direct naar inhoud van 7.2 Opzet van de regels
Plan: Partiële herziening buitengebied diverse percelen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000085-DE01

7.2 Opzet van de regels

In deze paragraaf wordt ingegaan op de opzet van de regels bij het bestemmingsplan. De afzonderlijke bestemmingen worden hier besproken, waarbij wordt aangegeven hoe bestaand gemeentelijk beleid in het plan is verwerkt en op welke wijze nieuwe ontwikkelingen in het plan zijn opgenomen.

Hoofdstuk 1: Inleidende regels

De artikelen in dit hoofdstuk hebben betrekking op de toepassing van de bestemmingsplanregels. In artikel 1 zijn de begripsbepalingen opgenomen en artikel 2 geeft de wijze van meten aan. De bepalingen gelden voor alle bestemmingen.

Hoofdstuk 2: Bestemmingsbepalingen

In het plan komen negen onderscheidenlijke bestemmingen voor en vier dubbelbestemmingen. Met een bestemming wordt tot uitdrukking gebracht welke gebruiksdoelen/functies, met het oog op een goede ruimtelijke ordening, aan de in het plan begrepen gronden zijn toegekend.

Agrarisch

Eén van de doelen van dit bestemmingsplan is het aanpassen van een aantal agrarische bouwpercelen. Uitgangspunt is, dat in ieder geval de bestaande agrarische bedrijven op verantwoorde wijze hun bedrijfsvoering kunnen voortzetten. Binnen de agrarische bestemming zijn vele vormen van agrarische bedrijvigheid toegestaan. Met het toestaan van deze vormen van bedrijvigheid behoudt het landelijk gebied haar eigen agrarische karakter en wordt er voldoende ruimte geboden voor afwisselende activiteiten in landelijk gebied. Een specifiek onderscheid wordt aangebracht in de soort agrarische activiteit. De twee hoofdgroepen zijn intensieve en grondgebonden veehouderij. Wanneer de productie hoofdzakelijk afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende gronden, spreekt men van een grondgebonden veehouderij. Deze bedrijven hebben een agrarische bestemming gekregen met de aanduiding 'grondgebonden veehouderij'. Intensieve veehouderij daarentegen is een productievorm waarbij de teelt niet afhankelijk is van de grond als productiemiddel. Die bedrijven hebben een agrarische bestemming gekregen met de aanduiding “intensieve veehouderij “.

Beide vormen van agrarische activiteiten hebben eigen bouwregels/-mogelijkheden, bijvoorbeeld qua omvang van een bouwvlak, conform het reconstructieplan Achterhoek-Liemers.

Agrarisch met waarden

Waar sprake is van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten is de bestemming “Agrarisch gebied met landschapswaarden" aangegeven. Het kan daarbij gaan om reliëf van de bodem, openheid van het landschap, houtwallenlandschap en/of zandwegen. In de bestemming AW dienen in ieder geval de bestaande agrarische bedrijven op verantwoorde wijze hun bedrijfsvoering te kunnen voortzetten. Wel vereist het plan in gebieden met landschapswaarden, een aanlegvergunning voor het uitvoeren van andere werken en werkzaamheden, ter toetsing van mogelijke gevolgen voor het landschap.

Agrarische bouwmogelijkheden

Naast het bovengenoemde onderscheid in twee agrarische gebieden voor wat betreft de na te streven doeleinden qua grondgebruik, zijn de verschillen in bebouwings- en gebruiksmogelijkheden te noemen. In de regels is op twee manieren vorm gegeven aan de beoogde bescherming van het landschap als het gaat om agrarisch gebied met waarden. Naast het hiervoor al genoemde vereiste van aanlegvergunning is in de gebruiksbepaling is opgenomen dat de aanwezige waarden beschermd moeten worden ingeval van nieuwbouw/verplaatsing van bebouwing.

Bedrijf

Onder deze bestemming vallen alle niet-agrarische bedrijven. Het gaat om naar aard en omvang gedifferentieerde soorten bedrijven, op bestaande locaties.

Bestaande bedrijfswoningen worden met een functieaanduiding op de verbeelding weergegeven.

Natuur

De bestemming "Natuur" is gericht op behoud van aanwezige natuurwaarden en ontwikkeling van nieuwe natuurwaarden.

Maatschappelijk

De bestemming maatschappelijk is gegeven aan een voormalig agrarisch bedrijf en aan een inwerking zijnd agrarische bedrijf waar nu een zorgboerderij is gevestigd als hoofdfunctie respectievelijk nevenactiviteit, waar mensen met een beperking in het kader van zorg werkzaamheden kunnen verrichten.

Recreatie

De recreatieterreinen die binnen de gemeente zijn gelegen, zijn elk met een eigen bebouwingsregeling onder een aparte recreatieve bestemming gebracht. Het betreft hier zowel campings als vakantieparken en terreinen voor recreatieverblijven en groepsaccommodaties. Het aantal groepsaccommodaties, recreatieverblijven, mobiele kampeermiddelen, stacaravans en trekkershutten is al naar gelang per terrein vastgelegd, alsmede de maximale oppervlakte van de bebouwing. In de specifieke gebruiksregels is opgenomen dat permanente bewoning van de recreatieverblijven niet is toegestaan.
De exacte inrichting van de terreinen is niet vastgelegd, wel is een bebouwingspercentage per bouwvlak opgenomen, zodat wel de vrijheid bestaat om binnen een bouwvlak met bebouwing te kunnen schuiven.

Wonen

Deze bestemmingen hebben betrekking op de bestaande woningen en de bijbehorende gebouwen in het plangebied. Met bestaande woningen wordt gedoeld op de woningen, die op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn. Het bestemmingsvlak is afgestemd op de bestaande tuin/erfsituatie . De woonfunctie mag bij rechte gecombineerd worden met een aan-huis-verbonden beroep. De bedrijfsoppervlakte mag niet meer bedragen dan 30% van het woonoppervlak, met een maximum van 50 m2.

Voor bijbehorende gebouwen geldt een maximale oppervlakte van 150 m2 per woning, met onder voorwaarden een ontheffingsmogelijkheid tot maximaal 250 m2.

Als een bewoner een voormalige, aan de woning gekoppelde, stalruimte (deel) wil betrekken bij de woning dan is het mogelijk hiervoor ontheffing te verlenen van de maximale inhoudsmaat van 750 m3 van een woning.

Leiding - Gas

Binnen deze (dubbel)bestemming is een bestaande hoofdgastransportleiding geregeld. De regeling voorziet in de aanwezigheid van deze functie en in de bescherming ervan. Leidingen van lagere orde, die in de regel onder of langs wegen liggen, zijn in de daarbij van toepassing zijnde (enkel)bestemming meegenomen. Er is een aanlegvergunningstelsel opgenomen voor onder meer het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm.

Leiding - Hoogspanningsverbinding

De (dubbel)bestemming regelt de bestaande hoofdspanningsverbinding. De regel voorziet in de aanwezigheid van deze functie en in de bescherming ervan.

Waarde - Archeologie

Onder deze (dubbel)bestemmingen vallen de gebieden die op de Archeologische Monumentenkaart staan aangegeven. Zowel de terreinen van archeologische betekenis en de terreinen van archeologische waarde zijn op de verbeelding aangegeven.

Binnen dit gebied moet voor het bouwen van een gebouw met een oppervlakte van meer dan 100 m2 een archeologisch rapport worden overlegd. De bescherming richt zich tevens op diepere grondwerkzaamheden die aan een aanlegvergunningstelsel zijn gekoppeld.