Plan: | Regionaal Bedrijvenpark Laarberg, Solarpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1586.BPBUI1504-VG01 |
het bestemmingsplan Regionaal Bedrijvenpark Laarberg, Solarpark met identificatienummer NL.IMRO.1586.BPBUI1504-VG01 van de gemeente Oost Gelre;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een gebruik voor kleinschalige niet-bedrijfsmatige agrarische activiteiten, al dan niet met een hobbymatig karakter;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijke met wanden omsloten ruimte vormt;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
gemiddelde hoogte van aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein;
een apparaat dat zonlicht omzet in electriciteit.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Groen - Landschappelijke inpassing' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en verhardingen.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor ‘Groen - Solarpark’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in- en uitritten, erfverhardingen en parkeervoorzieningen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 onder d ten behoeve van het toestaan van een hogere erf- of terreinafscheiding, met dien verstande dat:
de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
de noodzaak van een hogere erf- of terreinafscheiding is aangetoond;
er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder dammen en/of duikers, met inachtneming van de keur van het waterschap.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de leidingen, met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.4 sub b voor het gebruik van magneetveldbeoordelingsplichtige objecten in de magneetveldzone, mits:
De voor 'Waarde - Archeologisch waardevol gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van (te verwachten) archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde in 8.2.1 onder a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 8.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in 8.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde in 9.2.1 onder a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 9.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in 9.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor 'Waterstaat - Waterberging' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor waterberging.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 10.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in lid 10.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien schriftelijk advies is ingewonnen bij het Waterschijn Rijn en IJssel en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterbergende functie van het gebied.
Grond die eenmaal in aanmerking is gekomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De in lid 3.1, lid 4.1, lid 5.1 en lid 6.1 genoemde functies zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de regels van het plan voor:
Omgevingsvergunningen als bedoeld in lid 13.1 kunnen slechts verleend worden indien zich daartegen geen dringende redenen verzetten en indien het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in art. 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen ten behoeve van:
Lid 15.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Regionaal Bedrijvenpark Laarberg, Solarpark van de gemeente Oost Gelre.