Gendringen - Noord, Ranonkel 18

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. wonen in de vorm van woningen;
• b. bijzondere woonvormen;
• c. aan huis verbonden beroepsactiviteiten;
• d. met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, parkeer- en groenvoorzieningen, tuinen en erven.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Hoofdgebouwen

• a. Hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
• b. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' moeten vrijstaande woningen worden gebouwd;
• c. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is aan twee zijden minimaal 3 meter;
• d. De bouwhoogte zoals aangeduid op de verbeelding, mag niet worden overschreden.

3.2.2 Bijbehorende gebouwen

• a. Bijbehorende gebouwen moeten minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
• b. De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende gebouwen, gebouwd buiten het bouwvlak, is per woning maximaal 80 m2;
• c. Het bebouwingspercentage van het bouwperceel achter (het verlengde van) de voorgevel is maximaal 60%;
• d. De goothoogte is maximaal 3 meter;
• e. De bouwhoogte is maximaal 6 meter;
• f. In afwijking van het bepaalde onder a t/m e mogen voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw erkers worden gebouwd, die voldoen aan de volgende kenmerken:
  • 1. de horizontale diepte is maximaal 1,5 meter;
  • 2. de voortuin blijft minimaal 2,5 meter diep;
  • 3. voorzover aan de voorgevel gebouwd is de breedte maximaal 2/3 van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • 4. de bouwhoogte is maximaal 3 meter, danwel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 meter.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

• a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is maximaal:

  1. voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw	1 meter;
  2. achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw	2 meter;

• b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde is maximaal 3 meter.

3.3 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:

• a. maximaal 30% van de oppervlakte van de woning met inbegrip van bijbehorende gebouwen, tot maximaal 50 m2 mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden bedrijfsactiviteit;
• b. degene die de activiteit uitvoert moet tevens de bewoner van de woning zijn;
• c. vergunningplichtige activiteiten ingevolge de geldende milieuwetgeving zijn niet toegestaan;
• d. enkel ondergeschikte detailhandel is toegestaan;
• e. er mag geen onaanvaardbare verkeers- of parkeeroverlast worden veroorzaakt.