direct naar inhoud van 2.1 Functionele typering
Plan: Noordersluis 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00035-VG01

2.1 Functionele typering

De huidige situatie is de belangrijkste basis voor deze bestemmingsplanherziening. Het gaat hier om zowel de functionele als de ruimtelijke aspecten van de huidige situatie. In dit hoofdstuk wordt daarom de huidige situatie beschreven aan de hand van de functionele en ruimtelijke typering.

2.1.1 Karakteristiek bedrijventerrein

Niettegenstaande de ligging van het bedrijventerrein tussen voornamelijk woongebieden, is dit werkgebied wel één van de grotere terreinen in Lelystad. Dit geeft een boeiende blik op het functioneren ervan, maar stelt tevens voorwaarden met het oog op de woongebieden. Noordersluis is een gemengd bedrijventerrein, waarbij de ruimte voor grootschalige hinder- of overlastgevende bedrijven overwegend zoneringsgewijs is beperkt. Mede gezien de ligging aan de Lage Dwarsvaart en het Havendiep met de insteekhavens, is het gebied ook per water bereikbaar. Dit alles leidt tot de mengeling van enkele grote bedrijven (zoals een betonwarenfabriek, een afvalwaterzuivering, een melkproductenfabriek, die specifiek zijn aangeduid op de plankaart en genoemd in de regels) tot kleinschalige werkgelegenheid in de vorm van startende bedrijven, wisselhallen, woonwerk-combinaties, en ook watergerelateerde bedrijvigheid, zoals zeil- en recreatievaart.

2.1.2 Bedrijven

In de vorige paragraaf blijkt al dat de soorten van bedrijven nogal uiteen lopen. Binnen de in het nog geldende bestemmingsplanplan toegepaste inwaartse zonering heeft dit alles een plaats. Bedrijven tot en met categorie V hebben hier onderdak kunnen vinden; in de nieuwe VNG-categorisering uit 2009 is dat categorie 4.2.

Om te komen tot een meest optimaal gebruik van de beschikbare ruimte zijn in de huidige situatie op het terrein om uiteenlopende redenen bepaalde functies uitgesloten:

• bedrijven met een hogere categorie dan 4.2 zijn in principe niet toegelaten, omdat deze categorie niet past bij het karakter van het bedrijventerrein en bovendien te veel beperkingen legt op het omliggende grondgebied.

• functies als (kleinschalige) detailhandel (met bepaalde uitzonderingen) en zelfstandige kantoren komen in principe op het terrein niet voor en zijn ook niet toegestaan;

• opslag van gevaarlijke stoffen (wel één opslagpunt consumentenvuurwerk) is niet mogelijk.

2.1.3 Wonen

*Bedrijfswoningen.

In het gebied bevinden zich reeds bestaande bedrijfswoningen; deze worden gerespecteerd; de realisatie van nieuwe bedrijfswoningen was met de inwerkingtreding van het Noordersluis 2003 al uitgesloten. Ook is in het noordelijk middengebied een een woonwagencentrum aanwezig en een kinderdagopvang.

*Woonschepenhaven Havendiep.

Aan de zuidoever van het Havendiep, aan de zuidkant van Noordersluis, en direct ten noorden van het woongebied Warande, ligt de woonschepenhaven. Voor deze haven is een apart bestemmingsplan gemaakt, dat in 2009 onherroepelijk is geworden. Omdat dit plan grotendeels nog niet is gedigitaliseerd en ter voorkoming van digitaal-planologische versnippering, is besloten de haven mee te nemen bij de herziening van Noordersluis 2003. De in 2011 vastgestelde (digitale) deelherziening (geringe uitbreiding) van de haven wordt uiteraard ook meegenomen.

*Woonwagencentrum

Aan de Vaartweg ligt het Woonwagencentrum. Het bestemmingsplan Noordersluis 2003 kent deze bestemming al. Het centrum is opgenomen in de regels van deze herziening.

*Overgangsbepaling woonschip

Bij het opstellen van bestemmingsplan Noordersluis 2003 is destijds in de overgangsbepalingen ook een persoonsgebonden overgangsrecht opgenomen. Dat is gedaan voor woonschip Trynsje, dat in de Lage Dwarsvaart ligt bij de sluis sedert 10 mei 1968, vóór de inwerkingtreding van het eerste aldaar geldende bestemmingsplan (Lelystad-Haven - 27 december 1979); in dat bestemmingsplan werden ligplaatsen voor woonschepen uitgesloten, maar het schip valt onder overgangsrecht. Dat stukje overgangsrecht wordt meegenomen in deze herziening. Als de huidige bewoning wordt beëindigd, komt ook aan het oneigenlijk gebruik van de bestemming Water een einde.