Plan: | Buitengebied Teylingen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1525.TEY01015-0402 |
Op 29 juni 2016 (ABRvS 29 juni 2016, zaaknr. 201504877/1) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak onderscheidelijk tussenuitspraak gedaan over het bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen'. Met de uitspraak onderscheidelijk tussenuitspraak zijn:
Met deze gewijzigde vaststelling wordt het bestemmingsplan voor wat betreft de bouwmogelijkheden voor reële agrarisch bedrijven hersteld zoals met de tussenuitspraak beoogd. De vaststelling van een nieuw plan voor de verblijfsrecreatieve bestemmingen zal op een later tijdstip plaatsvinden. In dit hoofdstuk wordt allereerst - voor zover relevant - de tussenuitspraak kort besproken en de voorlopige voorziening kort geduid. Daarna wordt toegelicht op welke wijze het bestemmingsplan met de gewijzigde vaststelling wordt hersteld.
De Afdeling oordeelt dat niet kan worden uitgesloten dat in strijd met de provinciale verordening in het plan 'Buitengebied Teylingen' bouwmogelijkheden worden toegekend aan reële agrarische bedrijven. Binnen de bouwvlakken kan sprake zijn van onbenutte bouwmogelijkheden, die - in strijd met de verordening - aangewend kunnen worden door reële agrarische bedrijven. Verder zijn in het plan wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden toegekend op basis waarvan strijdigheid met artikel 3.2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de verordening zou kunnen ontstaan.
De Afdeling ziet aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Deze voorlopige voorziening, die is opgenomen in het dictum van de uitspraak luidt als volgt:
'VIII. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Teylingen van 30 april 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Teylingen", voor zover het betreft de plandelen, voor zover deze in strijd met artikel 2.3.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Verordening nieuwe agrarische bebouwing toestaan voor reëel agrarische bedrijven, tot het moment waarop de Afdeling einduitspraak doet.'
Bij deze voorlopige voorziening zijn vijf aspecten van belang:
bij een schorsing wordt de werking van de rechtsgevolgen van het geschorste deel van het besluit opgeschort hetgeen betekent dat momenteel geen omgevingsvergunningen voor bouwen voor reële agrarische bedrijven kunnen worden verleend;
dit betekent dat het gebruik van de gronden binnen de agrarische bestemming voor reële agrarische bedrijven niet is geschorst en is toegestaan; de voorlopige voorziening van de Afdeling heeft uitsluitend betrekking op het nieuwbouw in relatie tot reële agrarische bedrijven;
op basis van de begripsbepalingen uit de Verordening moet onder 'bebouwing' worden verstaan: 'één of meerdere gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde', hetgeen, in combinatie met de definitie voor agrarisch bedrijf, ertoe leidt dat onder agrarische bebouwing zowel bedrijfsbebouwing, bedrijfswoning als bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moet worden verstaan;
in de Verordening is sprake van een verbod op nieuwe bebouwing; gelet op de bedoelingen van de Verordening (geen bouwmogelijkheden voor niet-volwaardige bedrijven) moet aangenomen worden dat hiermee zowel geheel nieuwe bebouwing wordt bedoeld als de uitbreidingen van bestaande bebouwing;
het bepaalde in artikel 2.3.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Verordening luidt als volgt: 'nieuwe agrarische bebouwing is alleen mogelijk als deze noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijven'; op basis van artikel 1.2, lid 3, van de Verordening worden niet benutte bouwmogelijkheden niet tot bestaande bouwmogelijkheden gerekend; dit betekent dat zowel bij rechtsreeks bouwrecht als bij toepassing van de verschillende afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden sprake kan zijn van strijdigheid met artikel 2.3.1, lid 1, aanhef en onder b, van de Verordening, voor zover deze bevoegdheden worden gebruikt voor reële agrarische bedrijven.
De gewijzigde vaststelling van het plan heeft uitsluitend betrekking op een wijziging van de regels. Deze aanpassingen van de regels zijn in geel gemarkeerd. De toelichting, de bijlagen bij de toelichting, de bijlagen bij de regels en de verbeelding van het moederplan 'Buitengebied Teylingen' (NL.IMRO.1525.TEY01015-0401) en de '1e Partiële herziening Buitengebied Teylingen (NL.IMRO.1525.BP2016TEY01041.0401) blijven onverkort van toepassing met inachtname van vermelde in paragraaf 1.2.2. Dit herstelbesluit moet derhalve in samenhang met het moederplan en de 1e herziening worden gelezen en krijgt de imro code NL.IMRO.1525.TEY01015-0402.
Begripsbepalingen en bestemmingsomschrijvingen
Aanpassing van de begripsbepalingen (1.10 agrarisch bedrijf en 1.96 reëel agrarisch bedrijf) en bestemmingsomschrijvingen van agrarische bestemmingen (artikel 3 tot en met 14) is niet nodig. Het gebruik van gronden ten behoeve van een (reëel of volwaardig) agrarisch bedrijf is niet in strijd met de Verordening. De definitie van 'volwaardig' komt niet helemaal overeen met de definitie uit de verordening en wordt om deze reden met de provinciale verordening in overeenstemming gebracht (1.119 volwaardig agrarisch bedrijf).
Ter verduidelijking is een begrip toegevoegd waaruit blijkt dat onder 'nieuwe bebouwing' zowel geheel nieuwe bebouwing wordt verstaan als de uitbreiding van bestaande bebouwing (artikel 1.79). Het betreft hier een verduidelijking van de regels zoals bedoeld in de Verordening.
Rechtstreekse bouwregels
In de agrarische artikelen is in de bouwregels onder sub a opgenomen dat 'uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming' gebouwd mag worden. In het bepaalde onder b van de bouwregels is een uitzondering opgenomen voor bebouwing die buiten heb bouwvlak gerealiseerd mag worden. Met de gewijzigde vaststelling wordt sub b aangevuld met een uitzondering op de bepaling dat ten dienste van de bestemming (zijnde reële en volwaardige bedrijven) mag worden gebouwd. Sub b van de bouwregels van de diverse agrarische artikelen wordt dan aangevuld met de bepaling dat ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf nieuwe bebouwing niet is toegestaan. Omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige.
Het betreft een aanpassing van de artikelen 3.2, 4.2, 5.2, 6.2, 7.2, 8.2, 9.2, 10.2, 11.2, 12.2, 13.2 en 14.2.
Afwijken van de bouwregels
In de diverse agrarische artikelen zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen om af te wijken van:
Wijzigingsbevoegdheden
Het plan biedt de mogelijkheid om een wijzigingsbevoegdheid toe te passen voor:
Algemene afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden
De algemene afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden zoals opgenomen in 74.4 en 75.1 kunnen worden toegepast om bebouwing die op grond van hoofdstuk 2 aanvaardbaar wordt geacht bij kleine afwijkingen alsnog toe te staan. Het gaat dan om:
De beide bepalingen bieden daarmee geen mogelijkheden om af te wijken van het uitgangspunt dat uitsluitend voor volwaardige agrarische bedrijven gebouwd mag worden en aanpassing van het plan is niet nodig.
Het herstelbesluit waarmee het plan gewijzigd wordt vastgesteld heeft uitsluitend betrekking op de gronden waar het moederplan 'Buitengebied Teylingen' nog steeds van toepassing is. Sinds de vaststelling van 30 april 2015 zijn 5 postzegelbestemmingsplannen vastgesteld die geheel of gedeeltelijk binnen het plangebied van bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' waren gelegen. Het herstelbesluit heeft derhalve betrekking op het bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' met uitzondering van de gebieden waar de onderstaande plannen zijn vastgesteld:
Aan het herstelbesluit is gekoppeld de gebiedscontour waar het moederplan 'Buitengebied Teylingen' nog van toepassing is. De bestemmingslegging zoals opgenomen in het moederplan 'Buitengebied Teylingen' en de '1e Partiële herziening Buitengebied Teylingen' blijven onverkort van toepassing.