direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - agrarische functie met landschapswaarden
Plan: Oude Winterswijkseweg 44 Groenlo
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1586.BPBUI029-VG05

Artikel 3 Agrarisch met waarden - agrarische functie met landschapswaarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Agrarisch met waarden - agrarische functie met landschapswaarden ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van het agrarische bedrijf;
  • b. ter plaatse van de functieaanduiding 'verkoop eigen produkten' uitsluitend een multifunctionele ruimte ten behoeve van
  • de verkoop van eigen boerderijprodukten,
  • de verkoop van streekprodukten,
  • een educatieruimte met betrekking tot de agrarische sector,
  • een ruimte voor workshops welke betrekking hebben op de agrarische sector,
  • vergaderingen;
  • c. ter plaatse van de functieaanduiding 'terras' uitsluitend een buitenruimte ten behoeve van een terras;

met daarbijbehorende:

  • d. bouwwerken en (groen)voorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op de voor ' Agrarisch met waarden - agrarische functie met landschapswaarden ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Terras

Een terras mag uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden opgericht.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt maximaal 6 meter;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,5 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering;
  • c. het gebruik van gronden en opstallen, voor doeleinden van handel en/of andere dan agrarische bedrijfsdoeleinden;
  • d. het gebruik van gronden en opstallen voor feesten en partijen anders dan in de privĂ©sfeer van de eigenaar;
  • e. de bewoning van bedrijfsruimten, niet zijnde bedrijfswoningen.