direct naar inhoud van 4.2 Provinciaal beleid
Plan: Gendringen - Noord, Ranonkel 18
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000021-DE01

4.2 Provinciaal beleid

4.2.1 Structuurvisie Gelderland

Het Streekplan Gelderland 2005, kansen voor de regio's, is vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 29 juni 2005. Met de inwerkingtreding van de Wet Ruimtelijke Ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen.

De provincie hanteert voor het ruimtelijk beleid de volgende uitgangspunten:

  • regionale inzet;
  • versterking ruimtelijke kwaliteit (water en ruimtegebruik, bundeling infrastructuur en ruimtegebruik, bundeling stedelijke functies – stedelijke netwerken).

In de structuurvisie is het beleid in de provincie Gelderland uitgewerkt per regio. In de Achterhoek is het ontwikkelingsperspectief er een van groeien op eigen kracht, regionaal maatwerk en het benutten van de historische en karakteristieke verweving van functies en de economische diversiteit (symbiose landbouw en nijverheid: verbrede plattelandsontwikkeling).

4.2.2 Provinciale Woonvisie

In haar woonbeleid hanteert de provincie Gelderland twee belangrijke uitgangspunten:

  • het woningaanbod moet aansluiten bij de voorkeur van bewoners;
  • goedkope woningen, huurwoningen en woningen geschikt voor ouderen krijgen prioriteit.

Het motto van de woonvisie is “woonbeleid met kwaliteit”. De provincie hanteert hierbij drie centrale doelstellingen:

  • 1. bewoners moeten meer vrijheden en meer kansen krijgen om hun woonwensen te realiseren;
  • bevorderen van particulier opdrachtgeverschap;
  • vergroten van de zeggenschap van huurders;
  • versterken van de positie van bewoners;
  • 2. het aanbod van woningen en woonmilieus in Gelderland moet beter aansluiten bij de voorkeuren van bewoners;
  • versnellen van herstructurering en transformatie van bestaande wijken;
  • aanpakken van de stagnerende (nieuwbouw)productie;
  • vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en wijken;
  • versterken van verscheidenheid en identiteit;
  • 3. optreden als partner in wonen, stimulerend, ondersteunend en in dialoog met andere partners;
  • stimuleren, faciliteren en committeren van gemeenten en andere partners;
  • waarborgen van een sterke woonvisie bij gemeenten.

De gemeente Oude IJsselstreek heeft de uitgangspunten van de provinciale woonvisie verwerkt in een gemeentelijke woonvisie. In de volgende paragraaf wordt hier verder op ingegaan.

4.2.3 Kwalitatief Woon Programma

Het KWP is een uitwerking van het provinciaal streekplan en maakt sinds de nieuwe Wet ruimtelijke ordening deel uit van de provinciale ruimtelijke structuurvisie.

Het KWP is een regionaal woonprogramma en heeft nadrukkelijk een regionaal karakter. Het heeft als doel het woningaanbod op regionaal niveau, zowel kwantitatief als kwalitatief, zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte (de vraag) aan woningen. Op basis van geconstateerde regionale woningbehoefte beschrijft het KWP per regio de programmatische opgave. Gemeenten en woningcorporaties hebben de taak – gezamenlijk in regionaal verband – de regionale woonopgave te realiseren. Daarvoor wordt een ontwikkeltraject afgesproken en bijzondere afspraken gemaakt over thematische onderwerpen.

In de Gelderse Woonvisie is aangegeven dat iedere vijf jaar een nieuw KWP wordt opgesteld, dat op zijn beurt tien jaar vooruit blikt. Zo hebben Gedeputeerde Staten eind 2009 het Kwalitatief Woonprogramma voor de Regio Achterhoek 2010-2019 (KWP3) vastgesteld.

In het KWP3 is gebruik gemaakt van de woningbehoeftegegevens uit het landelijk woningbehoefteonderzoek (WoON 2006) en de meest recente regionale uitwerking van de landelijke CBS-bevolkingsprognose, Primos 2007. Deze nieuwe cijfers zijn doorvertaald in een “ideaal” woningbouwprogramma (referentiekader) voor de regio Achterhoek. Voor de periode 2010-2019 betekent dat, dat in de Regio Achterhoek bruto 7.200 nieuw te bouwen woningen aan de voorraad mogen worden toegevoegd. Rekening houdende met sloopplannen komt dat neer op een toevoeging van 5.900 woningen om uiterlijk in 2020 op een woningtekort van nul uit te komen.