direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Buitengebied 1998, herziening 57, Oude Lievelderweg 2 Lievelde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1586.BPBUI036-VG01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' een vrijstaande woning;
  • c. tuinen en erven;
  • d. waterhuishouding;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' [ka], voor de bescherming van de karakteristieke elementen in het desbetreffende gebouw;

met daarbijbehorende:

  • f. gebouwen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • h. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op de voor ' Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Woningen

Voor een woning gelden de volgende regels:

  • a. een woning dient binnen het aangegeven bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de inhoud mag niet meer dan 750 m3 bedragen dan wel in het geval van een grotere inhoud, de op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaande inhoud;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met e geldt dat in geval van een grotere hoogte en/of oppervlakte dan wel van een andere situering dat deze maten, afmetingen en situering zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp gehandhaafd mogen worden.
4.2.2 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen

Voor een aanbouw, uitbouw en bijgebouw bij een woning gelden bovendien de volgende regels:

  • a. een aanbouw en uitbouw dient binnen het aangegeven bouwvlak te worden opgericht;
  • b. een bijgebouw dient binnen het met [bg] aangegeven bouwvlak te worden gebouwd;
  • c. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 70 m2;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • f. een aanbouw, uitbouw dan wel aangebouwd bijgebouw dient te worden geplaatst op een afstand van ten minste 4 m van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met e geldt dat in geval van een grotere hoogte en/of oppervlakte dan wel van een andere situering dat deze maten, afmetingen en situering zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp gehandhaafd mogen worden.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.

4.3 Afwijking van de bouwregels
4.3.1 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning een afwijking verlenen van het bepaalde in:

  • a. 4.2.1  onder a ten behoeve van de splitsing van een voormalige (traditionele) boerderij in twee (zelfstandige) wooneenheden, met dien verstande dat:
    • 1. splitsing slechts betrekking mag hebben op een gebouw, dat zelf (ten dele) reeds een woonfunctie heeft;
    • 2. algehele nieuwbouw ten behoeve van splitsing is niet toegestaan;
    • 3. uitbreiding van het te splitsen gebouw mogelijk is tot 50 m3 en mits noodzakelijk uit bouwkundig dan wel volkshuisvestelijk oogpunt;
    • 4. bij splitsing van een voormalige boerderij dient de kenmerkende bouwvorm van het gebouw te worden gehandhaafd;
    • 5. de inhoud van het te splitsen gebouw dient voor splitsing ten minste 900 m3 te bedragen;
    • 6. er mag geen sprake zijn van een beperking van de bedrijfsvoering van nabijgelegen agrarische bedrijven;
  • b. 4.2.2  onder a en toestaan dat indien de totale bebouwde oppervlakte van bijgebouwen groter is dan 70 m2, deze bestaande bijgebouwen mogen worden herbouwd op een andere plaats, met dien verstande dat:
    • 1. herbouw slechts mogelijk is indien een sanering van minimaal 70% van de oppervlakte boven de toegestane 70 m2 plaatsvindt en de bestaande (goot-)hoogte niet wordt overschreden tenzij dit laatste uit esthetische redenen (beeldkwaliteit) gewenst is;
    • 2. indien de bestaande bijgebouwen worden vervangen door één bijgebouw dan mag de oppervlakte van dit nieuwe bijgebouw niet meer bedragen dan 100 m2 en dient er sprake te zijn van een verbetering van de ruimtelijke en/of esthetische situatie;
    • 3. herbouw zodanig plaatsvindt dat er een duidelijke relatie, afstand kleiner dan 25 m, met het hoofdgebouw blijft bestaan.
4.3.2 Afwegingskader

Een in 4.3 genoemde afwijking kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid;

en de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond.

4.3.3 Procedure

Voor een besluit tot afwijking geldt de in 9.2 vermelde voorbereidingsprocedure.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Verboden gebruik

Met ingang van 1 jaar na het onherroepelijk worden van het plan wordt onder verboden gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, verstaan:

  • a. Het in gebruik hebben van bebouwing ten behoeve van het bepaalde in 4.1 onder a., met uitzondering van de traditionele woning, indien geen of onvolledig uitvoering is gegeven aan de landschapversterkende voorzieningen zoals weergegeven in de "Visie Oude Lievelderweg - Lievelderweg met werknummer 771-L van 7 maart 2011" zoals opgenomen als bijlage bij dit plan.
  • b. Het in gebruik hebben van bebouwing ten behoeve van het bepaalde onder 4.1 onder a. indien de in onderdeel a. van dit artikel genoemde landschapsversterkende voorzieningen niet in stand worden gehouden.
4.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:

  • a. de bewoning van vrijstaande bijgebouwen;
  • b. het gebruik van gronden en opstallen voor een bedrijf.

4.5 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning een afwijking verlenen van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, mits de woonfunctie in overwegende mate wordt behouden en onder de voorwaarde dat:

  • a. het medegebruik van ondergeschikte betekenis moet zijn en maximaal 30% mag beslaan van de totale nettovloeroppervlakte van een wooneenheid tot een maximum van 50 m2;
  • b. slechts bedrijven toelaatbaar zijn die behoren tot de categorie 1 van de bijgevoegde "Lijst aan huis gebonden beroepen en bedrijven";
  • c. geen detailhandel mag plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop -als ondergeschikte nevenactiviteit- van producten die ter plaatse zijn vervaardigd, dan wel direct verband houden met het aan huis gebonden beroep of bedrijf;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling, casu quo niet onevenredig veel extra verkeer wordt aangetrokken;
  • e. het gebruik mag niet lijden tot een onevenredige aantasting van de leefomgeving;
  • f. er geen buitenopslag plaatsvindt;
  • g. er geen reclame-uitingen zichtbaar zijn;
  • h. op eigen terrein wordt geparkeerd door eigenaar/huurder en bezoekers.