direct naar inhoud van 4.3 Gemeentelijke beleid
Plan: Buitengebied, locatie Grensweg 6a Voorst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000055-DE01

4.3 Gemeentelijke beleid

4.3.1 Landschapsontwikkelingsplan+ (2008)

Het Landschapsontwikkelingsplan+ (LOP+) is door de gemeenten Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek vastgesteld. Het biedt de gemeente de mogelijkheid de landschappelijke eenheid en kwaliteit in de gemeente te versterken en toch ruimte te bieden aan bestaande bedrijven en nieuwe ontwikkelingen in de toekomst. Het biedt de mogelijkheid om optimaal in te spelen op planprocessen.

Het LOP+ is ontwikkelingsgericht opgezet en geeft spelregels voor initiatieven in het landelijk gebied. Het hoofddoel daarbij is de koppeling van de vernieuwing van de plattelandseconomie aan de versterking van de landschappelijke karakteristieken. Daarbij is bescherming van erkende waardevolle elementen in het landschap van belang, maar ook actieve ontwikkeling van nieuwe kwaliteiten in het landschap. In het LOP+ worden 6 verschillende deelgebieden (ensembles) onderscheiden. De begrenzing van deze ensembles is gebaseerd op de wijze waarop mensen in het gebied het landschap beleven. Steeds is gekozen voor eenheden die mensen als hun landschap, hun leefomgeving, ervaren.

Dit plan valt in: "Ensemble van de historische rivierterrassen van de oerrijke Oude IJssel". Per ensemble is een werkboek opgesteld. Het werkboek wordt hierna beschreven.

4.3.2 Randen van allure langs de oerrijke Oude IJsselstroom (2008)

Vanuit het LOP+ is het werkboek: "Randen van allure langs de oerrijke Oude IJsselstroom" opgesteld. Dit werkboek is door dezelfde gemeenten van het LOP+ opgesteld. In dit werkboek zijn enkele voorwaarden opgenomen wat betreft de inrichting van erven. Voor het plangebied zijn de volgende voorwaarden van toepassing.

Let op de inrichting van het erf

Negatieve elementen worden gevormd door gestandaardiseerd en overmatig gebruik van bijvoorbeeld grote hekken, poorten, paardenbakken met lantaarnpalen en opzichtige witte hekken, carports, reclameborden, coniferenbeplantingen, overmatige verhardingen, etc.

Positieve elementen: beplanting met streekeigen soorten

Het waarschijnlijk meest effectieve middel om bebouwing in een streekeigen aanzien te geven, is deze op een goede manier in te passen in het omringende landschap met beplanting. Zelfs zeer detonerende en gebiedsvreemde gebouwen (zoals bedrijfshallen) krijgen een veel vriendelijker uitstraling als ze in het groen staan. Het gaat er echter niet om ze te camoufleren: het Liemerse en Achterhoekse landschap bestaat juist uit huizen en daken die zichtbaar zijn tussen het groen. Beplanting heeft één nadeel: gebouwen groeien vele malen sneller dan bomen. Bruikbare, streekeigen soorten verschillen per deelgebied, omdat ze afhankelijk zijn van de landschappelijke, hydrologische en bodemkundige situatie. Suggesties voor streekeigen beplanting worden in hoofdstuk 5 behandeld.

Niet te glad en strak beheer

De beplanting, en ook de bebouwing in de Liemers en Achterhoek kenmerkt zich door een tamelijk informele sfeer: het is overal anders en het is niet recht, strak en aangeharkt. Dat heeft te maken met de aard van de mensen: ze hoeven niet op te scheppen, laat staan te intimideren, met hun bezit. Dat geeft de mensen én het Achterhoekse landschap zijn vriendelijke gemoedelijkheid, die zo hoog gewaardeerd wordt. Ook die sfeer heeft vaak tijd nodig om tot rijping te komen.

Voordeel van een niet te glad beheer is dat het veel meer ecologische waarden oplevert, voor insecten, vogels en planten. Zo blijken zwaluwen praktisch alleen te nestelen op boerderijen waar vee is, blijken steenuilen voor te komen in oude, weinig gebruikte schuurtjes en holle bomen en zijn dagvlinders gebonden aan kleinschalige landschappen met veel overgangen tussen bossen, struiken, zomen en graslanden.

4.3.3 Conclusie

Indien wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden dan is het bouwplan passend binnen het gemeentelijk landschapsontwikkelingsplan. In hoofdstuk drie is de landschappelijke inpassing beschreven.