direct naar inhoud van Regels
Plan: Westpolder/Bolwerk 2012, P+R Berkel Westpolder
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0104U05-VAST

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Van toepassing verklaring

Op dit uitwerkingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012", vastgesteld op 28 maart 2013 door de gemeenteraad van Lansingerland, van toepassing, voor zover in de regels van dit uitwerkingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012" en het uitwerkingsplan, de regels van het uitwerkingsplan van toepassing zijn.

Artikel 2 Begrippen

Ter aanvulling op de begripsbepalingen van het bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012" wordt in deze regels verstaan onder:

2.1 plan:

het uitwerkingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012, P+R Berkel Westpolder" met identificatienummer NL.IMRO.1621.BP0104U05-VAST van de gemeente Lansingerland.

2.2 uitwerkingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Verkeer

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. parkeervoorzieningen;
  • b. fietsenstallingen;
  • c. ontsluitingswegen;
  • d. fiets- en voetpaden;
  • e. voorzieningen van algemeen nut;
  • f. bermen, groenvoorzieningen en water;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende bouwwerken.

3.1.2 Specifiek

Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn de gronden tevens bestemd voor een gebouwde parkeervoorziening met circa 100 parkeerplaatsen per laag.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.2 Gebouwen
  • a. de grondoppervlakte van een gebouwde parkeervoorziening mag niet meer bedragen dan 3.500 m2;
  • b. een gebouwde parkeervoorziening bestaat uit twee parkeerlagen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouwde parkeervoorziening mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken ten dienste van en op de gebouwde parkeervoorziening gebouwd mag niet meer bedragen dan 3 m boven de toegestane bouwhoogte zoals bedoeld 3.2.2 onder c;
  • e. de grondoppervlakte van gebouwde fietsenstallingen, inclusief beheerdersloge, mag niet meer bedragen dan 1.500 m2;
  • f. de bouwhoogte van een gebouwde fietsenstalling, inclusief beheerdersloge, mag niet meer bedragen dan 3 m.
3.2.3 Andere bouwwerken

Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken, waaronder straatmeubilair, bruggen en overige kunstwerken, mag niet meer bedragen dan 5 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder b en c voor de bouw van een gebouwde parkeervoorziening met drie parkeerlagen, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 9 m.

Artikel 4 Leiding - Riool

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een rioolleiding ongeveer ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding - riool';
  • b. de aanleg, het herstel en de instandhouding van een rioolleiding;
  • c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding.
4.2 Bouwregels

Op voor 'Leiding - Riool' bestemde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemming(en).

4.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:

  • a. door de bouwwerken geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s);
  • c. voldaan wordt aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 33 "Algemene gebruiksregels" lid 1 van het bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012", wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor opslag.

4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1 Verbod

Het is verboden op of boven de in lid 4.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen en/of verharden van gronden, zoals wegen, fiets- en voetpaden en oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, zoals afgraven, woelen, mengen, diepploegen, ontginnen, bodemverlagen, ophogen of egaliseren van de bodem en aanleggen van (drainage)leidingen;
  • c. het aanbrengen en rooien van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  • d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen;
  • e. het aanleggen van boven- of ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen anders dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • g. het verhogen of verlagen van de grondwaterstand.
4.5.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in lid 4.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer ten dienste van de onderliggende en bovenliggende bestemming(en);
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning;
  • d. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals bedoeld in 4.2 of 4.3.
4.5.3 Toelaatbaarheid

De in lid 4.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • a. door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct of indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 5 Algemene gebruiksregels

5.1 Ondergeschikte bouwdelen

Voor zover het gebruik van ondergeschikte bouwdelen zoals bedoeld in lid 32.1 van het bestemmingsplan “Westpolder/Bolwerk 2012” niet past binnen de desbetreffende bestemming, worden deze gebruiksregels buiten beschouwing gelaten.

Artikel 6 Algemene aanduidingsregels

 

6.1 Vrijwaringszone - luchtvaartvoorziening

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 is het niet toegestaan binnen de (gebieds)aanduiding 'vrijwaringszone - luchtvaartvoorziening 30 mtr NAP en 40 mtr NAP' bouwwerken op te richten waarvan blijkt dat het bouwwerk hoger is dan de door middel van het toetsingsvlak aangeduide oplopende bouwhoogte, zijnde de denkbeeldige rechte lijn tussen de hoogtes van het toetsingsvlak, waarbij de toetshoogtes per meter - zoals aangegeven op de kaart 'Toetsingsvlakken Luchtverkeersleiding Nederland', opgenomen als bijlage 1 bij deze regels - in acht dienen te worden genomen.

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het uitwerkingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012, P+R Berkel Westpolder" (bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012").