direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd
Plan: Lelystad Midden-West (gedeeltelijk)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00036-VG01

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. maatschappelijke voorzieningen;
    • 2. welzijnsdoeleinden;
    • 3. het wonen;
    • 4. detailhandel, met uitzondering van supermarkten, ter plaatse van de aanduiding “detailhandel";
    • 5. een supermarkt, ter plaatse van de aanduiding "supermarkt";
    • 6. een brandweerkazerne, ter plaatse van de aanduiding "brandweerkazerne";
    • 7. dienstverlendende bedrijven, ter plaatse van de aanduiding "dienstverlening";
    • 8. horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding "horeca";
    • 9. een sportcentrum, ter plaatse van de aanduiding "sportcentrum";
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. wegen, straten en paden;
  • g. water;

met de daarbijbehorende:

  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bouw- en reclameborden.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • a. de bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd indien voldaan wordt aan de parkeernormen zoals deze zijn opgenomen in bijlage 3;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - geen gebruiksgevoelige objecten" mogen geen geluidsgevoelige objecten worden gebouwd;
  • c. voor het bouwen van gebouwen ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'geen geluidsgevoelige objecten'mag de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;

6.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m) " aangegeven hoogte bedragen;
  • c. in afwijking van het gestelde onder b zal het bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak en de bouwhoogte van gebouwen ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven bouwhoogte en percentage bedragen.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van palen en masten mag ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 6.2.2 onder a in die zin dat een gebouw op minder dan 10,00 m uit de bestemmingsgrens wordt gebouwd, mits:
    • 1. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
  • b. het bepaalde in lid 6.2.2 onder b in die zin dat de maximale bouwhoogte wordt vergroot tot ten hoogste 15,00 m, over ten hoogste 50% van de oppervlakte van het gebouw.
6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de functies genoemd in lid 6.1 onder a1 t/m a8 dusdanig dat de aangrenzende gronden hinder van deze functies ondervinden;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van dienstverlenende bedrijven en/of instellingen, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "dienstverlening";
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "horeca", in welk geval horecabedrijven van categorie 1 zijn toegestaan.
6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 6.5 onder d in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor dienstverlenende bedrijven en/of instellingen;
  • b. het bepaalde in lid 6.5 onder c in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor zelfstandige kantoren.