De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) is op 4 februari 2013 vastgesteld door Provinciale Staten van de provincie Utrecht. De herijking van de PRS is op 12 december 2016 vastgesteld. In de PRS beschrijft de provincie Utrecht haar ruimtelijk beleid voor de periode tot 2028. De provincie Utrecht geeft aan welke doelstellingen zij van provinciaal belang achten, welk beleid bij deze doelstellingen hoort en hoe zij uitvoering geven aan dit beleid. Deels wordt uitvoering gegeven aan het beleid via de Provinciale Ruimtelijke Verordening welke tegelijk met de PRS is opgesteld.
In de herijkte Provinciale ruimtelijke structuurvisie zijn de volgende provinciale belangen vastgelegd.
Duurzame leefomgeving
- Behouden en bevorderen van een robuust en duurzaam bodem- en watersysteem en een waterveilige provincie;
- Voldoende ruimte bieden voor realisatie van duurzame energiebronnen;
- Anticiperen op de ruimtelijke lange termijn gevolgen van klimaatverandering;
- Beschermen en realiseren van een gezonde en veilige leefomgeving waarin ook stilte beleefd kan worden.
Beschermen kwaliteiten
- Behouden van de kwaliteit van de cultuurhistorische structuur en streven naar een betere beleefbaarheid ervan;
- Behouden van de kernkwaliteiten van het landschap en behouden van aardkundige waarden en streven naar een betere beleefbaarheid ervan;
- Beschermen en ontwikkelen van soorten en van een robuust netwerk van natuur.
Vitale steden en dorpen
- Bevorderen van binnenstedelijke ontwikkeling;
- Voldoende ruimte bieden voor het realiseren van een op de behoefte aansluitend aanbod van woningen en woonvoorzieningen;
- Voldoende ruimte bieden voor het functioneren en versterken van een vitale en innovatieve regionale economie;
- Voldoende ruimte bieden voor behoud en versterking van een goede retailstructuur;
- Zorgdragen voor en voldoende ruimte bieden voor een goede bereikbaarheid voor woon-, werk- en vrijetijdslocaties.
Dynamisch landelijk gebied
- Uitnodigende zones die stad en land verbinden en bijdragen aan kwaliteit van het binnenstedelijk leefmilieu;
- Zodanige condities scheppen dat de vitale regionale economie in het landelijk gebied zich kan ontwikkelen;
- Zodanige condities scheppen dat een goede recreatieve structuur wordt behouden en versterkt.
Natuur
De Provincie wil het NNN (Natuurnetwerk Nederland) behouden en verder ontwikkelen. Daarom worden deze gebieden beschermt en wil de Provincie tot 2021 1.506 hectare nieuwe natuurgebieden realiseren. Zij zorgen er voor dat zich geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die een significant negatief effect hebben op de wezenlijke waarden en kenmerken van het NNN binnen de provincie. Dit wordt gedaan via het beschermingsregime 'nee, tenzij'. Als er sprake is van significante aantasting, dan mag de voorgenomen ontwikkeling niet doorgaan, tenzij deze voldoet aan enkele randvoorwaarden.
Om te komen tot zowel een ontwikkelingsgerichte omgang met het NNN, als tot een betere ruimtelijke bescherming, benoemd de gemeente een aantal instrumenten. Onder voorwaarden worden ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt, waarbij het functioneren van het NNN niet wordt aangetast of zelfs wordt verbeterd. De volgende instrumenten zijn beschikbaar:
- uitbreiding van geringe omvang bij bestaande functies. Kleinschalige ontwikkelingen in het NNN zijn mogelijk mits ze aansluiten aan een bestaande andere functie èn ze op al verstoord terrein plaats vinden;
- plussen en minnen. Het negatieve effect van een ontwikkeling kan met voor natuur positieve ingrepen worden opgeheven zodat er geen sprake is van een significante aantasting van het NNN;
- herbegrenzing van het NNN. Bij kleinschalige ontwikkelingen kan het instrument herbegrenzing worden ingezet, mits dit leidt tot een gelijkwaardige of betere kwaliteit van het NNN en de oppervlakte van het NNN niet vermindert;
- saldobenadering. Toe te passen bij een combinatie van ontwikkelingen die in een gezamenlijk ruimtelijk plan worden opgepakt en die per saldo een meerwaarde voor natuur opleveren
Planspecifiek
Duurzame leefomgeving
Stiltegebied
Uit de kaart 'Duurzame leefomgeving' blijkt dat het plangebied is voorzien van de aanduiding 'stiltegebied'. In deze gebieden mag een ruimtelijk plan geen bestemmingen en regels bevatten die de geluidsbelasting vanwege niet-gebiedseigen geluid significant negatief kan beïnvloeden. Negatieve beïnvloeding van de geluidsbelasting kan zich voor doen bij toevoeging van nevenfuncties bij agrarische bedrijven, functiewijziging van beëindigende agrarische bedrijven en bij ontwikkelingen ter plaatse van bestaande niet-agrarische bedrijven. Voorkomen moet worden dat hierdoor een toename plaatsvindt van de geluidsbelasting in het stiltegebied, anders dan ten gevolge van de gebiedseigen geluiden. Bestaande functies (ook de stilteverstorende functies) binnen het stiltegebied kunnen blijven bestaan. Binnen het stiltegebied blijven ontwikkelingen die bij het gebied horen, zoals agrarische activiteiten en stille vormen van recreatie mogelijk. Het beleid is erop gericht dat mensen en dieren stilte kunnen ervaren. Het instellen van stiltegebieden is hierbij een belangrijk hulpmiddel. Aangezien het plangebied slechts wordt gebruikt voor bewoning, met eventueel beroep aan huis, is er geen sprake van strijdigheid met dit artikel uit de verordening. Bovendien is in de regels verankerd dat bij het gebruik van de gronden in het plangebied een richtwaarde gemeten op 50 m afstand niet wordt overschreden.
Beschermingszone drinkwaterwinning
In de structuurvisie is het plangebied aangeduid als beschermingszonedrinkwaterwinning ten behoeve van een duurzame drinkwatervoorziening. Hiervoor geldt artikel 4 van Provinciale Milieu Verordening 2013 waarin de bijzondere zorgplicht grondwater wordt benoemd. In dit gebied dient aandacht besteed te worden aan het feit of nieuwe functies een verontreinigingsrisico vormen voor het grond- en oppervlaktewater. Binnen deze gronden mogen bovendien geen bodemingrepen plaatsvinden van dieper dan 3 m. Onderhavig plan betreft een woonfunctie wat geen verontreinigingsrisico met zich mee brengt, daarnaast zijn er geen bodemingrepen van dieper dan 3m voorzien.
Beschermen kwaliteiten
Landschap Rivierengebied
Het plangebied is gelegen in het Landschap Rivierengebied. Voor dit landschap wil de provincie de volgende kernkwaliteiten behouden en versterken:
- schaalcontrast van zeer open naar besloten;
- samenhangend stelsel van rivier - uiterwaard - oeverwal - kom;
- samenhangend stelsel van hoge stuwwal - flank - kwelzone - oeverwal – rivier;
- de Kromme Rijn als vesting en vestiging.
Deze kernkwaliteiten hebben in de verschillende deelgebieden van Rivierengebied verschillende accenten. Uit de kwaliteitsgids blijkt dat het plangebied onderdeel uitmaakt van het deelgebied 'Langbroek'. De ruimtelijke essenties van dit deelgebied zijn uitgewerkt in verschillende thema’s en ambities:
- Behoud van het karakteristieke profiel van de Langbroekerwetering
- Behoud van de karakteristieke copeverkaveling met de kleinschalige afwisseling van open smalle, langgerekte ruimten en opstrekkende boskavels, grienden, houtsingels en lanen
- Meer routes voor verschillende soorten verkeer/gebruikers dwars door Langbroek, aansluitend op de Kromme Rijn en de stuwwal, zodat de dwarsdoorsnede door de verschillende deelgebieden beter te beleven wordt
Omdat er slechts 1 nieuwe woning wordt opgericht, een bestaande bedrijfswoning wordt omgezet naar een burgerwoning en een veelheid aan agrarische bebouwing wordt gesloopt, er binnen de randen van het bestaande perceel (oud agrarisch bedrijf) wordt gebleven en de bestaande groene omkadering van het plangebied gehandhaafd blijft, is echter geen van de thema's van belang voor het plangebied. Er worden geen kernkwaliteiten aangetast. Voorts worden de landschaps- en natuurwaarden van het landschap geborgd door het opnemen van de bestemming 'Natuur' en de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - open landschap'
Archeologie
Daarnaast heeft het plangebied de aanduiding 'CHS - Archeologie'. Het provinciale beleid richt zich op het bevorderen van duurzaam behoud en beheer van de archeologische resten in de bodem ('in situ'). De provincie werkt dit beleid uit, bij voorkeur in de Structuurvisie voor de Ondergrond die zij overweegt op te stellen. Hierin zal de provincie aangeven welk beschermingsregime geldt voor welke gebieden. Als ruimtelijke ingrepen onvermijdelijk zijn vraagt de provincie aandacht voor het op goede wijze uitvoeren van archeologisch onderzoek. Ten slotte richt de provincie zich op het versterken van de zichtbaarheid en de beleefbaarheid van archeologisch erfgoed, ook als inspiratiebron voor ruimtelijke ontwikkeling. Dit aspect wordt nader toegelicht in
toelichting paragraaf 4.6.
Dynamisch landelijk gebied
Landbouwgebied
In de landbouwgebieden biedt de provincie agrariërs ruimte voor verbreding en innovatie (waaronder ook productie van duurzame energie), met name om activiteiten die in belang zijn van de landbouw zelf en van haar functie voor het omringende gebied. Andere agrarische ondernemers mogen geen hinder ondervinden van de verbredingstak. Nevenactiviteiten moeten ondergeschikt blijven aan de agrarische hoofdfunctie en plaatsvinden binnen het bestaande bouwperceel. Het initiatief omvat het omzetten van een voormalig agrarisch bedrijf naar een landgoed met een woonfunctie waarbij agrarische opstallen worden verwijderd en één woning wordt toegevoegd. De ontwikkeling vindt geheel binnen het bouwperceel plaats en zorgt in geen geval voor hinder voor omliggende bedrijven.
Landbouwstabiliseringsgebied
Het landbouwstabiliseringsgebied is aangewezen om de functie natuur of wonen te beschermen tegen de invloeden van de niet-grondgebonden veehouderij. Uitbreiding en nieuwvestiging van niet-grondgebonden veehouderij is hier niet mogelijk. De ontwikkeling betreft het omzetten van een agrarisch bedrijf naar een landgoed waar wonen de hoofdfunctie betreft. Dit is niet in strijd met de voorwaarden van het landbouwstabiliseringsgebied.
Gezien het plangebied is gelegen in het buitengebied van Doorn is het thema 'Vitale steden en dorpen' niet van toepassing op voorliggend initiatief.
Op basis van bovengenoemde aspecten sluit het plan aan bij de uitgangspunten van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie.
Natuur