direct naar inhoud van 9.3 Regels
Plan: De Beaufortweg 46 te Doorn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpDOObeaufortweg46-va01

9.3 Regels

In het bestemmingsplan komen drie bestemmingen voor, te weten: "Groen" (artikel 3), "Verkeer" (artikel 4) en "Wonen" (artikel 5).

Groen
De bestemming "Groen" omvat het voorste deel van het terrein rond het appartemen-tengebouw. Op deze wijze is de vrijstaande ligging van het appartementengebouw gewaarborgd. In deze bestemming kunnen de benodigde infiltratievoorzieningen en fietsparkeerplaatsen worden gerealiseerd.

Verkeer
De bestemming "Verkeer" maakt de aanleg van de ontsluitingswegen en parkeerplaatsen mogelijk, voor zover deze binnen het plangebied zijn gesitueerd. Het aantal openbare parkeerplaatsen is binnen het plangebied vastgelegd.

Wonen - 4 Rijwoningen en Wonen 5 Gestapelde woningen
Voor zover het betreffende bouwplan daarmee in overeenstemming is, zijn de bestemmingsregels van het recente bestemmingsplan Doorn Noord toegepast. Binnen deze bestemmingen dienen de hoofdgebouwen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. De bouwhoogte bedraagt maximaal 9,5 meter voor zowel de appartementen als voor de grondgebonden woningen. Het aantal wooneenheden dat maximaal mag worden gerealiseerd is in beide bestemmingen aangegeven.

Er is een regeling voor aan huis gebonden beroepen en bedrijven opgenomen binnen de bestemming Wonen - 4 Rijwoningen.

Waarde – Archeologie 5 Laag
Op de beleidskaart van de gemeente Utrechtse Heuvelrug staat het huidige plangebied aangegeven als een terrein van lage archeologische verwachting. Het volledige plangebied krijgt daarom de dubbelbestemming "Waarde – Archeologie 5 Laag". In de regels is (gekoppeld aan de dubbelbestemming) een regeling opgenomen, betreffende de wijze van omgaan met de aanwezige dan wel verwachte archeologische waarden bij bodemingrepen. Deze regeling komt neer op het volgende:

Voor bepaalde soorten werken (geen bouwwerken) geldt de vereiste van een omgevingsvergunning (artikel 3.3 Wro, voorheen aanlegvergunning). Dit betreft met name het uitvoeren van graafwerkzaamheden en het roeren en omwoelen van de grond dieper dan 30 cm. Voor dergelijke werken geldt voor gebieden met een lage archeologische verwachting een oppervlakte-ondergrens van 100.000 m2. Voor werken en werkzaamheden die kunnen worden aangemerkt als 'normaal beheer en behoud' is geen omgevingsvergunning nodig. De omgevingsvergunning kan pas worden verkregen, indien de archeologische waarden van de betreffende gronden niet worden aangetast. De aanvrager van de omgevingsvergunning dient een rapport (archeologisch vooronderzoek) te overleggen waarin dit naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.