan worden vereist.
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
A Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
-
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
-
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
B Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het facetbestemmingsplan mini-windturbines.