Het is verboden zonder vergunning van Gedeputeerde Staten projecten te realiseren of andere handelingen te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor een Natura 2000 gebied de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten in dat gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen. Natura 2000-gebieden kunnen schade ondervinden wegens diverse aspecten, zoals verdroging, oppervlakteverlies, verontreiniging, versnippering, optische verstoring, verzuring en vermesting.
In de directe omgeving van het plangebied zijn geen Natura 2000 gebieden gelegen. De meest nabijgelegen gebieden zijn gelegen op Belgisch grondgebied; Uiteraarden langs de Limburgse Maas met Vijverbroek en Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stramprooierbroek en Mariahof. Deze zijn gelegen ten zuiden en zuidwesten van het plangebied, op een afstand van 2,5 kilometer en meer.
Het plan ziet op herbestemming van een bestaande bebouwde locatie met een bedrijfswoning en bedrijfsfunctie. De bestaande woning wordt bestemd en gebruikt als burgerwoning. Bedrijfsmatige activiteiten zijn niet meer toegestaan. Bij of als gevolg van de herbestemming worden geen sloop- of bouwactiviteiten uitgevoerd, waardoor geen sprake is van een zogenaamde aanlegfase.
Als gevolg van de bestemmingswijziging worden de gebruiksmogelijkheden op het perceel beperkt. Met het verdwijnen van de bestemming ‘Bedrijf’ verdwijnt ook de verkeersaantrekkende werking ten behoeve van deze bedrijfsmatige activiteit (zie ook paragraaf 5.11).
Gezien de aard, omvang en ligging van het initiatief zal dit niet leiden tot een toename van emissies op Natura 2000 en tevens niet tot (extra) verdroging, verontreiniging, optische verstoring, verzuring of vermesting. Ook heeft het plan geen oppervlakteverlies of versnippering tot gevolg.
In Nederland komen ongeveer 30.000 soorten dieren en planten voor. De Wnb regelt de bescherming van circa 300 in het wild voorkomende soorten inheemse planten en dieren. In de Wnb is onder meer bepaald dat beschermde diersoorten niet mogen worden gedood, gevangen of verontrust en beschermde plantensoorten niet geplukt, uitgestoken of verzameld mogen worden. Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende dieren en planten. Daarnaast is het niet toegestaan om hun directe leefomgeving, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren.
In de Wet natuurbescherming is de soortenbescherming van beschermde flora- en fauna opgenomen. In hoofdstuk 3 van de Wnb zijn de beschermingsregimes omschreven. Per beschermingsregime is bepaald welke verboden er gelden en onder welke voorwaarden ontheffing en vrijstelling kan worden verleend. Er zijn drie beschermingsregimes, de soorten op basis van de Vogelrichtlijn, de soorten op basis van de Habitatrichtlijn en de andere soorten genoemd in de Wet natuurbescherming (Wnb).
Het plangebied is een deels bebouwd, deels onbebouwd terrein in de bebouwde kom. In de voortuin is enige beplanting aanwezig, de achtertuin bestaat geheel uit verharding. Beiden delen van het perceel bieden geen geschikte biotoop voor (beschermde) dier- of plantensoorten.
Afbeelding 11. Voortuin Eikesstraat 16 met kiezels, bestrating en enige beplanting
Zowel de bebouwing als de terreininrichting en beplanting blijven als gevolg van de bestemmingswijziging ongewijzigd behouden. Wel is het denkbaar dat de toekomstig eigenaar het perceel (deels) gaat herinrichten, waarbij de kansen voor planten- en met name diersoorten worden vergroot. Dit wijzigingsplan heeft echter geen gevolgen voor de inrichting van het terrein. In het kader van de planontwikkeling zullen geen gebouwen worden gesloopt en zal geen beplanting worden verwijderd. Hiermee is uitgesloten dat het initiatief negatieve effecten heeft op flora en fauna. Nader onderzoek is niet noodzakelijk.