Bij de voorbereiding van een voorontwerpbestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 Wro sub c overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1. Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
Daarnaast zal het plan volgens de gemeentelijke inspraakverordening ter inzage gelegd worden. Een ieder wordt in de gelegenheid gesteld om op het plan te reageren.
Beoordeeld zal worden of de inspraak en het vooroverleg aanleiding geven tot het aanpassen van het voorontwerpbestemmingsplan. Het plan wordt tevens aangepast tot een ontwerpbestemmingsplan.
Het ontwerpbestemmingsplan zal conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd worden. Hierbij is er de mogelijkheid van zienswijzen voor een ieder, ook voor overlegpartners. Na vaststelling door de Raad zal het vaststellingsbesluit bekend gemaakt worden. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking dan 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid van beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State.
Gezien bovenstaande bestaan er planologisch geen bezwaren om medewerking aan het plan te verlenen door daarvoor een bestemmingsplanprocedure te doorlopen.