Plan: | Het Rosarium |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1581.bpDOOrosarium-va01 |
De regels van het voorliggende bestemmingsplan zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Deze hoofdstukken zijn:
1. Inleidende regels.
In de Inleidende regels worden de gebruikte begrippen beschreven (artikel 1) en worden regels gesteld ten aanzien van de wijze waarop gemeten moet worden (artikel 2).
2. Bestemmingsregels.
In het bestemmingsplan komen vijf bestemmingen voor, te weten:
Maatschappelijk (artikel 3);
Natuur (artikel 4);
Recreatie - Dagrecreatie (artikel 5);
Verkeer (artikel 6);
Waarde - Archeologie - 2 bufferzone zeer hoog(artikel 7).
Waarde - Archeologie - 4 middelhoog (artikel 8).
De belangrijkste bepalingen worden hieronder kort toegelicht.
Maatschappelijk
Deze bestemming is van toepassing op het gebouw en de gronden van de harmonievereniging. Binnen de bestemming Maatschappelijk mogen sociaal-culturele activiteiten worden ontplooid. Tot de sociaal culturele activiteiten worden onder andere gerekend: club- en buurthuizen, jeugd- en jongerenwerk, peuterspeelzalen, vormings- en ontwikkelingswerk, muzikale vorming, amateurkunst, sportieve recreatie, opbouwwerk en emancipatie-activiteiten.
Natuur
Het IJskelderbos en de bosstrook ten westen en noorden van het Rosarium heeft deze bestemming gekregen. Daarmee ontstaat een doorgaande bestemming met het terrein van Huis Doorn en de bosstrook ronde het Militair Revalidatiecentrum.
De instandhouding en herstel van de cultuurhistorisch waardevolle visuele relatie tussen Huis Doorn en de Gezichtslaan, ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarde" is mogelijk door de regeling voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, zoals opgenomen in het bestemmingplan Buitengebied Doorn 2011, enigszins aan te passen. De activiteit "bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden" kan via een omgevingsvergunning worden toegestaan indien de groeihoogte van de beplanting niet meer bedraagt dan 3 meter. Onder groeihoogte wordt in dit verband verstaan: de hoogte die planten, bomen en heesters op natuurlijke wijze maximaal kunnen bereiken en die afhankelijk is van de soort , de omgevingskenmerken en het ter plaatse geldende klimaat. Op deze wijze wordt bereikt dat er geen (aanvullende) hoge beplanting wordt aangeplant.
Bebouwing is uitsluitend toegestaan ten behoeve van (en ter plaatse van) de bestaande IJskelder. Deze is op de verbeelding aangegeven met de aanduiding "specifieke vorm van natuur - ijskelder".
Recreatie - Dagrecreatie
Het Rosariumterrein heeft deze bestemming gekregen. Er mag slechts één gebouw worden gebouwd. De oppervlakte bedraagt maximaal 250 m2. De eventuele zolderverdieping mag niet worden gebruikt voor de uitoefening van het recreatiebedrijf of de ondergeschikte horeca. Opslag is op de eventuele zolderverdieping wel toegestaan. Alle opslag en stalling ten behoeve van de bedrijfsvoering dient binnen het gebouw en de daaronder gesitueerde kelder te worden opgelost. Het nieuwe gebouw dient bovendien binnen het bouwvlak te worden gerealiseerd. Dit bouwvlak is overigens buiten de zone met de aanduiding "cultuurhistorische waarde" gesitueerd. Binnen deze zone geldt eenzelfde regeling voor de instandhouding en herstel van de cultuurhistorisch waardevolle visuele relatie tussen Huis Doorn en de Gezichtslaan, als bij de bestemming Natuur.
Verkeer
De in de openbare ruimte gebruikelijke activiteiten zijn binnen deze bestemming toegestaan. De bestemming sluit aan op de regeling die voor de Molenweg is opgenomen in het aansluitende bestemmingsplan Buitengebied Doorn 2011 en in het aansluitende bestemmingplan Gemeentekantoor en Cultuurhuis.
Waarde - Archeologie - 2 bufferzone zeer hoog / Waarde - Archeologie - 4 middelhoog
Volgens de gemeentelijke archeologische waarden- en beleidsadvieskaart (zie paragraaf 3.4.5) gelden er, afhankelijk van de archeologische waardering, verschillende oppervlakte-ondergrenzen ten aanzien van eventuele bodemingrepen. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede uit de beleidskaart.
Afbeelding 13: Het plangebied in relatie tot de archeologische beleidskaart.
Het plangebied behoort tot een gebied waarvoor de archeologische verwachting "middelhoog" is. Bij een dergelijke verwachting hoort in beginsel de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4 middelhoog'. Omdat echter een groot deel van het gebied tevens binnen de 250 meter zone van een AMK-terrein valt, geldt daar de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2 bufferzone zeer hoog'. In feite dient op basis van de beleidsadvieskaart dus alleen de noordwestelijke hoek van het plangebied de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4 middelhoog' gekregen. Het voor het Rosariumterrein uitgevoerde onderzoek heeft aangetoond dat het noordelijk deel van het Rosariumperceel geen dubbelbestemming behoeft te krijgen (zie paragraaf 4.7).
Een dubbelbestemming omvat dus zowel de aanwezige als de naar verwachting aanwezige archeologische waarden. In de regels is (gekoppeld aan de dubbelbestemmingen) een regeling opgenomen, betreffende de wijze van omgaan met de aanwezige dan wel de naar verwachting aanwezige archeologische waarden bij bodemingrepen. Deze regeling houdt het onderstaande in.
Voor bepaalde soorten werken en werkzaamheden (geen bouwen) over een zekere oppervlakte of meer, geldt de vereiste van een omgevingsvergunning. Het betreft met name het uitvoeren van graafwerkzaamheden, het roeren en omwoelen van gronden, dieper dan 30 cm. Afhankelijk van de dubbelbestemming die het betreft, bedraagt de oppervlakte-ondergrens 50 m2, 100 m2, 150 m2, 1.000 m2 dan wel 10 ha. Voor werken en werkzaamheden die kunnen worden aangemerkt als 'normaal beheer en onderhoud', zoals onder meer het periodiek omploegen van akkerland, is geen omgevingsvergunning nodig.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verkregen, indien de archeologische waarden van de betreffende gronden niet worden aangetast. De aanvrager van de omgevingsvergunning dient een rapport (archeologisch vooronderzoek) te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein waar de werken zullen plaatsvinden, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
In de regels is een dergelijke rapportageplicht ook opgenomen voor het verlenen van omgevingsvergunningen voor bouwen. Evenals de regeling voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zijn de eisen, die gesteld kunnen worden bij een omgevingsvergunning voor bouwen gebaseerd op de bepalingen betreffende archeologische monumentenzorg in de Monumentenwet 1988.
Een wijzigingsbevoegdheid maakt het mogelijk de ligging van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' te wijzigen. Het is immers niet ondenkbaar dat bij een bodemingreep in een gebied met een lage verwachtingswaarde toch archeologische waarden worden vastgesteld. Daarnaast kan uit nader onderzoek volgen dat in een zeker gebied juist wel of toch geen sprake is van een middelhoge dan wel hoge verwachtingswaarde. Beide gevallen kunnen aanleiding geven om de dubbelbestemming alsnog aan bepaalde gronden op te leggen, dan wel ze te verwijderen.
Overigens dient te worden bedacht dat een omgevingsvergunnings- en rapportagevereiste in dit kader overwegend tot doel heeft nadruk te leggen op het vroegtijdig en volwaardig meewegen van deze waarden bij ruimtelijke ingrepen, om zodoende de mogelijkheid tot planaanpassing nog open te houden. Alleen indien archeologische waarden worden aangetroffen, is het noodzakelijk verder onderzoek plaats te laten vinden, met een mogelijke vertraging van de uitvoering van de beoogde werkzaamheden. Uiteindelijk is er meestal geen belemmering meer voor de beoogde activiteiten.
Benadrukt wordt tot slot dat het in één dubbelbestemming vervatten van zowel vastgestelde als verwachte archeologische waarden ten goede komt aan de overzichtelijkheid van het plan als geheel, zonder dat de bescherming van deze waarden onvoldoende gewaarborgd is.
3. Algemene regels.
In het hoofdstuk Algemene regels worden diverse algemene regels gegeven. Voor zover van toepassing sluiten deze regels aan op de regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2011.
4. Overgangs- en slotregels.
Tot slot zijn de Overgangs-, en slotregels opgenomen.