direct naar inhoud van 6.3 Beleidskaders waterbeheerders
Plan: Middenlaan 1 te Doorn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpDOOmiddenlaan1-va02

6.3 Beleidskaders waterbeheerders

Vierde Nota Waterhuishouding
De rijksoverheid hecht belang aan initiatieven voor een meer duurzaam stedelijk waterbeheer. Belangrijk onderdeel hiervan is de herwaardering van watersystemen bij de ruimtelijke inrichting van (nieuwe) woongebieden. In de Vierde Nota Waterhuishouding wordt samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en provincies gestimuleerd om te komen tot gemeenschappelijke visies en samenwerking voor duurzaam stedelijk waterbeheer.

WB21
In het rapport Waterbeheer 21e eeuw wordt geconstateerd dat klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking nopen tot een nieuwe aanpak in het waterbeleid. In het rapport wordt een voorkeurstrategie uitgeproken voor het omgaan met water. Deze drietrapsstrategie, vasthouden-bergen-afvoeren, is bedoeld om veiligheid te creëren en schade door wateroverlast en door droogte te voorkomen.

De drietrapsstrategie behelst het volgende:

  • Overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms vasthouden in bodem en oppervlaktewater;
  • Zo nodig water tijdelijk bergen in retentiegebieden langs de waterlopen waarvoor ruimte moet worden gecreëerd.
  • Pas als de vorige opties te weinig opleveren, water afvoeren naar elders of, als dat niet kan, het water bij zeer extreme omstandigheden gecontroleerd opvangen in daarvoor aangewezen gebieden.

Waterhuishoudingsplan Utrecht
Dit derde waterhuishoudingsplan (WHP) van de provincie Utrecht beschrijft wat de provincie tot 2010 wil bereiken op het gebied van waterbeheer. Belangrijke andere spelers zijn het Rijk, de waterbeheerders, de gemeenten en maatschappelijke organisaties. Het WHP is gebaseerd op de Wet op de waterhuishouding (Wwh). Volgens deze wet worden in het WHP de hoofdlijnen vastgelegd van het in de provincie te voeren beleid ten aanzien van de waterhuishouding. Bij het opstellen van het WHP is rekening gehouden met het nationale beleid, zoals vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4) uit 1998. Waterschappen dienen bij het opstellen van hun waterbeheersplan, keur en peilbesluiten rekening te houden met het WHP. Waterbeheersplan, keur en peilbesluiten worden door gedeputeerde staten getoetst aan het WHP. Het WHP vormt ook het formele toetsingkader voor de gemeentelijke rioleringsplannen. De functiekaart in dit plan is de basis voor het ontheffingenbeleid ten aanzien van de gemeentelijke zorgplicht voor riolering. Op al deze manieren wordt gegarandeerd dat het beleid uit WHP doorwerkt in het operationele waterbeheer. Via de watertoets zal het provinciale waterbeleid zijn plaats vinden in ruimtelijke plannen.

Voor de Utrechtse Heuvelrug geldt als speerpunt voor verbetering van de waterhuishouding "afkoppelen en herstel infiltratie".

Handboek Watertoets De Stichtse Rijnlanden
Bij ingrijpende plannen (vanuit het water gezien) wordt de initiatiefnemer geacht het waterschap vanaf het begin van het planproces te betrekken. Voor minder ingrijpende projecten voldoet vaak een zogenoemd wateradvies van het waterschap (dus geen vooroverleg, afsprakendocument e.d.). Het waterschap kan alleen een gedegen wateradvies geven, indien zij voldoende informatie heeft. Aan de hand van een "checklist watertoets" kan de initiatiefnemer globaal bepalen of zijn plan de waterhuishouding raakt.

Aangezien onderhavige ontwikkeling betrekking heeft op een plan met een gepland verhard oppervlak groter dan 250 m2, betekent dit dat het plan volgens de checklist mogelijk een waterbelang raakt.