Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Oudendijk - La Mère Anne
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1598.BPLG2008lamereanne-oh01

5.3 Ecologie, flora en fauna

Bij ieder ruimtelijk plan dient, met het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden met de ‘Natuurbeschermingswet’ en de ‘Flora- en faunawet’. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.
 
Gebiedsbescherming
Binnen de gebiedsbescherming wordt gekeken naar de bescherming van de gebieden die zijn aangewezen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en/ of gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000 gebied. Door waardevolle en mooie natuurgebieden te beschermen kunnen zeldzame dier- en plantensoorten in Nederland beter overleven. Bovendien kunnen Nederlanders zo ook in de toekomst genieten van mooie natuur en bijzondere landschappen.
Het plangebied ligt niet binnen de EHS. Aan de overzijde van de dijk ligt een groot deel van de Polder Beetskoog in de ecologische hoofdstructuur. Het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied is het Markermeer & IJmeer ten oosten van het plangebied. Daarnaast behoort de Polder Beetskoog aan de overzijde van de ringvaart tot het nationaal Landschap Laag Holland. Gezien de aard van het project en het gebruik zal er geen nadelige invloed zijn op de gebiedsbescherming. Het project wordt op dit punt uitvoerbaar geacht.
 
Soortenbescherming
Het plangebied is momenteel in gebruik als woonhuis met tuin. Op het plangebied zijn geen beschermde flora- en faunasoorten te verwachten. Ten aanzien van de voorgestelde ontwikkelingen lijkt het dan ook niet waarschijnlijk dat er negatieve invloed op (beschermde) soorten zal optreden. Het project wordt op dit punt uitvoerbaar geacht.
Bij uitvoering van de werkzaamheden bestaat altijd het risico dat eventuele broedende vogels verstoord worden. Vanuit de Flora- en faunawet is verstoring van broedende vogels verboden en hiervoor kan ook geen ontheffing worden verkregen. Door de werkzaamheden buiten het broedseizoen te starten, wordt overtreding van de Flora- en faunawet voorkomen. Bij start van de werkzaamheden in het broedseizoen zou eerst door een gekwalificeerd persoon vastgesteld moeten worden dat er geen nesten in het hierdoor verstoorde gedeelte van het projectgebied aanwezig zijn.