direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Teylingen, NS-station Sassenheim
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2009TEY01001-0402

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Procedure

Ter voorbereiding op de inspraakprocedure zijn er in het voorjaar 2009 gesprekken gevoerd met omwonenden en is een inloopmiddag georganiseerd. Vervolgens heeft het voorontwerpbestemminsplan van 10 april 2009 tot en met 22 mei 2009 voor eenieder ter inzage gelegen op het gemeentehuis. Naar aanleiding van dit overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn 6 overlegreacties binnengekomen. Er zijn geen inspraakreacties ontvangen.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 18 juni 2009 tot 29 juli 2009 ter inzage gelegen in het gemeentehuis van Teylingen en is op de gemeentewebsite beschikbaar gesteld. Gedurende deze termijn van zes weken heeft eenieder zienswijzen over het ontwerpbestemmingsplan kunnen indienen.

Tijdens de terinzagetermijn van het ontwerpbestemmingsplan is gebleken dat de overlegreactie van de Regionale Brandweer Hollands-Midden abusievelijk niet is opgenomen. De reactie, de beantwoording en de aanpassingen zijn verwerkt in het bestemmingsplan voor vaststelling. Deze aanpassingen hebben betrekking op de verantwoording van het groepsrisico.

Na de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan beslist de gemeenteraad over de vaststelling van het bestemmingsplan. Naar aanleiding van de zienswijzen kan het ontwerpbestemmingsplan zijn aangepast. Tegen de vaststelling van het bestemmingsplan en een eventuele aanwijzing kan eventueel door belanghebbenden beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State.

6.2.2 Overlegreacties ex artikel 3.1.1 Bro

De volgende overlegreacties zijn binnengekomen:

  • 1. Milieudienst West-Holland;
  • 2. VROM-Inspectie;
  • 3. ProRail;
  • 4. Provincie Zuid-Holland, Directie Ruimte en Mobiliteit;
  • 5. Rijkswaterstaat Zuid-Holland;
  • 6. Hoogheemraadschap van Rijnland;
  • 7. Regionale Brandweer Hollands-Midden.

Hierna volgend zijn de overlegreacties in de rechterkolom samengevat en in de linkerkolom beantwoord.

1. Milieudienst West-Holland
De Milieudienst stemt in met het akoestische onderzoek.  

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.  
Luchtkwaliteit:
De Milieudienst kan instemmen met de verkeersbewegingen en intensiteiten.  

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.  
De berekeningen van de luchtkwaliteit zijn uitgevoerd met de verouderde versie CAR II versie 6.1.1. Verzoek om te rekenen met de CAR II versie 7.0.   Na controle blijkt dat de berekening destijds wel is uitgevoerd met versie 7.0, alleen de verwijzing naar CAR in de voetnoot was incorrect. De voetnoot is gewijzigd, de resultaten zijn onveranderd.  
Het is onduidelijk of de bijdrage van de snelweg in de berekening is opgenomen. Dit dient duidelijk vermeld te worden.   De bijdrage van de snelweg was niet opgenomen in de berekening. Deze bijdrage is onderzocht, zie bijlage 4. Met de bijdrage van de concentratie luchtverontreinigende stoffen ten gevolge van de A44 worden de grenswaarden niet overschreden.  
Er dient een afweging te komen op basis van het Milieubeleidsplan 2003-2010 of het project op deze locatie gerealiseerd kan worden.   De afweging is toegevoegd in bijlage 4.  
Bodemkwaliteit
Voor het aspect bodemkwaliteit worden geen bijzonderheden aangetroffen. Gemeld wordt dat wanneer slib wordt toegepast op de bodem er een nieuwe toetsing moet plaatsvinden conform de norm Besluit bodemkwaliteit. Volstaan kan worden met het e-mailen van deze toetsing.  

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.  
Mer-plicht
De Milieudienst stemt in met de paragraaf leidingen.  

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.  
Het onderzoek van Witteveen+Bos over de Mer-plicht ontbreekt. Verzoek om deze toe te voegen en het onderzoek te ontvangen.   Het onderzoek is opgenomen in bijlage 5.  
VNG-brochure
De VNG-brochure van 2007 met betrekking tot bedrijven en milieuzonering is herzien in de versie 2009. Verzoek tot aanpassing. Voor het overige wordt ingestemd met de tekst.  

De verwijzing naar de versie van 2007 was incorrect. Dit is gewijzigd, de resultaten zijn onveranderd.  
Externe veiligheid:
In de tekst wordt opgemerkt dat een GR- afweging niet noodzakelijk is omdat verkeersdeelnemers en stationsgebonden activiteiten buiten de werking van het Bevi vallen. De Milieudienst is van mening dat wel een GR-verantwoording nodig is ten behoeve van rampenbestrijding bij calamiteiten. Uit plankaart en toelichting moet blijken of de bereikbaarheid, bluswatervoorzieningen en andere aandachtspunten afdoende zijn.  

Uit de reactie van de Regionale Brandweer Hollands-Midden blijkt dat een verantwoording van het GR niet hoeft plaats te vinden.
Bij de ontwikkeling van het plangebied dient rekening te worden gehouden met de bereikbaarheid en bluswatervoorziening. Hierover wordt bij de ontwikkeling advies gevraagd bij de Brandweer Oegstgeest, Voorhout, Sassenheim en Warmond (OVSW).  
De gemeente Teylingen dient advies te vragen bij de Regionale Brandweer op grond van Bevi artikel 13.   De gemeente heeft advies gevraagd bij de Regionale Brandweer Hollands- Midden in het kader van de verantwoording van het GR, zie de reactie van de Regionale Brandweer onder punt 7.  
   
2. VROM-Inspectie
Het voorontwerpbestemmingsplan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.  

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.  
   
3. ProRail
Bij de regels onder artikel 4.1 Verkeer - Railverkeer zijn haltevoorzieningen, perrons, fietsenstallingen en duikers niet opgenomen. Verzoek om deze punten toe te voegen:
- bij 4.1.b: haltevoorzieningen en perrons;
- bij 4.1.d: fietsenstallingen;
- bij 4.1.f: duikers.  

Haltevoorzieningen en fietsenstallingen en bijvoorbeeld ook abri's kunnen vergunningsvrij worden gebouwd op basis van artikel 3.1.h van het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb). Deze voorzieningen worden niet meegerekend bij het bepalen van het maximale bebouwingsoppervlakte in de bestemming Verkeer - Railverkeer.
De perrons zijn toegevoegd bij artikel 4.1.b. De duikers en mogelijke andere voorzieningen zoals bruggetjes zijn toegevoegd onder de noemer 'waterhuishoudkundige voorzieningen' bij artikel 4.1.f.  
   
4. Provincie Zuid-Holland, Directie Ruimte en Mobiliteit
Uit het plan blijkt niet of er sprake is van archeologische waarden, en zo ja; hoe die geborgd worden.  


In paragraaf 4.11 wordt beschreven dat er onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Daarin wordt geconcludeerd dat er geen archeologische waarden zijn. De dubbelbestemming Waarde - Archeologie is van de plankaart verwijderd.  
   
5. Rijkswaterstaat Zuid-Holland
Er zijn geen zwaarwegende opmerkingen op het plan.  

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.  
Op bladzijde 17 van het voorontwerpbestemmingsplan is aangegeven dat het viaduct verbreed wordt. Het viaduct wordt echter niet verbreed maar de onderdoorgang wordt verbreed en verhoogd.   De toelichting is op dit onderdeel aangepast.  
Op bladzijde 30 van het onderzoek verkeersveiligheid bij het voorontwerpbestemmingsplan, wordt de 'Oostlaan' aangegeven als alternatieve ontsluitingsroute terwijl waarschijnlijk het 'Oosteinde' wordt bedoeld.   In de toelichting is ervan uitgegaan dat met 'Oostlaan' het 'Oosteinde' is bedoeld.  
   
6. Hoogheemraadschap van Rijnland
Op het voorontwerpbestemmingsplan is nog geen reactie ontvangen. Het bestemmingsplan is nog in behandeling.  

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.  
   
7. Regionale Brandweer Hollands-Midden
De gemeente Teylingen heeft de Regionale Brandweer Hollands-Midden verzocht om, ex artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), advies uit te brengen over het bestemmingsplan. Het advies van de Regionale Brandweer kan het bevoegd gezag (het gemeentebestuur) ondersteunen bij de verantwoording van het groepsrisico.
In het plangebied liggen geen inrichtingen en/of buisleidingen met een invloedsgebied. Het plangebied valt ook niet binnen het invloedsgebied van omliggende inrichtingen en transportroutes van gevaarlijke stoffen. De Regionale Brandweer conformeert zich aan hetgeen in het voorontwerp- bestemmingsplan staat beschreven, namelijk dat geen verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk is.  


De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.  
De Regionale Brandweer adviseert om bij de ontwikkeling van het plangebied rekening te houden met bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen. Voor advies hierover kan advies worden gevraagd bij de Brandweer Oegstgeest, Voorhout, Sassenheim en Warmond (OVSW).   Bij de ontwikkeling van het plangebied zal advies worden gevraagd bij de Brandweer Oegstgeest, Voorhout, Sassenheim en Warmond (OVSW).