direct naar inhoud van Artikel 8 Kantoor
Plan: De Ackers e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0106-VAST

Artikel 8 Kantoor

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1 Algemeen

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van:

  • a. zelfstandige kantoren;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. zakelijke dienstverlening;
  • c. wegen en paden
  • d. tuinen en erven;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. water.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Op de in artikel 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

8.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. voor zover binnen een bouwvlak of een gedeelte daarvan de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' en/of 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven mag de goothoogte respectievelijk de bouwhoogte in meters van de hoofdgebouwen niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • c. gebouwde parkeervoorzieningen zijn slechts toegestaan voor zover gebouwd onder maaiveld en/of binnen het bedrijfsgebouw met uitzondering van toegangen tot de voorziening.
8.2.3 Andere bouwwerken

Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij buiten het bouwvlak de hoogte niet meer mag bedragen dan:

  • a. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel;
  • b. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel;
  • c. 3 m voor overige andere bouwwerken.
8.2.4 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 2.1 t/m 2.3, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:

8.3.1 Bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen
  • a. het op ieder perceel buiten het bouwvlak c.q. de bouwvlakken bouwen van bedrijfsgebouwen, waarbij geldt dat:
    • 1. de oppervlakte van de gebouwen maximaal 10% bedraagt van het bouwvlak c.q. de bouwvlakken, dan wel, indien er geen bouwvlak(ken) is/zijn, de bestaande bebouwing;
    • 2. de afstand van de gebouwen tot de perceelsgrenzen tenminste 5 m bedraagt;
    • 3. de goot- en/of bouwhoogte van de gebouwen ten hoogste zoveel mag bedragen als is toegestaan voor het/de betreffende bedrijfsgebouw(en) binnen het aansluitende bouwvlak, indien in het aansluitend bouwvlak meerdere goot- en bouwhoogtes voorkomen bedraagt de toegestane goot- en/of bouwhoogte niet meer dan de laagste goot- en of bouwhoogte.
  • b. het verkleinen van de afstand van bedrijfsgebouwen tot de perceelsgrens(zen) (naar de openbare weg, niet zijnde een hoofdontsluiting) en/of andere bestemmingen, mits:
    • 1. dit niet leidt tot negatieve gevolgen in het kader van de milieuwetgeving;
    • 2. de verkeersveiligheid gewaarborgd is;
    • 3. de ruimtelijke kwaliteit gewaarborgd blijft, dit ter beoordeling van de stedenbouwkundige.
8.3.2 Andere bouwwerken
  • a. het bouwen van een terreinafscheiding met een maximum hoogte van 3 m, mits:
    • 1. dit aantoonbaar bedrijfmatig, waaronder begrepen de beveiliging, noodzakelijk is;
    • 2. het een volledig open hekwerk betreft, zodanig dat het zicht op het voorterrein vanaf de openbare weg behouden blijft;
  • b. het oprichten van vlaggenmasten tot een hoogte van 10 m;
  • c. het oprichten van ten hoogste 1 oriëntatie- en/of reclamezuil per kantoor tot een hoogte van 5 m.
8.3.3 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. het aantal parkeervoorzieningen;
  • e. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
  • f. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • g. het milieu.
8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik:

  • a. van bouwwerken voor bewoning;
  • b. van gronden en/of bouwwerken voor prostitutie;
  • c. van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. van onbebouwde terreinen voor de opslag van caravans, boten en overige zaken;
  • e. van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van vuurwerk.