direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen
Plan: Overberg, Eindseweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpAMReindseweg-va01

Artikel 7 Wonen

7.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. de uitoefening van beroep en/of bedrijf aan huis;

met daarbij behorende:

  • c. voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende gebouwen en, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en bijbehorende voorzieningen zoals tuinen en erven, wegen en paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen.

7.2 bouwregels
7.2.1 bouwen van hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. mogen uitsluitend in de categorieën aaneengebouwd, twee-aaneen en vrijstaand worden gebouwd;
  • c. in afwijking van het gestelde in lid b mogen ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' uitsluitend gestapelde woningen worden gebouwd;
  • d. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • e. het aantal woningen bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.
7.2.2 bouwen van aan- uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen

Voor het bouwen van aan- uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de afstand tot vrijstaande bijgebouwen en/of vrijstaande overkappingen moet minimaal 1 meter zijn;
  • c. minimaal 3 m achter (het denkbeeldige verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • d. de diepte van aan- en uitbouwen bij twee-aaneen en aaneengebouwde woningen mag niet meer bedragen dan 2,5 meter, gemeten achter de basisachtergevel;
  • e. de diepte van aan- en uitbouwen bij vrijstaande woningen mag niet meer bedragen dan 4 meter, gemeten achter de oorspronkelijk bij de oprichting gebouwde achtergevel;
  • f. de bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • g. ter plaatse van de aanduiding “gestapeld” zijn uitsluitend vrijstaande bijgebouwen en overkappingen toegestaan, waarvan de gezamenlijke maximale oppervlakte 20 m2 mag bedragen;
  • h. Voor het bouwen van uitbouwen in de vorm van erkers aan hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. in afwijking van lid b mag ook vóór de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd en op zijgevels, welke zicht hebben op of gelegen zijn aan de zijde van een openbare weg of openbaar groen;
    • 2. gemeten vanuit de gevel waaraan uitgebouwd wordt, mag de erker maximaal 1,5 m worden uitgebouwd;
    • 3. de afstand vanaf de bouwperceelsgrens tot aan de te bouwen erker is minimaal 2,5 m;
    • 4. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m, dan wel 0,25 m boven de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 5. de breedte bedraagt maximaal 2/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw waaraan uitgebouwd wordt;
    • 6. de afstand van de zijkant van de erker tot beide zijgevels/zijkanten van de gevel waaraan uitgebouwd wordt bedraagt minimaal 1 m.
7.2.3 bouwen van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen

Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. dienen achter (het denkbeeldig verlengde van) de basis achtergevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • c. mogen tot in de zijdelingse bouwperceelgrens worden gebouwd;
  • d. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen bedraagt respectievelijk maximaal 3 m en 4,25 m;
  • e. dakkapellen zijn op vrijstaande bijgebouwen niet toegestaan;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen en -overkappingen, buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 15% van het bouwperceel bedragen met een maximum van 50 m2;
  • g. ter plaatse van de aanduiding “gestapeld” zijn uitsluitend vrijstaande bijgebouwen toegestaan.
7.2.4 bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (niet zijnde overkappingen)

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:

Bouwwerk, geen gebouwen zijnde   Maximale bouwhoogte  
erf- en terreinafscheidingen die worden geplaatst tot 1 m achter (het denkbeeldige verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   1 m  
erf- en terreinafscheidingen die worden geplaatst ten minste 1 m achter (het denkbeeldige verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (niet zijnde overkappingen)   3 m  
7.2.5 bouwen

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.2 geldt, dat een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken slechts wordt verleend indien vaststaat dat de mitigerende maatregelen zoals vermeld in van deze regels deel uitmakende bijlage “Mitigerende maatregelen, uitsnede uit Activiteitenplan bij Ontheffingsaanvraag, gedateerd 4 juli 2011” , zijn of nagenoeg zijn gerealiseerd.

7.3 afwijken van de bouwregels
7.3.1 bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (niet zijnde overkappingen)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 7.2.2 onder b voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping tot maximaal 1,5 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw.
7.3.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
7.3.3

In afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.2 onder h zijn erkers niet toegestaan bij hoofdgebouwen van gestapelde woningen.

7.4 specifieke gebruiksregels
7.4.1 uitoefening van een beroep en/of bedrijf aan huis

Het uitoefenen van een beroep en bedrijf aan huis is in overeenstemming met de woonfunctie, indien wordt voldaan aan de volgende regels:

  • 1. ter plaatse van de aanduiding “gestapeld” is uitoefening van beroep en/of bedrijf aan huis niet toegestaan;
  • 2. het vloeroppervlak van de ruimten voor beroep en bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van het totale vloeroppervlak van het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 50 m2;
  • 3. alleen activiteiten worden uitgevoerd waarvoor geen vergunning ingevolge de Wet Milieubeheer noodzakelijk is en die genoemd worden in categorie 1 (niet zijnde risicovolle bedrijven) uit de bij deze regels behorende bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', of die activiteiten die in zijn geheel niet meldingsplichtig zijn;
  • 4. er ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroep en/of bedrijf voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • 5. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door de bewoners worden uitgeoefend;
  • 6. geen personeel werkzaam is, met uitzondering van huis- en tandartspraktijken en vergelijkbare medische beroepen, waarbij maximaal één persoon fulltime of parttime in dienst mag zijn, ter assistentie of ondersteuning;
  • 7. het uitoefenen ervan geen nadelige invloed mag hebben op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • 8. geen horeca- en/of detailhandels activiteiten worden uitgeoefend, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van het betrokken beroep aan huis;
  • 9. buitenopslag ten behoeve van de activiteit niet is toegestaan.