Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Woestduinlaan 85 en naast 85 te Doorn
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1581.bpDOOwoestduinln85-va01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Structuurvisie 2005-2015 (voorheen streekplan 2005-2015)

Provinciale Staten van de provincie Utrecht hebben het Streekplan 2005-2015 op 13 december 2004 vastgesteld. Met het invoeren van de (nieuwe) Wro, op 1 juli 2008, is het streekplan omgezet naar een provinciale structuurvisie.
 
De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid weer voor de periode van 2005 to 2015. In de structuurvisie wordt vastgelegd waar wat te bouwen met betrekking tot verschillende aspecten, zoals natuur, recreatie en wegen. In de structuurvisie worden de verschillende ruimtelijke functies gewogen en worden er keuzes ten aanzien van de ruimtelijke ordening gemaakt. De structuurvisie dient als toetsingskader van gemeentelijke bouw- en bestemmingsplannen.
 
Het primaire doel van het streekplan is het creëren van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving. In de structuurvisie wordt dit uitgewerkt aan de hand van de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. Om de ruimtelijke kwaliteit vast te kunnen stellen worden enkele criteria gehanteerd die zijn vastgesteld door het Rijk:
  • ruimtelijke diversiteit;
  • economische en maatschappelijke functionaliteit;
  • culturele diversiteit;
  • sociale rechtvaardigheid;
  • duurzaamheid;
  • aantrekkelijkheid;
  • menselijke maat.
Middels het beleid van de structuurvisie wordt getracht bovenstaande criteria te behouden en te versterken in de provincie Utrecht. De kernkwaliteiten van de provincie Utrecht worden gevormd door de grote variatie in woon- en werkmilieus, de diversiteit en de kwaliteit van de verschillende landschapstypen en de centrale ligging. Het behouden en versterken van deze kernkwaliteiten wordt in de structuurvisie gedaan aan de hand van een aantal hoofdbeleidslijnen:
  • Zorgvuldig ruimtegebruik ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen in zowel het stedelijk als in het landelijk gebied. Water vormt een ordenend principe en vormt bij nieuwe ruimtelijk afwegingen een vertrekpunt.
  • De beschikbaarheid van bestaande infrastructuur en de capaciteit van deze infrastructuur zijn mede bepalend bij het kiezen van nieuwe verstedelijkingslocaties. Op het gebied van verstedelijking wordt gestreefd naar een gedifferentieerd aanbod van wonen, werken en voorzieningen. Nieuwe woningbouw wordt vooral toegelaten in het stadsgewest Utrecht en het gewest Eemland. Veenendaal en Woerden vormen twee regionale opvangkernen. Daarbuiten is het beleid terughoudend.
  • Ten aanzien van het landelijk gebied wordt een beleid gevoerd dat is gericht op het versterken van zowel de identiteit, de landschappelijke diversiteit als de vitaliteit en op de kwaliteit van de natuur en de ecologische samenhang.
Op afbeelding 4 is een uitsnede van de structuurvisiekaart weergegeven, met daarop de globale ligging van het plangebied. 
Afbeelding 4: uitsnede streekplankaart.
 
Onderhavig plangebied is gelegen in het stedelijk gebied van de kern Doorn. Het stedelijk gebied van de kern grenst vrijwel overal aan bosgebied en aan overgangszones naar het open Kromme Rijngebied in het zuiden. Vooral in het noorden van de kern is de meer extensieve woonbebouwing te vinden die in belangrijke mate Doorn het karakter geeft van bosrijke Heuvelruggemeente. Voor Doorn is een bouwprogramma opgenomen van 300 woningen. Dit programma wordt gerealiseerd door het benutten van restcapaciteiten en transformatie en door verdichting van de kern. Belangrijk uitgangspunt is dat een efficiënt ruimtegebruik wordt nagestreefd en dat waardevolle groene en cultuurhistorische structuren binnen de kern niet worden aangetast.
 
Conclusie
Onderhavig plan omvat de toevoeging van 1 woning binnen het stedelijk gebied van de kern Doorn. Met onderhavig plan zullen geen waardevolle groene en cultuurhistorische structuren worden aangetast. Het plan is daarmee niet in strijd met de Structuurvisie 2005-2015.

3.2.2 Provinciaal Ruimtelijke Verordening

Op 21 september 2009 hebben Provinciale Staten van Utrecht de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) vastgesteld. Het doel van de verordening is provinciale belangen op het gebied van de ruimtelijke ordening te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau. Dat betekent dat we de gewenste ontwikkelingen in een gebied of regio op deze manier veiligstellen. De basis van de verordening is de Structuurvisie 2005 – 2015.
De verordening is het toetsingskader met meetbare criteria als aanvulling op de Structuurvisie. In de verordening staat bijvoorbeeld op welke wijze ruimtelijke vraagstukken door provincie beoordeeld worden. Tevens is opgenomen waaraan een bestemmingsplan van een gemeente moet voldoen.
 
Afbeelding 5: kaart stedelijk gebied provinciaal ruimtelijke verordening
 
Het plangebied ligt op basis van de kaarten behorende bij de ruimtelijke verordening in het stedelijk gebied. Regels ten aanzien van woningbouw in stedelijk gebied worden in de verordening niet gegeven. Deze richt zich met name op bedrijvenontwikkeling, mobiliteit en woningbouw in een aantal andere specifieke kernen. Voorts omvat de verordening nog een aantal regels ten aanzien van water en archeologie. Deze aspecten worden in hoofdstuk vier nader toegelicht.
 
Conclusie
De provinciaal ruimtelijke verordening geeft geen expliciete randvoorwaarden voor woningbouw in stedelijk gebied. Aspecten als archeologie en water komen in hoofdstuk vier nader aan bod. Het plan is dan ook niet in strijd met de provinciale verordening. 
   

3.2.3 Provinciaal milieubeleidsplan 2009-2011

De provincie Utrecht hecht er groot belang aan om de ambities op het gebied van milieu en duurzaamheid vast te leggen.
Hiertoe heeft de provincie in 2009 een nieuwe Provinciaal Milieubeleidsplan opgesteld. Het Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2011 is op 29 april 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. Het plan vormt de verbindende schakel tussen het Europese en het nationale milieubeleid enerzijds en de regionale uitwerking van het milieubeleid anderzijds. Het plan vervangt het Provinciaal Milieubeleidsplan 2004-2008.
Het Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2011 biedt inzicht in waar de provincie op het gebied van milieu voor staat en wat zij wil bereiken. Het biedt structuur en flexibiliteit om in te spelen op nieuwe inzichten en veranderende omstandigheden. Het doel van het Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2011 is het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. Het uitgangspunt van het beleid is het behouden en herstellen van de milieukwaliteit in de provincie. De gezondheid van de Utrechtse burger staat hierbij centraal. Door het behouden en herstellen van de milieukwaliteit worden voorwaarden geschapen voor de natuur en instandhouding van de biodiversiteit. Het beleid richt zich op het creëren van een gezonde leefomgeving, de speerpunten hierbij zijn luchtverontreiniging, hinder en externe veiligheid.
 
Conclusie
Onderhavig plan heeft gezien de omvang een zeer beperkte invloed op milieuaspecten als luchtverontreiniging, hinder en externe veiligheid. Desalniettemin zijn er in het kader van een goede ruimtelijke onderbouwing verschillende haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd om de verschillende aspecten in beeld te brengen. De resultaten van de onderzoeken worden in hoofdstuk 4 van dit plan nader toegelicht.
 

3.2.4 Provinciale Ecologische Hoofdstructuur

Op provinciaal niveau benoemt de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Utrecht (CHS) samenhangende structuren die kenmerkend zijn voor de geschiedenis van de provincie Utrecht. De CHS heeft om de provinciale ambities op het gebied van cultuur en archeologie te kunnen realiseren, sturingsmechanismen ontwikkeld. Geheel Doorn ligt in het gebied met de aanwijzing ‘veilig stellen archeologie’. Voor het bestemmingsplan Doorn-Noord is een indicatie van archeologisch waardevol gebied gegeven. Op de verbeelding zijn gebieden aangewezen waar eisen worden gesteld aan activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor mogelijk aanwezige archeologische waarden.
 
Afbeelding 6: uitsnede EHS
 
Conclusie
Wel zijn de gebieden rondom de kern Doorn opgenomen in de EHS. Echter, gezien de ligging binnen de rode contour van Doorn, zal het project geen negatieve gevolgen hebben op de natuurwaarden van de EHS. Het plangebied is niet in of aan de EHS gelegen. De beoogde ontwikkeling zal dan ook geen afbreuk doen aan de bestaande waarden zoals die zijn vastgelegd in de EHS.

3.2.5 Provinciaal Waterplan 2010-2015, Richting Robuust

Het Waterplan 2010-2015 van de provincie Utrecht omvat het beleid voor waterveiligheid, waterbeheer en gebruik en beleving van water in de provincie voor de periode 2010-2015. Met dit plan voldoet de provincie aan de verplichting van de Waterwet om voor een periode van zes jaar een regionaal waterplan op te stellen. Het vervangt het Waterhuishoudingsplan 2005-2010, dat hiermee is komen te vervallen.
 
Volgens het bestaand beleid in de structuurvisie is de bescherming van de grondwatervoorraad voor drinkwater en natuur in het Infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug van provinciaal belang. De Provinciale ruimtelijke verordening (Prv) is hierop direct van toepassing. In de Prv is het Infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug overgenomen uit de Grondwatervisie en nader begrensd op basis van de meest recente kennis over het bodem- en grondwatersysteem.
 
Voor het Infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug geldt het principe van "Nee, tenzij". Dit betekent dat als grondgebruikscategorieën worden gekozen die uit oogpunt van grondwaterkwaliteit minder gewenst zijn, een integrale afweging moet plaatsvinden en inzichtelijk moet worden gemaakt hoe emissies naar het grondwater worden voorkomen. De grondgebruikcategorieën zijn toegelicht in het provinciale Grondwaterplan 2008-2013.
Een hulpmiddel voor het stedelijke grondwaterbeheer is de aparte handreiking of beslisboom die wordt ontwikkeld met waterschappen, gemeenten en Vitens voor het afkoppelen van verhardingen ten aanzien van hemelwater op de Utrechtse Heuvelrug.
 
conclusie
Gelet op de kleine omvang van onderhavig plan kan worden verondersteld dat de bouw van 1 woning geen afbreuk doet aan de grondwatervoorraad voor drinkwater en natuur in het Infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug. Het provinciaal waterplan vormt om deze reden geen belemmering voor onderhavig plan.