direct naar inhoud van 5.1 Milieu
Plan: Buitengebied, locaties Ulftseweg 8 Gendringen en Vlakkeeweg 2 Varsseveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000089-DE01

5.1 Milieu

Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien de beleidsvelden naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling dient onderzocht te worden welke milieuaspecten daarbij een rol kunnen spelen. Het is daarnaast van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals wonen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.

5.1.1 Bodem

Op de locatie Vlakkeeweg 2 is een Verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het betreffende rapport d.d. 11-3-2011 is als bijlage bij het plan gevoegd. Er is geen nader onderzoek nodig. Uit milieuhygiënisch oogpunt bestaan er geen belemmeringen tegen de in het plan voorziene ontwikkeling.

5.1.2 Externe veiligheid

In 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van kracht geworden. In het besluit zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige bestemmingen (zoals woningen) in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd en/of opgeslagen. Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Dit besluit geldt voor buisleidingen en heeft een vergelijkbare strekking als het Bevi.

In het kader van externe veiligheid worden in hoofdzaak drie mogelijke risicobronnen onderscheiden:

  • a. inrichtingen;
  • b. transportroutes;
  • c. buisleidingen.

.

In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die op basis van het besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi 2004) een potentiële belemmering vormen voor de geprojecteerde ontwikkeling. Evenmin is er sprake van transportroutes of buisleidingen die een dergelijke belemmering kunnen meebrengen.

Qua externe veiligheid is er geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.

5.1.3 Geur

De dichtstbij gesitueerde inrichtingen zijn de Zuiveringsinstallatie en de accommodatie van de Landelijke Rijvereniging Varsseveld, beide gelegen op een afstand van ca. 200 m van het plangebied i.c. het perceel Vlakkeeweg 2. De geprojecteerde woning brengt geen belemmeringen met zich mee voor genoemde inrichtingen. De omgeving wordt gedomineerd door burgerwoningen. De dichtstbijgelegen agrarische bedrijven zijn een paardenhouderij op een afstand van 400 m en een melkveehouderij op ca. 500 m afstand. De dichtstbijgelegen intensieve veehouderij , een varkensbedrijf, bevindt zich op ruim 1000 m afstand. Binnen een straal van 2000 m is nog maar een zeer beperkt aantal agrarische bedrijven aanwezig.

5.1.4 Geluid

Het verkeersintensiteit op de Vlakkeeweg is in 2008 berekend op 1100 mvt/etm. In het op 7 november 2011 vastgestelde Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan 2012-2020 is opgenomen dat het Duurzaam Veilig inrichten van het buitengebied wordt voortgezet. Dat brengt o.a. mee dat alle Erftoegangswegen type II, waar het verblijven centraal staat, waaronder ook de Vlakkeeweg, in 60 km/u zones worden omgezet. In samenhang daarmee wordt de verkeersintensiteit tot 900 mvt/etm. gereduceerd. De voorgevel van de geprojecteerde wonig Vlakkeeweg 2 is op 33 m uit de as van de Vlakkeeweg geprojecteerd, waarmee – zelfs nog uitgaande van de huidige intensiteit van 1100 mvt/etm. - ruimschoots wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dBA.

5.1.5 Lucht

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat een bestemmingsplan worden vastgesteld indien:

  • aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 opgenomen grenswaarde, of
  • aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
  • aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
  • het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.

Van een verslechtering van de luchtkwaliteit “in betekende mate” als bedoeld onder c is sprake indien zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:

  • woningbouw: 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  • infrastructuur: 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  • kantoorlocaties: 10.000 m2 bruto vloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, 200.000 m2 bruto vloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

Het plan bevat niet één van deze ontwikkelingen. Geconcludeerd kan worden dat door de ontwikkeling, die in het onderhavige bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, de luchtkwaliteit niet “in betekenende mate” zal verslechteren.