2.1 Van toepassing verklaring
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet en in bijlage I bij het Besluit activiteitenleefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage Ibij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit plan van het omgevingsplan.
2.2 Aanvullende begrippen
In aanvulling op het bepaalde in 2.1 worden voor de toepassing van de regels in dit hoofdstuk de begrippen alsbedoeld in 2.3 tot en met 2.46 gehanteerd.
2.3 Plan
Het TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22a “Kom Varsseveld, locatie Hiddinkdijk ongenummerd”, met identificatienummer1509.OP000011-ON01van de gemeente Oude IJsselstreek.
2.4 TAM-omgevingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
2.5 Locatievlak
Een geometrisch bepaald vlak dat in de regels is aangewezen voor een gebruiksdoel.
2.6 Bijzondere woonvorm
Een complex van ruimten bedoeld voor de huisvesting van één of meer huishoudens door hulpbehoevenden ophet fysieke, psychische en/of sociale vlak eventueel met extra zorg en/of begeleiding, met bijbehorende
voorzieningen, zoals een gemeenschappelijke ruimte en kantoor.
2.7 Aan huis verbonden bedrijfsactiviteit
Een bedrijf dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten in of bij een woning, waarbijde woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die metde woonfunctie in overeenstemming is.
2.8 Aan huis verbonden beroepsactiviteit
Een bedrijf dat enkel is gericht op het leveren van diensten in of bij een woning waarbij de woning in overwegende matede woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie inovereenstemming is.
2.9 Aanbouw
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat,welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat qua vorm, ligging en omvang ondergeschikt isaan het hoofdgebouw.
2.10 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels wordengesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
2.11 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
2.12 Bed & breakfast
Een kleinschalige verblijfsaccommodatie voor kortdurend recreatief verblijf waarbij de woning in overwegende mate dewoonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemmingis.
2.13 Bedrijf
Een onderneming gericht op het bedrijfsmatig produceren, bewerken, installeren, herstellen, opslaan en/ofdistribueren van goederen.
2.14 Begane grond
De onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder.
2.15 Bestaande situatie (bebouwing en gebruik)
1. bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan, dan wel zoals die mag
worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;
2. het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.
2.16 Bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouwverbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
2.17 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk,alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
2.18 Bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (ofhorizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van debegane grond en met uitsluiting van onderbouw, kelder, dakopbouw en/of zolder.
2.19 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing istoegelaten.
2.20 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen enbouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
2.21 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met degrond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
2.22 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren vangoederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in deuitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
2.23 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimtevormt.
2.24 Hoofdgebouw
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan temerken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht.
2.25 Huishouden
Van een huishouden is sprake wanneer een persoon dan wel personen in een zekere continue samenstelling met elkaarwonen en tussen de verschillende personen de intentie bestaat om bestendig, voor onbepaalde tijd, een met eengezinsverband vergelijkbaar samenlevingsverband met elkaar aan te gaan.
2.26 Mantelzorg
Het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basisen buiten organisatorisch verband.
2.27 Nevenactiviteit
Een activiteit die in ruimtelijke en/of functionele zin ondergeschikt is aan en voortvloeit uit de hoofdfunctie.
2.28 Prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
2.29 Seksinrichting
Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuelehandelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichtingwordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater,een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
2.30 Wonen
Gebruiken van een woning of wooneenheid voor het huisvesten van niet meer dan één huishouden.
2.31 Woning
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden,waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.