In het kader van een ‘goede’ ruimtelijke onderbouwing moet het aantoonbaar zijn dat een nieuwe ontwikkeling, die afwijkt van het vigerend bestemmingsplan, uitvoerbaar is. Hiervoor moeten de milieutechnische gevolgen in beeld gebracht worden. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de volgende aspecten: bedrijven en milieuzonering, externe veiligheid, geluid, luchtkwaliteit, bodem, ecologie, water, archeologie en verkeer en parkeren. Hierbij is gebruik gemaakt van het milieuadvies van de Milieudienst Zuidoost-Utrecht
1.