direct naar inhoud van Artikel 13 Wonen - Woongebouw
Plan: Lelystad Midden-West (gedeeltelijk)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00036-VG01

Artikel 13 Wonen - Woongebouw

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. woongebouwen;
    • 2. horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding "horeca", voor zover het de onderste bouwlaag betreft;
    • 3. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding "detailhandel", voor zover het de onderste bouwlaag betreft;
    • 4. dienstverlenende bedrijven, ter plaatse van de aanduiding "dienstverlening", voor zover het de onderste bouwlaag betreft;
  • b. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. onderhoud en beheer;
    • 2. bergingen, stallingen en garageboxen;
  • c. trappenhuizen c.q. liftschachten;

met de daarbijbehorende:

  • d. wegen, straten en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. water;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. tuinen en erven;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. een gevel van een hoofdgebouw zal ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - dove gevel" worden uitgevoerd als een dove gevel;
  • c. voor het bouwen van de in lid 13.1 sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. de goot- en bouwhoogte van een gebouw en het bebouwingspercentage van het bouwvlak zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven hoogte en percentage bedragen;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang" zal de eerste bouwlaag vrij blijven van bebouwing;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding "plat dak" dient een hoofdgebouw te worden voorzien van een plat dak;
  • d. voor het bouwen van de in lid 13.1 sub b genoemde gebouwen geldt de volgende regel:
    • 1. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van palen en masten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang" zal de eerste bouwlaag vrij blijven van bebouwing.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van lid 13.1 onder b genoemde gebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "detailhandel";
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "horeca", in welk geval horecabedrijven van categorie 1 zijn toegestaan.

13.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding "maatschappelijk", "detailhandel" c.q. "dienstverlening" wordt verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.