Provinciale Staten van de provincie Utrecht hebben het Streekplan 2005-2015 op 13 december 2004 vastgesteld. Met het invoeren van de (nieuwe) Wro, op 1 juli 2008, is het streekplan omgezet naar een provinciale structuurvisie.
De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid weer voor de periode van 2005 to 2015. In de structuurvisie wordt vastgelegd waar wat te bouwen met betrekking tot verschillende aspecten, zoals natuur, recreatie en wegen. In de structuurvisie worden de verschillende ruimtelijke functies gewogen en worden er keuzes ten aanzien van de ruimtelijke ordening gemaakt. De structuurvisie dient als toetsingskader van gemeentelijke bouw- en bestemmingsplannen.
Het primaire doel van het streekplan is het creëren van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving. In de structuurvisie wordt dit uitgewerkt aan de hand van de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. Om de ruimtelijke kwaliteit vast te kunnen stellen worden enkele criteria gehanteerd die zijn vastgesteld door het Rijk:
- ruimtelijke diversiteit;
- economische en maatschappelijke functionaliteit;
- culturele diversiteit;
- sociale rechtvaardigheid;
- duurzaamheid;
- aantrekkelijkheid;
- menselijke maat.
Middels het beleid van de structuurvisie wordt getracht bovenstaande criteria te behouden en te versterken in de provincie Utrecht. De kernkwaliteiten van de provincie Utrecht worden gevormd door de grote variatie in woon- en werkmilieus, de diversiteit en de kwaliteit van de verschillende landschapstypen en de centrale ligging. Het behouden en versterken van deze kernkwaliteiten wordt in de structuurvisie gedaan aan de hand van een aantal hoofdbeleidslijnen:
- Zorgvuldig ruimtegebruik ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen in zowel het stedelijk als in het landelijk gebied. Water vormt een ordenend principe en vormt bij nieuwe ruimtelijk afwegingen een vertrekpunt.
- De beschikbaarheid van bestaande infrastructuur en de capaciteit van deze infrastructuur zijn mede bepalend bij het kiezen van nieuwe verstedelijkingslocaties. Op het gebied van verstedelijking wordt gestreefd naar een gedifferentieerd aanbod van wonen, werken en voorzieningen. Nieuwe woningbouw wordt vooral toegelaten in het stadsgewest Utrecht en het gewest Eemland. Veenendaal en Woerden vormen twee regionale opvangkernen. Daarbuiten is het beleid terughoudend.
- Ten aanzien van het landelijk gebied wordt een beleid gevoerd dat is gericht op het versterken van zowel de identiteit, de landschappelijke diversiteit als de vitaliteit en op de kwaliteit van de natuur en de ecologische samenhang.
Op afbeelding 4 is een uitsnede van de structuurvisiekaart weergegeven, met daarop de globale ligging van het plangebied.

Afbeelding 4: uitsnede streekplankaart.
Onderhavig plangebied is gelegen in het stedelijk gebied van de kern Doorn. Het stedelijk gebied van de kern grenst vrijwel overal aan bosgebied en aan overgangszones naar het open Kromme Rijngebied in het zuiden. Vooral in het noorden van de kern is de meer extensieve woonbebouwing te vinden die in belangrijke mate Doorn het karakter geeft van bosrijke Heuvelruggemeente. Voor Doorn is een bouwprogramma opgenomen van 300 woningen. Dit programma wordt gerealiseerd door het benutten van restcapaciteiten en transformatie en door verdichting van de kern. Belangrijk uitgangspunt is dat een efficiënt ruimtegebruik wordt nagestreefd en dat waardevolle groene en cultuurhistorische structuren binnen de kern niet worden aangetast.
Onderhavig plan omvat de toevoeging van 1 woning binnen het stedelijk gebied van de kern Doorn. Met onderhavig plan zullen geen waardevolle groene en cultuurhistorische structuren worden aangetast. Het plan is daarmee niet in strijd met de Structuurvisie 2005-2015.