direct naar inhoud van Regels
Plan: “Woningbouwlocatie Treurniet, verwijderen aanduiding cultuurhistorisch waardevol”
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0198W01-VAST

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Van toepassing verklaring

Op dit wijzigingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Woningbouwlocatie Treurniet", vastgesteld op 30 september 2021 door de gemeenteraad van Lansingerland, van toepassing, voor zover in de regels van dit wijzigingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan "Woningbouwlocatie Treurniet" en het wijzigingsplan, de regels van het wijzigingsplan van toepassing zijn. Naast de regels van het bestemmingsplan "Woningbouwlocatie Treurniet" zijn ook de regels van de ''Parapluherziening parkeernormering Lansingerland'', vastgesteld op 30 maart 2017, en "Paraplubestemmingsplan Biomassa", vastgesteld op 23 februari 2023, van toepassing op dit wijzigingsplan.

Artikel 2 Begrippen

2.1 Plan:

het bestemmingsplan “Woningbouwlocatie Treurniet, verwijderen aanduiding cultuurhistorisch waardevol” van de gemeente Lansingerland.

2.2 Bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten in het bestemmingsplan "Woningbouwlocatie Treurniet", als vervat het GML-bestand NL.IMRO.1621.BP0198-VAST met de bijbehorende regels en bijlagen, zoals vastgesteld op 30 september 2021 door de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland.

2.3 Wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1621.BP0198W01-VAST met de bijbehorende regels en bijlagen.

2.4 Peil

voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - peil 1': de bestaande hoogte van het maaiveld zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'peil 1', waarbij het getal binnen deze maatvoeringsaanduiding de bestaande hoogte, te weten -2,00 meter (ten opzichte van NAP, in meters) aangeeft.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep;
  • b. tuinen en erven; al dan niet in combinatie met voetpaden;
  • c. bij de bestemming behorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, ontsluitingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.2 Gebouwen
  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen ten opzichte van peil mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven; met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dakterras' bovenop het betreffende gebouw tevens een hekwerk (ten behoeve van afscherming van het dakterras) met een hoogte van maximaal 1,20 m is toegestaan;
  • c. het aantal wooneenheden per bouwvlak mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'.
3.2.3 Andere bouwwerken

Er mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij buiten het bouwvlak de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:

  • a. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen andere bouwwerken voor de voorgevelrooilijn;
  • b. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn;
  • c. 3 m voor overige andere bouwwerken.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:

  • a. de bouw van een kap op een vrijstaand bijgebouw op voorwaarde dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m;
    • 2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
  • b. de bouw van andere bouwwerken zoals borstweringen met een bouwhoogte van maximaal 1 m, gemeten vanaf het betreedbaar oppervlak, op een aanbouw.
3.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels

Afwijken is slechts mogelijk mits wordt voldaan aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 10, lid 10.2 uit de regels van het Bestemmingsplan "Woningbouwlocatie Treurniet".

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 9 'Algemene gebruiksregels' uit de regels van het Bestemmingsplan "Woningbouwlocatie Treurniet", wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:

  • a. gronden en/of bouwwerken voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
  • b. gronden en/of bouwwerken voor detailhandel;
  • c. gronden voor parkeren op maaiveld, behalve ter plaatse van de aanduiding 'parkeren', waar dit gebruik wel is toegestaan.
3.4.2 Beroep aan huis

3.4.2 Beroep aan huis

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 9 'Algemene gebruiksregels' uit de regels van het Bestemmingsplan "Woningbouwlocatie Treurniet" wordt gerekend het gebruik van gedeelten van de woning, aanbouwen en/of bijgebouwen voor een beroep aan huis, voor zover niet aan de volgende randvoorwaarden wordt voldaan:

  • a. de woonfunctie dient in overwegende mate gehandhaafd te blijven (met name ingeval de beroepsmatige werkruimte in het hoofdgebouw wordt gerealiseerd);
  • b. de beroepsmatige activiteiten dienen te geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
  • c. de totale bedrijfsvloeroppervlakte mag per perceel niet meer dan 25% bedragen met een maximum van 50 m2;
  • d. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • e. in de omgeving mag geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreden;
  • f. er mogen geen vergunningplichtige activiteiten ingevolge de Wet milieubeheer/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht plaatsvinden;
  • g. er mogen geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden;
  • h. op eigen terrein dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte naast het oorspronkelijk aantal parkeerplaatsen op eigen terrein voor de woonfunctie;
  • i. binnen de bestemming worden uitsluitend functies toegestaan met een maximale milieucategorie 1 zoals bedoeld in als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, voor zover de bedrijven in de bedoelde lijst niet zijn doorgehaald.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Bedrijf aan huis

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor het gebruik van gedeelten van de woning, aanbouwen en/of bijgebouwen voor de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd;
  • b. de effecten van het bedrijf / de bedrijfsactiviteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving, zoals:
    • 1. ambachtelijke en/of verzorgende bedrijven genoemd in milieucategorie 1 van de in bijlage 1 bij de regels van het Bestemmingsplan "Woningbouwlocatie Treurniet" opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten”, voor zover de bedrijven in de bedoelde lijst niet zijn doorgehaald, of daarmee naar de aard (qua milieuplanologische hinder) gelijk te stellen bedrijven/bedrijfsactiviteiten;
    • 2. bedrijven/bedrijfsactiviteiten die, op basis van de Wet milieubeheer/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, niet vergunningplichtig zijn;
  • c. de totale bedrijfsvloeroppervlakte per woning niet meer dan 25% bedraagt met een maximum van 50 m2;
  • d. de bedrijfsactiviteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
  • e. het bedrijf / de bedrijfsactiviteiten niet tot onevenredige toename van de verkeersbelasting leidt;
  • f. op eigen terrein wordt voorzien in de eigen parkeerbehoefte naast het oorspronkelijk aantal parkeerplaatsen op eigen terrein voor de woonfunctie;
  • g. er detailhandelsactiviteiten mogen plaatsvinden op voorwaarde dat:
    • 1. er sprake is van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd;
    • 2. het detailhandel betreft als ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering;
    • 3. de detailhandel geen onevenredige afbreuk doet aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente.
3.5.2 Detailhandel bij een beroep aan huis

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor het medegebruik van een beroepsmatige werkruimte bij woningen voor detailhandelsactiviteiten, op voorwaarde, dat:

  • a. er sprake is van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd;
  • b. het detailhandel betreft als ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering;
  • c. de detailhandel geen onevenredige afbreuk doet aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente.
3.5.3 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de gebruiksregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:

  • a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. het gewenste voorzieningenniveau;
    • 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
    • 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 7. het milieu;
  • c. de verkeersaantrekkende werking in overeenstemming is met de functie en vormgeving van de wegen in de nabije omgeving;
  • d. voorzien wordt in de (extra) parkeerbehoefte.

Artikel 4 Waterstaat - Waterkering

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. waterkering;
  • b. de waterhuishouding.
4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend:

  • a. andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 1 m;
  • b. bestaande bouwwerken (inclusief eventuele funderingen) worden gehandhaafd en vervangen, mits deze eenzelfde diepte en oppervlakte behouden.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van nieuwe en/of vergroting van bestaande bouwwerken (inclusief eventuele funderingen) ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en), met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels.

4.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend, indien de waterstaatsbelangen dit gedogen. Bij toepassing van deze bepaling wordt advies ingewonnen bij het Hoogheemraadschap van Delfland.

Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een (omgevings)vergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan “Woningbouwlocatie Treurniet, verwijderen aanduiding cultuurhistorisch waardevol”