Plan: | Multifunctioneel gebouw Vragender |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1586.BPVRA002-VG02 |
De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt het toetsingskader bij vergunningverlening voor geur veroorzaakt door dierenverblijven van veehouderijen. Indirect heeft de Wgv consequenties voor de ruimtelijk ordening, dit wordt wel de omgekeerde werking genoemd. Voor het beoordelen van ruimtelijke plannen moet een toets op de 'omgekeerde werking' van de Wgv worden uitgevoerd. De 'Handreiking Wgv paragraaf 3.4, Beoordeling ro-plannen, (SenterNovem, d.d. 23-05-2007)' beschrijft de wijze waarop dit moet gebeuren.
Verordening geurhinder en veehouderij met bijbehorende Gebiedsvisie Oost Gelre (1-11-2007)
In de gemeente Oost Gelre is de Verordening geurhinder en veehouderij met bijbehorende Gebiedsvisie Oost Gelre (1-11-2007) opgesteld. De geursituatie van de veehouderijen in Oost Gelre zijn in deze gebiedsvisie betrokken. Op basis hiervan heeft de gemeente afwegingen gemaakt en de voorkeur gegeven aan o.a. een hogere norm rond de kernen van Groenlo, Lievelde en Vragender (respectievelijk, 5 ouE/m3, 7 ouE/m3 en 7 ouE/m3 ). Hiermee is voldaan aan de eis van de Wgv om rekening te houden met de huidige en te verwachten geursituatie in het gebied.
In de Gebiedsvisie Oost Gelre is aangegeven dat uit de uitgevoerde berekeningen van de achtergrondwaarden blijkt dat het leefklimaat in en rondom de kernen van Oost Gelre als redelijk tot goed kan worden bestempeld.
V-Stacks vergunningen/V-stacks gebied
Als er sprake is van nieuwbouwplannen in de omgeving van een veehouderij, moet onderzocht worden waar nieuwbouw kan plaatsvinden zonder dat de rechten van de veehouder worden aangetast.
Er moet een stankcontour worden berekend die de invloedssfeer van het bedrijf aangeeft. Bij het beoordelen van ruimtelijke plannen kan volgens de Handreiking de geurbelasting per bedrijf worden berekend met V-Stacks vergunningen of V-Stacks gebied (voor bepaling geurcontour). Dit geldt alleen voor dieren waarvoor geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij. Voor dieren zonder geuremissiefactor gelden minimaal aan te houden afstanden.
Bij ruimtelijk ordening moet worden uitgegaan van de grens van het agrarisch bouwperceel. Het staat de veehouder namelijk vrij om binnen zijn bouwperceel het emissiepunt te verplaatsen naar iedere gewenste locatie. Hierbij moet de veehouder op zijn beurt ook rekening houden met bestaande omliggende bebouwing. Bij de berekeningen worden daarom de stankcontouren bepaald vanaf de meest bepalende grenzen van het agrarisch bouwperceel. Uitgangspunt bij de berekening is de in de milieuvergunning vastgelegde geuremissie vanuit de veehouderij. Verder wordt normaliter uitgegaan van de 'worstcase scenario' door de in te voeren parameters (schoorsteenhoogte, gebouwhoogte, uittreesnelheid, diameter van een bron) op nul te stellen. Hiervan kan worden afgeweken.
De berekende geuremissie vanuit een veehouderijbedrijf wordt uitgedrukt in Europese odour units per kubieke meter lucht (ouE/m3 (P98)). De berekende geurbelasting op een geurgevoelig object wordt in onderhavige geval getoetst aan de geurnorm van 7,0 ouE/m3 binnen de bebouwde kommen en 14,0 ouE/m3 buiten de bebouwde kom. Voor dieren waarvoor bij ministeriële regeling geen geuremissiefactoren zijn vastgesteld (o.a. melkvee > 2 jaar en jongvee < 2 jaar), gelden ingevolge de Wet geurhinder en veehouderij de afstanden van ten minste 100 meter binnen de bebouwde kom en ten minste 50 meter buiten de bebouwde kom, gemeten tussen de veehouderij en een geurgevoelig object.
Berekening Vragenderweg 71 Vragender
Voor deze locatie is bepaald of de bouw van een MFA mogelijk is. De geurnorm die geldt voor deze accommodatie is 7,0 ouE/m3. Bepaald is of door de realisatie van nieuwe geurgevoelige objecten ter plaatse, omliggende agrarische bedrijven in hun toekomstige ontwikkelingen worden beperkt. In dit geval is het bepalende agrarische bedrijf het agrarische bedrijf aan de Vragenderweg 71. Hieraan is dan ook getoetst.
De in te voeren parameters (schoorsteenhoogte, gebouwhoogte, uittreesnelheid, diameter van een bron) zijn gebaseerd op de vergunde situatie i.p.v. de 'worst case', op de grens van de inrichting. Dit is gedaan omdat de worstcase in onderhavige geval niet reëel is. De huidige vergunde stallen staan al op de grens van de inrichting.
Uitgaande van de vergunde situatie blijkt uit de berekening met V-Stacks gebied dat, op dit moment, de bouw van het MFA op de aangegeven locatie Kapelweg te Vragender géén belemmeringen vormen voor het agrarische bedrijf.
Conclusie
Volgens de uitgangspunten van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt, op dit moment, de bouw van een MFA op de locatie Kapelweg te Vragender géén belemmeringen voor de omliggende agrarische bedrijven.