13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Splitsing van een woning in twee wooneenheden
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken voor het splitsen van een bestaande woning ten behoeve van een tweede, zelfstandige woning. Afwijken is uitsluitend toegestaan binnen de aaneengesloten bebouwing van een woning, te weten de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte. Er kan worden afgeweken onder de voorwaarden dat:
-
a. de tweede woning past in het gemeentelijk woningbouwprogramma;
-
b. de inhoud van de bestaande woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte ten minste 1000 m³ bedraagt;
-
c. de kenmerkende bouwvorm van de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte gehandhaafd blijft;
-
d. de uitoefening van het agrarische of andere bedrijf op de nabijgelegen gronden dan wel in de gebouwen niet worden beperkt;
-
e. op geen van de gevels van de woning, de geluidbelasting vanwege een weg of spoorweg de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijdt;
-
f. binnen de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte niet reeds twee, zelfstandige woningen aanwezig zijn;
-
g. de regels in het tweede lid (bouwregels) in acht worden genomen.
13.3.2 Splitsing van een woning in drie wooneenheden
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het splitsen van een bestaande woning ten behoeve van maximaal drie, zelfstandige woningen. De ontheffing is uitsluitend toegestaan binnen de aaneengesloten bebouwing van een woning, te weten de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte. De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarden dat:
-
a. de derde woning passen in het gemeentelijk woningbouwprogramma;
-
b. de inhoud van de bestaande woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte ten minste 2000 m³ bedraagt;
-
c. de kenmerkende bouwvorm van de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte gehandhaafd blijft;
-
d. de uitoefening van het agrarische of andere bedrijf op de nabijgelegen gronden dan wel in de gebouwen niet worden beperkt;
-
e. op geen van de gevels van de woning, de geluidbelasting vanwege een weg of spoorweg de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijdt;
-
f. binnen de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte niet reeds twee of meer, zelfstandige woningen aanwezig zijn;
-
g. de regels in het tweede lid (bouwregels) in acht worden genomen.
13.3.3 Verplaatsing van een woning
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels voor herbouw van (een) bestaande woning(en) op een andere plaats dan de bestaande woning. Er kan worden afgeweken onder de voorwaarden dat:
-
a. de woning op maximaal 20 meter afstand van de bestaande woning wordt gebouwd, waarbij nadere eisen kunnen worden gesteld omtrent de situering;
-
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van bestaande landschaps- en/of natuurwaarden;
-
c. op geen van de gevels van de woning, de geluidbelasting vanwege een weg of spoorweg de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijdt;
-
d. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende (agrarische) gronden niet onevenredig worden benadeeld;
-
e. vaststaat dat de bestaande woning wordt gesloopt binnen drie maanden na de datum van gereedmelding van de nieuwe woning ;
-
f. de bouwregels in het tweede lid in acht worden genomen.
13.3.4 Vergroting inhoud woonruimte in voormalige agrarisch bedrijfsgedeelte
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels voor het vergroten van de inhoud van een bestaande woning. De ontheffing is uitsluitend toegestaan binnen de aaneengesloten bebouwing van een woning, te weten de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte. Er kan worden afgeweken onder de voorwaarden dat:
-
a. vooraf vaststaat dat het aantal woningen niet toeneemt;
-
b. de kenmerkende bouwvorm van de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte gehandhaafd blijft.
13.3.5 Oppervlakte van bijbehorende gebouwen bij sloop voormalige agrarische bebouwing
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels ten behoeve van van de maximale totale oppervlakte aan bijbehorende gebouwen bij een woning ingeval van sloop van voormalige agrarische bebouwing. Er kan worden afgeweken onder de voorwaarden dat:
-
a. vooraf vaststaat dat de bestaande gebouwen, voor zover die niet binnen de maximale toegestane oppervlakte worden gebruikt als of verbouwd worden tot bijbehorend gebouw, worden gesloopt;
-
b. het oppervlakte aan bijbehorende gebouwen na sloop maximaal 250 m2 bedraagt.
13.3.6 Oppervlakte van bijbehorende gebouwen voor het hobbymatig houden van dieren en stallen van landbouwwerktuigen
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels ten behoeve van de totale oppervlakte aan bijbehorende gebouwen bij een woning. Er kan worden afgeweken onder de voorwaarden dat:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte van de bij de betreffende woning behorende gronden ten minste 2 ha bedraagt;
-
b. op de bij de betreffende woning behorende gronden, niet of niet in voldoende omvang reeds bebouwing voorkomt die redelijkerwijs als geschikt voor het hobbymatig houden van dieren en stallen van landbouwwerktuigen kan worden aangemerkt, welke bebouwing dan als bijgebouw ten behoeve van het hobbymatig houden van dieren en stallen van landbouwwerktuigen wordt aangemerkt;
-
c. maximaal één bijbehorend gebouw ten behoeve van het (hobbymatig) houden van dieren danwel het stallen van landbouwwerktuigen wordt gebouwd;
-
d. het bijbehorend gebouw een oppervlakte heeft van maximaal 100 m2;
-
e. het totaal aantal bijbehorende gebouwen bij een woning niet meer dan 3 bedraagt;
-
f. wordt voorzien in een redelijke inpassing van een en ander in het landschap, al of niet met behulp van opgaande beplanting.
13.3.7 Opslag van volumineuze goederen in voormalige agrarische bebouwing
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels voor het gebruiken van voormalig agrarische bebouwing voor opslag en stalling van volumineuze goederen. Er kan worden afgeweken onder de voorwaarden dat:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing niet wordt vergroot ten behoeve van het met de afwijking toegestane, andere gebruik;
-
b. de agrarische functie van aangrenzende, niet bij het betreffende bedrijf behorende gronden en bebouwing niet wordt geschaad;
-
c. het geen buitenopslag betreft.