Plan: | TAM-omgevingsplan Kom Varsseveld, herziening Kloosterstraat 3 e.o. |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1509.BP000167-ON01 |
Het omgevingsplan gemeente Oude IJsselstreek, te raadplegen via de link omgevingsplan gemeente Oude IJsselstreek, wordt aangevuld en, indien van toepassing, gewijzigd door de regels van dit plan.
De besluiten als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet zijn niet van toepassing op de locatie, bedoeld in 1.4.
De regels in afdeling 22.2 en 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit plan.
De regels in dit plan zijn van toepassing op de locatie TAM-omgevingsplan Kom Varsseveld, herziening Kloosterstraat 3 e.o., waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1509.BP000167-ON01.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit plan;
In aanvulling op het bepaalde in 2.1 worden voor de toepassing van de regels in dit plan de begrippen als bedoeld in 2.3 tot en met 2.36 gehanteerd;
Het TAM-omgevingsplan Kom Varsseveld, herziening Kloosterstraat 3 e.o. met identificatienummer NL.IMRO.1509.BP000167-ON01 van de gemeente Oude IJsselstreek;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak dat in de regels is aangewezen voor een gebruiksdoel;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
afvalsoorten als bedoeld in afvalgroep A-B, afvalgroep C, afvalgroep D, afvalgroep E en afvalgroep F, alsmede gecertificeerde gebroken bouwstoffen;
het afvalstoffenoverzicht dat als bijlage 2 bij de regels is opgenomen;
onder afvalgroep A-B worden de volgende afvalsoorten begrepen: de afvalsoorten die vallen onder de Euralcodes als genoemd onder 'Op- en overslaggebied A-B' in het Afvalstoffenoverzicht;
onder afvalgroep C worden de volgende afvalsoorten begrepen: de afvalsoorten die vallen onder de Euralcodes als genoemd onder 'Op- en overslaggebied C' in het Afvalstoffenoverzicht;
onder afvalgroep D worden de volgende afvalsoorten begrepen: de afvalsoorten die vallen onder de Euralcodes als genoemd onder 'Op- en overslaggebied D' in het Afvalstoffenoverzicht;
onder afvalgroep E worden de volgende afvalsoorten begrepen: de afvalsoorten die vallen onder de Euralcodes als genoemd onder 'Op- en overslaggebied E' in het Afvalstoffenoverzicht;
onder afvalgroep F worden de volgende afvalsoorten begrepen: de afvalsoorten die vallen onder de Euralcodes als genoemd onder 'Op- en overslaggebied F' in het Afvalstoffenoverzicht;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig produceren, bewerken, installeren, herstellen, opslaan en/of distribueren van goederen of op het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
de totale oppervlakte bedrijfsruimte die voor de bedrijfsuitoefening nodig is, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
afvalsoorten die in het Afvalstoffenoverzicht zijn aangemerkt als 'brandbaar';
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
het in de open lucht opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
een situatie waarin, door omstandigheden waarop het afvalbedrijf zelf geen invloed heeft, een eindverwerker tijdelijk significant lagere hoeveelheden bedrijfsafval kan ontvangen dan de hoeveelheden die gemiddeld per week worden aangeleverd. Het weekgemiddelde is gebaseerd op de jaarhoeveelheid gedeeld door 52;
de periode van 07:00 uur tot 19:00 uur;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de geldende milieuwetgeving;
het bedrijfsmatig verlenen van administratieve diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
afvalsoorten die in het Afvalstoffenoverzicht zijn aangemerkt als 'niet brandbaar';
het opslaan van afvalstoffen voor een periode langer dan 48 uur;
een gebouwde voorziening, die aan ten minste drie zijden is omsloten door een keerwand van niet brandbaar materiaal en met een dichte structuur, bestemd voor de op- en overslag van afvalstoffen, waarvan de opslagcapaciteit op eenvoudige en eenduidige wijze is vast te stellen (hoogte x breedte x diepte).
kortstondige opslag van afvalstoffen gedurende een periode van maximaal 48 uur;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een als bijlage 1 bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond;
In aanvulling op en indien van toepassing in afwijking van het bepaalde in artikel 22.24 van het omgevingsplan gemeente Oude IJsselstreek, gelden de volgende meetbepalingen:
de kortste afstand tussen de (zijdelingse) perceelsgrens en enig punt van een bouwwerk.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Bij het bepalen van de goothoogte worden ondergeschikte gootonderdelen, zoals bij een verhoogde entree/toegang, buiten beschouwing gelaten.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
het deel van het bouwvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de oppervlakte van alle binnen een werkingsgebied gelegen bouwwerken tezamen.
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf peil.
het laagste punt van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf peil.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m. bedraagt.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1509.BP000167-ON01 is aangewezen als 'Bedrijventerrein - Afvalbedrijf'.
Een locatie die is aangewezen als 'Bedrijventerrein - Afvalbedrijf' heeft de volgende functies:
met de daarbij behorende:
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in 4.2 genoemde functies van de gronden.
Voor buitenopslag, niet zijnde de op- en overslag van afvalstoffen, gelden de volgende regels:
Voor de op- en overslag van afvalstoffen gelden de volgende regels:
Onder gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:
De volgende activiteiten zijn uitsluitend in de dagperiode toegestaan onder voorwaarden dat de puinbreker en shredder niet tegelijk in gebruik worden genomen en ze samen in totaal ten hoogste 8 uur per dag worden gebruikt:
De volgende activiteiten zijn ten hoogste 12 dagen per kalenderjaar toegestaan, uitsluitend in de dagperiode:
Het gebruik van de gronden ten behoeve van de in lid 4.2 genoemde doeleinden is uitsluitend toegestaan, indien:
De regels van dit hoofdstuk zijn van toepassing binnen het plangebied zoals opgenomen in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1509.BP000167-ON01.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het in stand houden van bouwwerken waarvan de maatvoering afwijkt van het bepaalde in dit plan is toegestaan indien de bestaande maatvoering bestond op het moment dat dit artikel in werking is getreden en het bouwwerk is gerealiseerd overeenkomstig een daartoe verleende omgevingsvergunning.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentages in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Een omgevingsvergunning voor een bouwplan of een wijziging van het gebruik van gronden en/of bouwwerken kan slechts worden verleend, indien ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's en voor wat betreft de toename in parkeer- of stallingsbehoefte, in voldoende mate ruimte is aangebracht op eigen terrein. De parkeer- en stallingsbehoefte moet voldoen aan de parkeernormen zoals vastgelegd in het geldende gemeentelijke parkeerbeleid.
Bij maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.4.1 indien:
Onder gebruik strijdig met de gebruiksactiviteiten wordt in ieder geval verstaan: