Partiële herziening locatie Berghseweg Varsselder

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

5.2.1 Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

Artikel 3.1.1. Bro bepaalt dat het bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van een bestem- mingsplan, overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Provinciale Staten en Onze Minister hebben aangegeven geen vooroverleg te willen voeren bij plannen waar geen provinciaal of Rijksbelang speelt. Gelet op het schaalniveau van het plangebied en het feit dat er bij de uitvoering van dit bestemmingsplan geen provinciale of Rijksbelangen spelen of geschaad kunnen worden, wordt overleg met de diensten van provincie en Rijk niet noodzakelijk geacht.

Waterschap

Het waterschap heeft in het kader van het bestemmingsplan "Kleine kernen, locatie Berghseweg Varsselder" aangegeven geen op- of aanmerkingen te hebben op het bestemmingsplan. Het onderhavige bestemmingsplan behelst ten opzichte van dit plan planologisch geen nieuwe ontwikkelingen. Aan de hand van de vragen in de watertoetstabel, die het Waterschap hanteert voor het bepalen welke wateraspecten relevant zijn, kan worden geconcludeerd dat geen vooroverleg met het Waterschap nodig is.

5.2.2 Zienswijzen

Op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening is op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt in zijn besluit van 14 september 2011, LJN: BS8823, dat voor zover de gemeenteraad een nieuw besluit wil nemen ten aanzien van het planonderdeel, dat de Afdeling heeft vernietigd, dit niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Awb behoeft te worden voorbereid. Aan deze overweging wordt gevolg gegeven door het bestemmingsplan direct ter vaststelling voor te leggen aan de gemeenteraad.