direct naar inhoud van 4.4 Natuurwaarden
Plan: Buitengebied, locatie Vicarisweg 33 Varsselder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000081-DE01

4.4 Natuurwaarden

Om de natuurwaarden van het plangebied te kunnen beoordelen, moet er getoetst worden aan hetgeen beschreven staat in de natuurwetgeving. Het doel van de Flora- en faunawet is het in stand houden en met rust laten van de planten en diersoorten die in het wild voorkomen. Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden activiteiten te verrichten die leiden tot aantasting van te beschermen soorten en van hun voortplantingsplaats, vaste rustplaats of vaste verblijfsplaats. De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van soorten en natuurgebieden die als staats- of beschermd natuurmonument zijn aangewezen.

In juli 2011 is een Quickscan flora en fauna uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in de bijlage van dit bestemmingsplan. De onderzoeksresultaten zijn hieronder verwoord.

Voorgenomen ingreep

De initiatiefnemer is voornemens de locatie te herontwikkelen. De herontwikkeling voorziet in de sloop van alle opstallen behalve het woonhuis en in de bouw van een tweetal woningen en een paardenstal met garage en berging. Tevens wordt de onderzoekslocatie landschappelijk ingepast. De initiatiefnemer is voornemens de locatie te herontwikkelen. De herontwikkeling voorziet in de sloop van alle opstallen behalve het woonhuis en in de bouw van een tweetal woningen en een paardenstal met garage en berging (zie bijlage 5, tekening toekomstige situatie). Tevens wordt de onderzoekslocatie landschappelijk ingepast.

Waarnemingen en te verwachten soorten: Op en in de omgeving van de onderzoekslocatie is potentieel leefgebied van steenuil aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn binnen de onderzoekslocatie enkele huismussen waargenomen. De huismussen hebben naar verwachting hun nesten onder de dakpannen van het woonhuis en de bedrijfswoning buiten de onderzoekslocatie. Binnen de varkensschuur zijn 18 nesten aangetroffen van boerenzwaluw.

De te slopen schuren en de bosschages op de onderzoekslocatie bieden broedgelegenheid aan algemene broedvogels. De te slopen schuren op de onderzoekslocatie zijn niet geschikt als verblijfplaats voor vleermuizen. De onderzoekslocatie biedt potentieel foerageergebied voor vleermuizen.

De onderzoekslocatie vormt geschikt habitat voor algemeen voorkomende grondgebonden zoogdieren en amfibieƫn (landhabitat). Voor de overige soorten uit de verschillende soortgroepen vormt de onderzoekslocatie geen geschikt habitat of zijn deze op grond van bekende verspreidingsgegevens of het ontbreken van verblijfsindicaties niet te verwachten.

Maatregelen ter voorkoming van overtredingen van de Flora- en faunawet:

Door het treffen van mitigerende maatregelen, zoals beschreven in onderhavige rapportage, ten aanzien van boerenzwaluw wordt de functionaliteit van het leefgebied voor de soort behouden. Voor de overige te verwachten broedvogels geldt dat, indien de beplanting buiten het broedseizoen wordt verwijderd en de schuren buiten het broedseizoen worden gesloopt, er geen overtredingen van de Flora en faunawet zullen plaatsvinden met betrekking tot broedvogels.

Algemene zorgplicht

Voor algemeen voorkomende grondgebonden zoogdieren en amfibieƫn geldt de algemene zorgplicht, die er ondermeer in voorziet dat al het redelijkerwijs mogelijke dient te worden gedaan om het doden van individuen te voorkomen. Er zijn in het kader van de algemene zorgplicht geen speciale maatregelen nodig.

Gebiedsbescherming

De EHS zal niet worden aangetast door de herbestemming van de onderzoekslocatie. Externe werking op overige beschermde natuurgebieden (Natura 2000) is niet aan de orde.

Noodzaak tot nader onderzoek

Nader onderzoek naar het voorkomen van verschillende soortgroepen wordt niet noodzakelijk geacht.

Aanbevelingen

Steenuil is op de onderzoekslocatie niet als broedvogel aangetroffen. De onderzoekslocatie en de directe omgeving vormt echter geschikt leefgebied voor deze soort. Met een geringe inspanning, bijvoorbeeld door het plaatsen van een steenuilnestkast, kan de onderzoekslocatie deel gaan uitmaken van het broedbiotoop van deze soort. Gelet op het steeds verder verdwijnen van broedgelegenheid voor deze soort zal deze relatief eenvoudige maatregel een positief effect op de soort in de omgeving kunnen hebben.

Erfvogels zijn vogels die leven op het boerenland, op en rondom boerderijen en landelijk gelegen woningen, op erven en in hagen en houtwallen. Ze nemen in aantal af, mede omdat het boerenland en de erven de laatste decennia veel grootschaliger en 'netter' zijn geworden.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor de flora en fauna in of nabij het plangebied, mits aan de voorgestelde maatregelen gevolg wordt gegeven.