direct naar inhoud van 5.2 De bestemmingen
Plan: Bestemmingsplan Atolwijk - Zuiderzeewijk 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00022-VG01

5.2 De bestemmingen

In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de bestemmingen die in dit plan voorkomen. Bij de bestemmingen wordt beschreven hoe de uitgangspunten zijn vertaald.

5.2.1 Bedrijf - Nutsvoorziening

De bestemming “Bedrijf - Nutsvoorziening” komt in het plangebied voor in de Zuiderzeewijk en in het Lelycentre. In deze gevallen gaat het om bouwwerken en/of gebouwen voor nutsvoorzieningen (bijvoorbeeld trafohuizen).

Binnen deze bestemming is het mogelijk om gebouwen voor het openbare nut te bouwen. Daarbij moet binnen het bouwvlak worden gebouwd en met een maximale bouwhoogte van 5,00 meter.

Binnen de bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Daarbij gaat het om onder meer erf- en terreinafscheidingen tot een maximale hoogte van 2,00 meter. Deze kunnen dienen voor de bescherming van de nutsvoorziening.

5.2.2 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen

Deze bestemming is gelegd op de brandstoftankstations die zijn gelegen in het plangebied, die niet in de bestemming “Bedrijventerrein” zijn opgenomen. De bestemming geeft de mogelijkheid voor de realisatie van gebouwen voor de verkoop van motorbrandstoffen, nadrukkelijk exclusief LPG.

De gebouwen zijn alleen toegestaan binnen het bouwvlak. De maximale bouwhoogte staat in het bouwvlak aangegeven.

Binnen de bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Daarbij gaat het om onder meer erf- en terreinafscheidingen tot een maximale hoogte van 2,00 meter. Deze kunnen dienen voor de bescherming van het bedrijf.

Bij deze bestemming zijn specifieke gebruiksregels opgenomen, waaruit blijkt dat bij het tankstation uitsluitend detailhandel in motorbrandstoffen en weggebonden artikelen, op een maximaal winkelvloeroppervlak van 50 m2, is toegestaan. De verkoop van LPG is in deze bestemming expliciet uitgesloten.

5.2.3 Bedrijventerrein

Binnen de bestemming “Bedrijventerrein” is het mogelijk om bedrijven te realiseren die vallen onder de categorieën 1 t/m 3.2 van de Staat van Inrichtingen (SvI). Deze SvI is bij de planregels gevoegd.

Bestaande bedrijven met hogere categorieën worden door middel van een specifieke aanduiding mogelijk gemaakt. Hieronder vallen onder andere verkooppunten van motorbrandstoffen inclusief LPG, LPG-vulpunten, afvalinzamelings- en verwerkingsbedrijven en perifere detailhandel in bouwmaterialen. Daarnaast is, om een te hoge gevaarzetting van bepaalde bedrijven op risicogevoelige objecten tegen te gaan, een aanduiding 'veiligheidszone - lpg' opgenomen op de verbeelding van het plan. Detailhandel is uitgesloten, tenzij deze specifiek is aangeduid.

Algemeen geldt dat nieuwe bouwwerken alleen gebouwd mogen worden op het moment dat aangetoond is dat voldaan kan worden aan de geldende parkeernormen. Deze parkeernormen zijn vastgelegd in het gemeentelijk beleid en overgenomen in de bijlagen bij de regels.

Bedrijfsgebouwen voor de bestemming moeten binnen het bestemmingsvlak worden gebouwd. Om maximale flexibiliteit te bieden is geen bouwvlak opgenomen. Voor de bouwhoogte van de bebouwing is gerelateerd aan het geldende bestemmingsplan. Dat wil zeggen dat alle bedrijven binnen de bestemming “Bedrijventerrein” een maximale bouwhoogte hebben, deze is aangeduid op de verbeelding. Voor de zijdelingse perceelsgrens zijn ook regels opgenomen. Hierdoor wordt volledige bebouwing van de bouwpercelen voorkomen.

Bij de bedrijven bestaat de mogelijkheid voor de bouw van maximaal één bedrijfswoning per bedrijf. Deze mag uitsluitend worden gebouwd binnen de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'bedrijfswoning'. Het bebouwingspercentage en de bouwhoogte zijn op de verbeelding aangeduid.

Bij bedrijven mogen ook bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om palen en masten van maximaal 6,00 meter hoogte.

5.2.4 Centrum

De bestemming “Centrum” is te vinden in het deelgebied Lelycentre. De bestemming is bedoeld om verschillende functies mogelijk te maken, namelijk: detailhandel, horecabedrijven (categorie 1 en 2), maatschappelijke voorzieningen, dienstverlenende bedrijven en instellingen, medische voorzieningen, een bar/dancing (ter plaatse van de aanduiding 'discotheek') en bedrijven (categorie 1 en 2 SvI). Om geluidoverlast en veiligheidsrisico's te voorkomen zijn geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven uitgesloten.

Ondergeschikt zijn bij de bestemming voorkomende voorzieningen mogelijk. Daarbij kan gedacht worden aan incidentele evenementen, speelvoorzieningen en water.

Bouwen is alleen mogelijk binnen het bouwvlak. De maximale bouwhoogte van gebouwen is binnen het bouwvlak aangeduid. Hierbij is aangesloten op de bestaande mogelijkheden voor de bebouwing.

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn ook mogelijk binnen de bestemming. Daarbij gaat het om erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken. Deze bouwwerken hoeven niet per se in het bouwvlak te worden gebouwd.

5.2.5 Gemengd

De bestemming “Gemengd” is geplaatst over een deel van de parken in de wijken waar in het park maatschappelijke voorzieningen aanwezig zijn. Daarnaast is de bestemming op enkele andere plaatsen in het bestemmingsplan te vinden, bijvoorbeeld ter plaatse van het wijkwinkelcentrum Voorhof. Het uitgangspunt van de bestemming is het mogelijk maken van diverse functies binnen één gebouw. Daarbij kan gedacht worden aan een combinatie van wonen, horeca en voorzieningen.

In de bestemming worden daarom, detailhandel, horecabedrijven categorie 1, maatschappelijk voorzieningen en dienstverlenende bedrijven en/of instellingen mogelijk gemaakt. Hiervoor is een specifieke aanduiding opgenomen. Ook voor de functie wonen is een specifieke aanduiding opgenomen, zodat deze functie op enkele plaatsen mogelijk blijft.

Algemeen geldt dat nieuwe bouwwerken alleen gebouwd mogen worden op het moment dat aangetoond is dat voldaan kan worden aan de geldende parkeernormen. Deze parkeernormen zijn vastgelegd in het gemeentelijk beleid en overgenomen in de bijlagen bij de regels. Bouwen is niet gebonden aan een bouwvlak en kan in principe in het hele bestemmingsvlak, maar moet in ieder geval 10,00 meter uit de grens van het bestemmingsvlak blijven. De maximale bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage van gebouwen zijn binnen het bestemmingsvlak aangeduid. Door deze regeling wordt maximale flexibiliteit geboden voor de plaatsing van de bebouwing, maar wordt overlast voor omwonenden voorkomen. Bovendien blijft rond de bebouwing, door de toepassing van het maximaal bebouwingspercentage, voldoende ruimte over voor het park en bij de bestemming horende voorzieningen.

Het is mogelijk om af te wijken van de bouwregels, voor de vergroting van de bouwhoogte van de gebouwen. Daarbij mag maximaal 50% van het bestaande oppervlakte van de bebouwing verhoogd worden naar 15,00 meter.

5.2.6 Groen

De bestemming “Groen” is gelegd op alle groenstroken in het plangebied die deel uitmaken van de ruimtelijke hoofdstructuur of een ander ruimtelijk belang hebben. De bestemming beslaat - naast groenvoorzieningen - ook een regeling voor bermen en beplanting, voet- en fietspaden, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen en waterlopen en -partijen.

Daar waar sprake is van een veiligheidszone rond een lpg-installatie, is een aanduiding 'veiligheidszone - lpg' opgenomen. Deze is ook opgenomen in verband met de mogelijkheid voor wijziging naar de bestemming “Bedrijventerrein”.

Bouwen van gebouwen is binnen deze bestemming niet toegestaan. Wel bestaat een beperkte mogelijkheid voor het bouwen palen en masten met een maximale bouwhoogte van 6,00 meter. Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, hebben een maximale bouwhoogte van 5,00 meter.

Wanneer het noodzakelijk blijkt, kan een deel van de bestemming “Groen” gewijzigd worden naar de bestemming “Bedrijventerrein”. Hierbij zijn voorwaarden opgenomen dat dit maximaal 3,00 meter vanaf de bestemmingsgrens van Bedrijventerrein is en dat de afschermende grondwal niet onevenredig wordt aangetast. De wijzigingsprocedure die gevolgd moet worden is opgenomen in de Wro.

5.2.7 Kantoor

In het plangebied heeft alleen het deelgebied Lelycentre gronden waarop de bestemming “Kantoor” is gelegd. Deze gronden zijn dan ook expliciet bedoeld voor kantoren. Binnen de bestemming “Kantoor” is opgenomen dat de gronden en bouwwerken niet als zelfstandig horecabedrijf en voor detailhandel gebruikt mogen worden. Binnen de bestemming worden de bestaande bardancing en het bestaande restaurant door middel van de aanduiding 'horeca' op de verbeelding, mogelijk gemaakt. Het Health Center wordt mogelijk gemaakt door middel van de aanduiding 'sportcentrum' op de verbeelding.

Gebouwen moeten binnen de bouwvlakken worden gerealiseerd, de maximale bouwhoogte is daarin aangeduid. Binnen het bestemmingsvlak zijn verder bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogelijk; het gaat daarbij om erf- en terreinafscheidingen, palen en masten en overige bouwwerken. Bij erf- en terreinafscheidingen moet een maximale bouwhoogte van 2,00 meter worden aangehouden, bij palen en masten 6,00 meter en bij overige bouwwerken 5,00 meter.

5.2.8 Recreatie - Kampeerterrein

Deze bestemming ligt op de gronden die horen bij camping De Houtrib. De bestemming is in eerste instantie bedoeld voor standplaatsen voor kampeermiddelen. Ook het plaatsen van stacaravans (maximale gezamenlijke oppervlakte 325 m2) en maximaal 2 trekkershutten is mogelijk binnen de bestemming. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor (het bouwen van) gebouwen voor sanitaire voorzieningen, onderhoud en beheer en voor een bedrijfswoning. De (bouw van de) bedrijfswoning is beperkt tot de gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning'.

Buiten de bedrijfswoning op is permanente bewoning van de aanwezige gebouwen en bouwwerken op het kampeerterrein niet toegestaan. Naast de woonfunctie, biedt deze bestemming ook de mogelijkheid voor de realisatie van een bed-and-breakfast in de bedrijfswoning.

De gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen voor sanitair, onderhoud en beheer mag ten hoogste 150 m2 zijn en de bouwhoogte maximaal 4,00 meter. Voor de bedrijfswoning zijn aparte bouwregels opgenomen. Hiervoor geldt dat de goot- en bouwhoogte maximaal 3,00 en 10,00 meter mogen bedragen. De maximale oppervlakte is bepaald door de omvang van het vlak van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

Binnen het bestemmingsvlak zijn verder bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogelijk; het gaat daarbij om erf- en terreinafscheidingen, palen en masten en overige bouwwerken. Bij palen en masten moet 6,00 meter worden aangehouden en bij overige bouwwerken 5,00 meter. Voor erf- en terreinafscheidingen is een onderscheid gemaakt tussen het deel van het bestemmingsvlak dat vóór een naar de weg gekeerde gevel ligt en het deel wat daarachter ligt. Bij het gebied vóór de naar de weg gekeerde gevel geldt een maximale bouwhoogte van 1,00 meter, voor het gebied daarachter geldt een maximale bouwhoogte van 2,00 meter.

5.2.9 Recreatie - Kinderboerderij

De gronden van de kinderboerderij in het deelgebied Lelycentre e.o. heeft deze bestemming gekregen. Binnen het hele bestemmingsvlak is de bouw van gebouwen ten behoeve en ten dienste van de kinderboerderij mogelijk. Daarbij horen onder meer parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en waterbouwkundige werken.

De bebouwing is kleinschalig van omvang, de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal 2,00 en 5,00 meter. De maximale oppervlakte van de gebouwen is geregeld door middel van een aanduiding met het maximum bebouwingspercentage op de verbeelding.

Binnen het bestemmingsvlak zijn verder bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogelijk; het gaat daarbij om erf- en terreinafscheidingen, palen en masten en overige bouwwerken. Bij erf- en terreinafscheidingen moet een maximale bouwhoogte van 2,00 meter worden aangehouden, bij palen en masten 6,00 meter en bij overige bouwwerken 5,00 meter.

5.2.10 Sport

De bestemming “Sport” is in eerste instantie gelegd op het sportpark Langezand. Binnen de bestemming zijn terreinen voor sport- en (dag)recreatieve doeleinden mogelijk. Binnen het bestemmingsvlak is het toegestaan gebouwen voor een sporthal, kantines en/of kleedruimten te bouwen. De bestemming “Sport” is ook gelegd op de bebouwing en gronden van de Badweg.

Door middel van de aanduidingen 'detailhandel' en 'horeca' wordt het binnen de bestemming mogelijk gemaakt de al aanwezige functies uit te oefenen.

De bouw van gebouwen is mogelijk, de maximale bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage zijn aangeduid op de verbeelding. Bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn mogelijk. Daarbij gaat het om onder meer erf- en terreinafscheidingen met een maximale hoogte van 2,00 meter. Overige bouwwerken mogen maximaal 10,00 meter hoog worden. Voor lichtmasten is een afwijking opgenomen, deze mogen maximaal 15,00 meter hoog worden. Hierbij moet gedacht worden aan de lichtmasten voor de verlichting van trainingsvelden.

5.2.11 Verkeer

De dreven en grotere ontsluitingsroutes in en rond het plangebied hebben de bestemming “Verkeer”. Daarbij is het hoofddoel dat de inrichting hoofdzakelijk gericht is op de afwikkeling van verkeer. Wanneer van toepassing moeten de wegen en paden worden ingericht volgens het ter plaatse aangegeven dwarsprofiel. In verband met het bieden van de nodige flexibiliteit, zijn bijbehorende functies ook mogelijk binnen verkeer. Het gaat om onder andere groen- en parkeervoorzieningen.

Binnen de bestemming zijn gebouwen niet toegestaan. Wel kunnen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bruggen, informatie- en reclameobjecten, palen en masten en overige bouwwerken worden gerealiseerd. Voor palen en masten is een maximale bouwhoogte van 6,00 meter toegestaan voor alle overig genoemde bouwwerken is de maximale bouwhoogte 5,00 meter. De bouwwerken moeten rechtstreeks bedoeld zijn voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer. Bruggen en daarmee overeenkomstige bouwwerken mogen ook maximaal 5,00 meter hoog worden.

5.2.12 Water

De bestemming “Water” is gelegd op open water wat ruimtelijke en/of functioneel van belang is. De bestemming is daarom in het hele plangebied te vinden. De bestemming is bedoeld voor waterlopen en -partijen, oevers, bermen en beplanting en voet- en rijwielpaden.

Gebouwen zijn binnen de bestemming niet toegestaan. Wel kunnen bouwwerken, geen gebouwen zijn, zoals bruggen, palen en masten en overige bouwwerken worden gebouwd. Voor palen en masten is een maximale bouwhoogte van 6,00 meter toegestaan, voor overige bouwwerken, waar ook bruggen onder vallen, is deze 5,00 meter.

5.2.13 Wonen - Woongebouw

In het gehele plangebied is sprake van appartementengebouwen en andere vormen van gestapelde woningen. Deze zijn onder de bestemming “Wonen - Woongebouw” gebracht. Kenmerken van deze woongebouwen zijn de boven en naast elkaar gelegen woningen met één of meer gemeenschappelijke toegangen én de eenheid in uiterlijke verschijningsvorm van het gebouw. Daarnaast is het mogelijk gebouwen voor onderhoud en beheer en bergingen en stallingen te bouwen.

Bij woongebouwen waarin ook een nadrukkelijke sociaal-medische voorziening aanwezig is, ter ondersteuning van de bewoners, is sprake van een wooncentrum. Wanneer dit het geval is zijn de woongebouwen aangeduid met 'maatschappelijk'. Wanneer specifiek aangeduid, zijn ook de functies detailhandel en dienstverlening toegestaan. Deze functies zijn echter beperkt tot de onderste bouwlaag.

In sommige gevallen is een vorm van detailhandel en/of dienstverlening aanwezig in de bestaande bebouwing. Deze detailhandel mag doorgezet worden in de eerste bouwlaag, wanneer hiervoor een aanduiding is opgenomen.

Gebouwen moeten binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd. De maximale goot- en/of bouwhoogte zijn weergegeven in de bouwvlakken. Hierbij is aangesloten op de bestaande mogelijkheden. Wanneer er sprake is van een aanduiding 'onderdoorgang', mag de eerste bouwlaag van de bebouwing niet bebouwd worden.

Dat binnen het bouwvlak gebouwd moet worden geldt niet voor gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer, bergingen en stallingen. Deze mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits aan de in de regels genoemde afmetingen wordt voldaan. Vaak gaat het hierbij om kleinschalige bouwwerken die slechts een geringe invloed op de omgeving hebben.

Voor het bouwen van trappenhuizen en liftschachten, zijn voor de maximale oppervlakte en bouwhoogte specifieke regels opgenomen. Deze mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits aan de in de regels genoemde afmetingen wordt voldaan.

Daarnaast is het mogelijk bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erf- en terreinafscheidingen, palen en masten en overige bouwwerken te realiseren. Bij erf- en terreinafscheidingen moet een maximale bouwhoogte van 2,00 meter worden aangehouden, bij een tuin voor de voorgevel van een hoofdgebouw is deze beperkt tot ten hoogste 1,00 meter. Bij palen en masten is een maximale bouwhoogte van 6,00 meter toegestaan en bij overige bouwwerken 3,00 meter.

5.2.14 Woongebied

De bestemming “Woongebied” ligt op alle gebied waar wonen de hoofdfunctie is. Daarnaast worden ook daarbij horende functie mogelijk gemaakt. Het gaat daarbij om functies als wegen, parkeervoorzieningen, water, speelvoorzieningen, et cetera Naast de genoemde functies zijn garageboxen mogelijk, binnen het met 'garage' aangeduide gebied. Voor de garagebox geldt een maximale bouwhoogte van 3,00 meter.

Aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten worden via de specifieke gebruiksregels mogelijk gemaakt binnen de bestemming “Woongebied”. In deze gebruiksregels staan ook de randvoorwaarden beschreven waaraan een dergelijke functie moet voldoen.

Binnen de bestemming zijn bouwwerken mogelijk, waarmee gedoeld wordt op hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Algemeen geldt voor alle bouwwerken dat de gezamenlijke oppervlakte per bouwperceel maximaal 50% bedraagt. Uitzondering hierop vormen die gevallen waarbij in de bestaande situatie al meer den 50% bebouwd is. Nieuwe bouwwerken worden mogelijk gemaakt, mits voldaan wordt aan de bij de regels gevoegde parkeernormen.

Hoofdgebouwen moeten binnen de op de verbeelding aangeduide bouwvlakken worden gebouwd. Daarbij wordt uitgegaan van de bestaande afmeting van de hoofdgebouwen. Omdat deze in het plangebied in sterke mate van elkaar verschillen, zijn per bouwvlak de maximale goot- en bouwhoogte aangegeven. In sommige gevallen is - in verband met het ruimtelijke beeld - een plat dak verplicht, daar is een aanduiding 'plat dak' aangegeven.

Bij de regeling voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen zijn de bestaande mogelijkheden overgenomen. Voor alle aan- en uitbouwen en bijgebouwen is een algemene regeling opgenomen waarin uitspraken worden gedaan over de situering van dit type bebouwing. Voor de maximale oppervlakte zijn meer specifieke regels opgenomen. Dit omdat voor de regeling voor de verschillende woningtypen van elkaar verschillen. Bij grotere bouwpercelen wordt een grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogelijk gemaakt. Dit wordt niet alleen in een maximum aantal vierkante meters, maar ook in maximale percentages uitgedrukt (in de regels).

De in het plangebied aanwezige garageboxen zijn aangeduid met 'garage'. Hiervoor geldt dat deze alleen in de aangeduide gebieden gebouwd mogen worden. De maximale bouwhoogte is 3,00 meter.

De bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt mogelijk gemaakt. Daarbij gaat het onder meer om erf- en terreinafscheidingen.

Voor carports is een specifieke regeling opgenomen. Deze mogen worden gerealiseerd (tot een oppevlakte van 25m2), achter de voorgevel rooilijn. Ook mogen carports geplaatst worden voor de voorgevelrooilijn indien daar al andere bebouwing aanwezig is, of als de carport voor een garage wordt geplaatst. Voor overige situaties is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen, ten behoeve van deze afwijksmogelijkheid wordt nog nader beleid gemaakt.

Door middel van een binnenplanse afwijking (met omgevingsvergunning) van het bestemmingsplan is het mogelijk om van de bouwregels af te wijken. Een bijzondere plaats neemt hierbij de afwijkingsmogelijkheid voor een extra bouwlaag in. Deze mogelijkheid wordt geboden voor hoofdgebouwen die aangeduid zijn met een specifieke bouwaanduiding. Dit zijn vooral de hoofdgebouwen rond de grotere groenstructuren (bestemming “Gemengd”) in het plangebied. De bouwhoogte mag hier maximaal 12,00 meter bedragen, dit is vergelijkbaar met vier bouwlagen.