direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied Teylingen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.TEY01015-0402

Toelichting

Hoofdstuk 1 Tussenuitspraak Raad van State en gewijzigde vaststelling

Op 29 juni 2016 (ABRvS 29 juni 2016, zaaknr. 201504877/1) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak onderscheidelijk tussenuitspraak gedaan over het bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen'. Met de uitspraak onderscheidelijk tussenuitspraak zijn:

  • plandelen vernietigd (de bestemmingen 'Recreatie – Verblijfsrecreatie – kampeerterrein 1' en 'Recreatie – Verblijfsrecreatie – kampeerterrein 2' aan het einde van de Boekhorsterweg) en is de gemeente gelast om binnen een jaar na de verzending van deze uitspraak en met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit tot vaststelling van een plan voor deze planonderdelen te nemen;
  • plandelen voorlopig geschorst (voorlopige voorziening) om te voorkomen dat in strijd met de provinciale verordening bouwmogelijkheden worden geboden aan reële agrarsiche bedrijven en de gemeente gelast om binnen 26 weken na de verzending van deze tussenuitspraak met het bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' te herstellen.

Met deze gewijzigde vaststelling wordt het bestemmingsplan voor wat betreft de bouwmogelijkheden voor reële agrarisch bedrijven hersteld zoals met de tussenuitspraak beoogd. De vaststelling van een nieuw plan voor de verblijfsrecreatieve bestemmingen zal op een later tijdstip plaatsvinden. In dit hoofdstuk wordt allereerst - voor zover relevant - de tussenuitspraak kort besproken en de voorlopige voorziening kort geduid. Daarna wordt toegelicht op welke wijze het bestemmingsplan met de gewijzigde vaststelling wordt hersteld.

1.1 Tussenuitspraak reële agrarische bedrijven

De Afdeling oordeelt dat niet kan worden uitgesloten dat in strijd met de provinciale verordening in het plan 'Buitengebied Teylingen' bouwmogelijkheden worden toegekend aan reële agrarische bedrijven. Binnen de bouwvlakken kan sprake zijn van onbenutte bouwmogelijkheden, die - in strijd met de verordening - aangewend kunnen worden door reële agrarische bedrijven. Verder zijn in het plan wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden toegekend op basis waarvan strijdigheid met artikel 3.2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de verordening zou kunnen ontstaan.


De Afdeling ziet aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Deze voorlopige voorziening, die is opgenomen in het dictum van de uitspraak luidt als volgt:

'VIII. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Teylingen van 30 april 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Teylingen", voor zover het betreft de plandelen, voor zover deze in strijd met artikel 2.3.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Verordening nieuwe agrarische bebouwing toestaan voor reëel agrarische bedrijven, tot het moment waarop de Afdeling einduitspraak doet.'


Bij deze voorlopige voorziening zijn vijf aspecten van belang:

  • schorsen:

bij een schorsing wordt de werking van de rechtsgevolgen van het geschorste deel van het besluit opgeschort hetgeen betekent dat momenteel geen omgevingsvergunningen voor bouwen voor reële agrarische bedrijven kunnen worden verleend;

  • nieuwe agrarische bebouwing toestaan:

dit betekent dat het gebruik van de gronden binnen de agrarische bestemming voor reële agrarische bedrijven niet is geschorst en is toegestaan; de voorlopige voorziening van de Afdeling heeft uitsluitend betrekking op het nieuwbouw in relatie tot reële agrarische bedrijven;

  • agrarische bebouwing:

op basis van de begripsbepalingen uit de Verordening moet onder 'bebouwing' worden verstaan: 'één of meerdere gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde', hetgeen, in combinatie met de definitie voor agrarisch bedrijf, ertoe leidt dat onder agrarische bebouwing zowel bedrijfsbebouwing, bedrijfswoning als bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moet worden verstaan;

  • nieuwe bebouwing:

in de Verordening is sprake van een verbod op nieuwe bebouwing; gelet op de bedoelingen van de Verordening (geen bouwmogelijkheden voor niet-volwaardige bedrijven) moet aangenomen worden dat hiermee zowel geheel nieuwe bebouwing wordt bedoeld als de uitbreidingen van bestaande bebouwing;

  • rechtstreeks bouwrecht, afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden:

het bepaalde in artikel 2.3.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Verordening luidt als volgt: 'nieuwe agrarische bebouwing is alleen mogelijk als deze noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijven'; op basis van artikel 1.2, lid 3, van de Verordening worden niet benutte bouwmogelijkheden niet tot bestaande bouwmogelijkheden gerekend; dit betekent dat zowel bij rechtsreeks bouwrecht als bij toepassing van de verschillende afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden sprake kan zijn van strijdigheid met artikel 2.3.1, lid 1, aanhef en onder b, van de Verordening, voor zover deze bevoegdheden worden gebruikt voor reële agrarische bedrijven.


1.2 Reparatie: gewijzigde vaststelling van het plan

De gewijzigde vaststelling van het plan heeft uitsluitend betrekking op een wijziging van de regels. Deze aanpassingen van de regels zijn in geel gemarkeerd. De toelichting, de bijlagen bij de toelichting, de bijlagen bij de regels en de verbeelding van het moederplan 'Buitengebied Teylingen' (NL.IMRO.1525.TEY01015-0401) en de '1e Partiële herziening Buitengebied Teylingen (NL.IMRO.1525.BP2016TEY01041.0401) blijven onverkort van toepassing met inachtname van vermelde in paragraaf 1.2.2. Dit herstelbesluit moet derhalve in samenhang met het moederplan en de 1e herziening worden gelezen en krijgt de imro code NL.IMRO.1525.TEY01015-0402.

1.2.1 Aanpassing van de regels

Begripsbepalingen en bestemmingsomschrijvingen

Aanpassing van de begripsbepalingen (1.10 agrarisch bedrijf en 1.96 reëel agrarisch bedrijf) en bestemmingsomschrijvingen van agrarische bestemmingen (artikel 3 tot en met 14) is niet nodig. Het gebruik van gronden ten behoeve van een (reëel of volwaardig) agrarisch bedrijf is niet in strijd met de Verordening. De definitie van 'volwaardig' komt niet helemaal overeen met de definitie uit de verordening en wordt om deze reden met de provinciale verordening in overeenstemming gebracht (1.119 volwaardig agrarisch bedrijf).

Ter verduidelijking is een begrip toegevoegd waaruit blijkt dat onder 'nieuwe bebouwing' zowel geheel nieuwe bebouwing wordt verstaan als de uitbreiding van bestaande bebouwing (artikel 1.79). Het betreft hier een verduidelijking van de regels zoals bedoeld in de Verordening.

Rechtstreekse bouwregels

In de agrarische artikelen is in de bouwregels onder sub a opgenomen dat 'uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming' gebouwd mag worden. In het bepaalde onder b van de bouwregels is een uitzondering opgenomen voor bebouwing die buiten heb bouwvlak gerealiseerd mag worden. Met de gewijzigde vaststelling wordt sub b aangevuld met een uitzondering op de bepaling dat ten dienste van de bestemming (zijnde reële en volwaardige bedrijven) mag worden gebouwd. Sub b van de bouwregels van de diverse agrarische artikelen wordt dan aangevuld met de bepaling dat ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf nieuwe bebouwing niet is toegestaan. Omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige.
Het betreft een aanpassing van de artikelen 3.2, 4.2, 5.2, 6.2, 7.2, 8.2, 9.2, 10.2, 11.2, 12.2, 13.2 en 14.2.

Afwijken van de bouwregels

In de diverse agrarische artikelen zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen om af te wijken van:

  • in de artikelen 3.3, 4.3.1, 5.3.1 en 6.3.1 voor uitbreiding van de oppervlakte bedrijfsbebouwing: de voorwaarde dat sprake moet zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf wordt toegevoegd aan het bepaalde onder c; het verplichte advies van een agrarisch deskundige heeft daarmee ook betrekking op de vraag of sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf;
  • in artikel 8.3 voor uitbreiding van de oppervlakte bedrijfsbebouwing en kassen; de voorwaarde dat sprake moet zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf wordt toegevoegd en het advies van een agrarisch deskundige wordt verplicht gesteld;
  • in artikel 11.3.1 en 14.3.1 ten behoeve van de verruiming van de maximale hoogtemaat voor silo's; de voorwaarde dat sprake moet zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf wordt toegevoegd; een verplicht advies van een agrarisch deskundige wordt niet noodzakelijk geacht.

Wijzigingsbevoegdheden

Het plan biedt de mogelijkheid om een wijzigingsbevoegdheid toe te passen voor:

  • in artikel 3.7.3, 6.6.4, 8.7.3 en 13.5.3: de vestiging of uitbreiding van glastuinbouwbedrijven: aan de regels wordt toegevoegd dat wijziging alleen is toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf en dat voor de beoordeling hiervan het advies van een agrarisch deskundige wordt ingewonnen;
  • in artikel 4.7.1, 5.7.1, 6.6.3, 7.6.4 en 14.7.4: de vergroting van bouwmogelijkheden of bouwvlakken: de voorwaarde dat wijziging uitsluitend wordt toegepast indien noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering wordt uitgebreid met de voorwaarde dat sprake moet zijn van een volwaardig bedrijf; het verplichte advies van een agrarisch deskundige zoals al opgenomen in de regels heeft daarmee ook betrekking op de vraag of sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf.

Algemene afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden

De algemene afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden zoals opgenomen in 74.4 en 75.1 kunnen worden toegepast om bebouwing die op grond van hoofdstuk 2 aanvaardbaar wordt geacht bij kleine afwijkingen alsnog toe te staan. Het gaat dan om:

  • overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
  • overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein.

De beide bepalingen bieden daarmee geen mogelijkheden om af te wijken van het uitgangspunt dat uitsluitend voor volwaardige agrarische bedrijven gebouwd mag worden en aanpassing van het plan is niet nodig.

1.2.2 Verbeelding

Het herstelbesluit waarmee het plan gewijzigd wordt vastgesteld heeft uitsluitend betrekking op de gronden waar het moederplan 'Buitengebied Teylingen' nog steeds van toepassing is. Sinds de vaststelling van 30 april 2015 zijn 5 postzegelbestemmingsplannen vastgesteld die geheel of gedeeltelijk binnen het plangebied van bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' waren gelegen. Het herstelbesluit heeft derhalve betrekking op het bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' met uitzondering van de gebieden waar de onderstaande plannen zijn vastgesteld:

  • Eikenhorstlaan 1 en 3, Voorhout (vastgesteld op 30 juni 2016);
  • Rijnsburgerweg 6, Voorhout (vastgesteld op 29 oktober 2016);
  • Rijnsburgerweg 8, Voorhout (vastgesteld op 17 december 2015);
  • Noordelijke Randweg, Voorhout (vastgesteld op 30 juni 2016);
  • Torenlaan 5, Voorhout (vastgesteld 15 december 2016).

Aan het herstelbesluit is gekoppeld de gebiedscontour waar het moederplan 'Buitengebied Teylingen' nog van toepassing is. De bestemmingslegging zoals opgenomen in het moederplan 'Buitengebied Teylingen' en de '1e Partiële herziening Buitengebied Teylingen' blijven onverkort van toepassing.