De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat overheden bij het vaststellen van bestemmingsplannen moeten aantonen dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening (Wro artikel 3.1 lid 1). Onderdeel hiervan is het zorgen voor een goede milieuzonering: de overheid dient er op toe te zien dat er voldoende afstand in acht wordt genomen tussen enerzijds functies die hinder of gevaar veroorzaken (bijvoorbeeld bedrijven), en anderzijds functies die daar last van hebben (bijvoorbeeld woningen). Die afstand moet ook weer niet onnodig groot zijn, omwille van een efficiënt ruimtegebruik.
Indien nieuwe milieugevoelige bestemmingen, zoals woningen of scholen, mogelijk worden gemaakt in de nabijheid van bestaande bedrijven dan dient de geluidsruimte die het bedrijf heeft op basis van een algemene maatregel van bestuur (AMvB), of zoals vastgelegd in de omgevingsvergunning, te worden gerespecteerd. Bij het toestaan van nieuwe bedrijven of andere functies dient rekening gehouden te worden met de milieuruimte die in de toekomst nodig is. Hierbij kunnen de richtlijnen in de VNG-handreiking 'Bedrijven en milieuzonering' editie 2009 gehanteerd worden om de afstand te bepalen tussen woningen en de verschillende bedrijfscategorieën. De handreiking beveelt per standaard bedrijfstype een afstand aan tot woningen of andere 'kwetsbare' functies. De afstand hangt onder meer af van de aard van de omgeving: een rustige woonwijk verdient een hoger beschermingsniveau dan een gebied waar al enige hinder is van bedrijven of infrastructuur (gemengd gebied).
Het belang van milieuzonering wordt steeds groter aangezien functiemenging steeds vaker voorkomt. Hierbij is het motto: 'scheiden waar het moet, mengen waar het kan'. Het scheiden van milieubelastende en milieugevoelige bestemmingen dient twee doelen:
- het reeds in het ruimtelijk spoor voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij gevoelige bestemmingen;
- het bieden van voldoende zekerheid aan de milieubelastende activiteiten (bijvoorbeeld bedrijven) zodat zij de activiteiten duurzaam, en binnen aanvaardbare voorwaarden, kunnen uitoefenen.
Planspecifiek
Wonen wordt in het kader van bedrijven en milieuzonering gezien als een gevoelige functie. De beoogde appartementen worden mogelijk gemaakt boven een gezondheidscentrum. Tevens zijn er in de omgeving verschillende bedrijven met een milieucategorie aanwezig. Er dient beschouwd te worden of de aanwezigheid van milieubelastende functies een belemmering vormt voor de realisatie van de woningen. De inpandige zonering en de zonering van omliggende bedrijven worden navolgend behandeld.
Inpandige zonering
Het voornemen bestaat in de onderste bouwlagen een gezondheidscentrum te realiseren. Hierin kan ruimte geboden worden aan huisartsen, fysiotherapeuten, psychologen of anderszins aan gezondheid verwante maatschappelijke voorzieningen. Vanwege de diversiteit aan bestemmingen rond het plangebied kan het plangebied en de omgeving worden getypeerd als 'gemengd gebied'. Zoals in de VNG publicatie (editie 2009) staat vermeld, kan bij het type gemengd gebied de richtafstand met één afstandsstap worden verlaagd.
Functies die onderdeel zijn van een gezondheidscentrum vallen onder milieucategorie 1. In gemengd gebied hoort hierbij een richtafstand van 0 m. Daarmee bevinden de woningen zich niet binnen de richtafstand van het gezondheidscentrum, waardoor er sprake is van een passende situatie en een goede ruimtelijke ordening.
Omliggende bedrijven
Niet alleen genieten de woningen bescherming ten opzichte van de inpandige bedrijven, maar ook ten opzichte van omliggende bedrijven. Ten zuiden van het plangebied is de bestemming 'Centrum' aanwezig. Aangezien binnen deze bestemming verschillende functies zijn toegestaan kan de omgeving van het plangebied aangewezen worden als gemengd gebied. In gemengd gebied kan de richtafstand met één afstandsstap worden teruggebracht.
Binnen de bestemming 'Centrum' zijn grotendeels functies die behoren tot milieucategorie 1 of 2 toegestaan, waar een richtafstand van ten hoogste 10 m bij hoort. Het plangebied bevindt zich buiten deze richtafstand. Echter is ten zuiden van het plangebied middels de functieaanduiding 'brandweerkazerne' ook een brandweerkazerne toegestaan. Hierbij wordt niet voldaan aan de richtafstand. De functies in de omgeving zijn in navolgende tabel nader in beeld gebracht.
Adres | functie | max. milieucategorie | richtafstand gemengd gebied | afstand | voldoende |
Scherpenzeelseweg 12 bp | begraafplaats | 1 | 0 m | 6 m | ja |
Schermlaan 37 | brandweerkazerne | 3.1 | 30 m | 18 m | nee |
Kerkplein 8 | restaurant | 1 | 0 | 31 m | ja |
Kerkplein 10 | kunstgalerie | 1 | 0 | 19 m | ja |
Rijksstraatweg 62 - 80 | horeca en detailhandel | 1 | 0 | 45 m | ja |
Zoals blijkt uit de tabel wordt voor het grootste deel van de omliggende bedrijven aan de richtafstand voldaan. Echter wordt hier niet aan voldaan bij de brandweerkazerne. Dit dient beschouwd te worden.
- Brandweerkazerne vrijwillige brandweer
De beoogde woningen bevinden zich binnen de richtafstand van de brandweerkazerne. Bij een brandweerkazerne is het aspect geluid maatgevend. Er dient aangetoond te worden dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. In dit kader is een akoestisch onderzoek industrielawaai naar de brandweerkazerne (Adviesburo VanderBoom, 22-099, d.d. 9 maart 2023, zie
bijlagen bijlage 3) uitgevoerd. Navolgend zijn de conclusies van dit onderzoek beschreven.
Op voorhand dient vermeld te worden dat er onderzoek gedaan is naar afwijkende bedrijfssituaties van de brandweer, waarbij gedacht kan worden aan oefeningen van de brandweer. De Omgevingsdienst regio Utrecht heeft hiervan aangegeven geen melding Acitiviteitenbesluit te hebben. Daarom is contact opgenomen met de Veiligheidsregio Utrecht. Die hebben aangegeven dat er geen akoestisch relevante regelmatige of incidentele afwijkingen van de respresentatieve bedrijfssituatie plaatsvinden. Bovendien zijn er geen akoestisch relevante installaties bij de kazerne aanwezig.
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT ten gevolge van alle activiteiten bij de brandweerkazerne bedraagt in de immissiepunten 1-3 bij de nieuwe woningen hooguit 33 dB(A) overdag, 37 dB(A) in de avond en 34 dB(A) in de nacht. Daarmee worden de richtwaarden niet overschreden. Ook kan ruimschoots worden voldaan aan de eisen uit het Activiteitenbesluit en wordt de inrichting dus niet belemmerd in haar bedrijfsvoering.
De maximale geluidniveaus LAmax ten gevolge van de uitruk van brandweerauto’s bedragen in de immissiepunten bij de woningen hooguit 108 dB(A) overdag en in de avond, en 98 dB(A) in de nacht. Daarmee worden de richtwaarden, vooral op de zuidelijke gevel, fors overschreden. Aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit kan worden voldaan aangezien maximale geluidniveaus ten gevolge van het uitrukken van brandweerauto’s bij toetsing buiten beschouwing worden gelaten en de piekniveaus ten gevolge van de overige bronnen ruimschoots onder de grenswaarden liggen.
De richtwaarden voor de maximale geluidniveaus worden bij de woningen overschreden, met hooguit 43 dB(A) in de dag, avond en nacht. Voor de piekniveaus kan wellicht worden aangesloten bij het Activiteitenbesluit, waarin piekniveaus ten gevolge van het uitrukken van hulpvoertuigen zijn uitgezonderd van toetsing aan de grenswaarden. Gezien de beperkte bewegingen van de brandweerwagens (2 x per week) is de hinder zeer beperkt en zal dus in de praktijk een goed woon- en leefklimaat heersen. De inrichting wordt niet beperkt aan haar bedrijfsvoering; aan de eisen uit het Activiteitenbesluit kan immers worden voldaan.
Het is praktisch niet mogelijk om een goed binnenniveau te creëren m.b.t. de maximale geluidniveaus t.g.v. de sirenes. Om aan een avondeis (uit het Activiteitenbesluit) van 50 dB(A) te voldoen (LAmax) is een geluidwering van de gevels vereist van 108 – 55 = 53 dB(A) hetgeen bouwkundig niet mogelijk is (bij woningen). Desalniettemin wordt er met goede geluidwerende constructies (geluidgedempte of mechanische ventilatie, goede beglazing en kierdichting) een significante reductie bereikt. Uitgaande van een goede geluidwering van de nieuwe woningen zal dan sprake zijn van een goed woon- en leefklimaat.
De 50-dB(A)-contour ten gevolge van verkeer van en naar de inrichting ligt op minder dan 2 m van de wegas. De geluidbelasting op de woningen langs de weg – binnen de invloedssfeer van het bedrijf - ligt onder de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Gezien de bouwkundige staat van de woningen kan worden uitgegaan van een geluidwering van de gevels van minimaal 20 dB(A), waarmee de binnenniveaus van de woningen aan de wettelijke eis van 35 dB(A) kunnen voldoen.
Conclusie
Er kan geconcludeerd worden dat bedrijven en milieuzonering geen belemmeringen vormen voor de uitvoerbaarheid van het plan.