direct naar inhoud van 5.2 De bestemmingen
Plan: De Landerijen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00020-VG01

5.2 De bestemmingen

In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de bestemmingen die in dit plan voorkomen. Bij de bestemming is beschreven hoe de uitgangspunten zijn vertaald.

5.2.1 Bedrijf - Nutsvoorziening

De bestemming "Bedrijf - Nutsvoorziening" komt in het plangebied voor op de locatie van het onderstation van de Nuon, bij de locatie Aquaterp van Vitens en de warmte koppelingslocatie . In deze gevallen gaat het om bouwwerken en/of gebouwen voor nutsvoorzieningen. Binnen deze bestemming is het mogelijk om gebouwen voor het openbare nut te bouwen. Daarbij moet binnen het bouwvlak worden gebouwd en met een maximale bouwhoogte van 6,00 meter en voor de locatie van het drinkwaterpompstation 10,00 meter. Binnen de bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Daarbij gaat het om onder meer erf- en terreinafscheidingen tot een maximale hoogte van 2,00 meter. Deze kunnen dienen voor de bescherming van de nutsvoorzieningen.

5.2.2 Bos

De gebieden waar bos c.q. bebossing voorkomt, zijn als zodanig bestemd. Naast de bosbouw zijn de gronden bestemd voor de instandhouding van de natuur- en landschapswaarden. Met het oog hierop is een aanlegvergunningstelsel opgenomen, waarmee voorkomen kan worden dat er ongewenste ingrepen worden verricht, zoals het verwijderen van bomen en planten. Daarnaast is extensieve openluchtrecreatie toegestaan, waarbij moet worden gedacht aan fietsen wandelpaden. Er zijn geen gebouwen bij recht toegestaan, met afwijking kan wel medewerking verleend worden aan bebouwing ten behoeve van nuts- of openbare voorzieningen.

5.2.3 Gemengd

De bestemming “Gemengd” is geplaatst over de terreinen waar in de wijk maatschappelijke voorzieningen aanwezig zijn. Het uitgangspunt van de bestemming is het mogelijk maken van diverse functies binnen één grootschaliger terrein. Daarbij kan gedacht worden aan een combinatie van groenvoorzieningen, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlenende bedrijven en wonen.

In de bestemming worden daarom, maatschappelijk voorzieningen en dienstverlenende bedrijven en/of instellingen mogelijk gemaakt. Voor de functie wonen is een specifieke aanduiding opgenomen, zodat deze functie op enkele plaatsen mogelijk blijft.

Algemeen geldt dat nieuwe bouwwerken alleen gebouwd mogen worden op het moment dat aangetoond is dat voldaan kan worden aan de geldende parkeernormen. Deze parkeernormen zijn vastgelegd in het gemeentelijk beleid en overgenomen in de bijlagen bij de regels. Bouwen is niet gebonden aan een bouwvlak en kan in principe in het hele bestemmingsvlak, maar moet in ieder geval 10,00 meter uit de grens van het bestemmingsvlak blijven.

De maximale bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage van gebouwen zijn binnen het bestemmingsvlak aangeduid. Door deze regeling wordt maximale flexibiliteit geboden voor de plaatsing van de bebouwing, maar wordt overlast voor omwonenden voorkomen. Bovendien blijft rond de bebouwing, door de toepassing van het maximaal bebouwingspercentage, voldoende ruimte over voor het park en bij de bestemming horende voorzieningen.

5.2.4 Groen

De bestemming “Groen” is gelegd op alle groenstroken in het plangebied die deel uitmaken van de ruimtelijke hoofdstructuur of een ander ruimtelijk belang hebben. De bestemming beslaat - naast groenvoorzieningen - ook een regeling voor bermen en beplanting, voet- en fietspaden, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen en waterlopen en -partijen.

Bouwen van gebouwen is binnen deze bestemming niet toegestaan. Wel bestaat een beperkte mogelijkheid voor het bouwen palen en masten met een maximale bouwhoogte van 6,00 meter. Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, hebben een maximale bouwhoogte van 5,00 meter. Binnen de bestemming is het alleen toegestaan om bomen te verwijderen wanneer hiervoor een omgevingsvergunning is verkregen. Vóór vergunningverlening moet duidelijk zijn of hierbij geen afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van het bos en/of de bebossing.

5.2.5 Horeca

De bestemming "Horeca" is gelegd op de locatie ten noorden van de Dronterweg (Landtong Gelderse hout) en op de locatie Larserplein, tussen de hoogspanningsleiding en de A6. Het bouwen van gebouwen is binnen deze bestemming toegestaan door middel van een op de verbeelding weergegeven maximaal bebouwingspercentage en een maximale bouwhoogte. De bestemming bevat naast de mogelijkheid tot het realiseren van een horeca vestiging, eveneens de mogelijkheid tot het vestigen van een recreatief dienstverlenend bedrijf en een mogelijkheid tot het ontwikkelen van bedrijfswoningen, voorzover het de locatie A6/N302 (Larserplein) betreft. Bedrijfswoningen zijn hier alleen toegestaan, door middel van een afwijkingsmogelijkheid, aangezien aangetoond dient te worden dat de geluidbelasting op de gevel de 53 dB(Lden) vanwege de Rijksweg A6 en de Larserweg niet overschrijdt.

5.2.6 Recreatie

De op de kaart voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor terreinen ten behoeve recreatieve doeleinden. Gebouwen, groenvoorzieningen, wegen, straten en paden die behoren bij de recreatieve functie zijn binnen deze bestemming toegestaan. Gebouwen dienen te worden gebouwd binnen het bouwvlak dat in de meeste situaties gelijk ligt met het bestemmingsvlak, ook is een maximaal bebouwingspercentage van toepassing.

5.2.7 Verkeer

De dreven en grotere ontsluitingsroutes in en rond het plangebied hebben de bestemming “Verkeer”. Daarbij is het hoofddoel dat de inrichting hoofdzakelijk gericht is op de afwikkeling van verkeer. Wanneer van toepassing moeten de wegen en paden worden ingericht volgens het ter plaatse aangegeven dwarsprofiel. In verband met het bieden van de nodige flexibiliteit, zijn bijbehorende functies ook mogelijk binnen verkeer. Het gaat om onder andere groen- en parkeervoorzieningen. Binnen de bestemming zijn gebouwen niet toegestaan. Wel kunnen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bruggen, informatie- en reclameobjecten, palen en masten en overige bouwwerken worden gerealiseerd. Voor palen en masten is een maximale bouwhoogte van 6,00 meter toegestaan voor alle overig genoemde bouwwerken is de maximale bouwhoogte 7,00 meter. De bouwwerken moeten rechtstreeks bedoeld zijn voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer. Bruggen en daarmee overeenkomstige bouwwerken mogen ook maximaal 7,00 meter hoog worden.

5.2.8 Water

De bestemming “Water” is gelegd op open water wat ruimtelijke en/of functioneel van belang is. De bestemming is daarom in het hele plangebied te vinden. De bestemming is bedoeld voor waterlopen en -partijen, oevers, bermen en beplanting en voet- en rijwielpaden. Gebouwen zijn binnen de bestemming niet toegestaan. Wel kunnen bouwwerken, geen gebouwen zijn, zoals bruggen, palen en masten en overige bouwwerken worden gebouwd. Voor palen en masten is een maximale bouwhoogte van 6,00 meter toegestaan, voor overige bouwwerken, waar ook bruggen onder vallen, is deze 7,00 meter.

5.2.9 Wonen - Woongebouw

In het plangebied is sprake van enkele appartementengebouwen. Deze zijn onder de bestemming “Wonen - Woongebouw” gebracht. Kenmerken van een woongebouw zijn de boven en naast elkaar gelegen woningen met één of meer gemeenschappelijke toegangen én de eenheid in uiterlijke verschijningsvorm van het gebouw. Daarnaast is het mogelijk gebouwen voor onderhoud en beheer en bergingen en stallingen te bouwen.

Gebouwen moeten binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd. De maximale bouwhoogte zijn weergegeven in de bouwvlakken.

Dat binnen het bouwvlak gebouwd moet worden geldt niet voor gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer, bergingen en stallingen. Deze mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits aan de in de regels genoemde afmetingen wordt voldaan. Vaak gaat het hierbij om kleinschalige bouwwerken die slechts een geringe invloed op de omgeving hebben. Voor het bouwen van trappenhuizen en liftschachten, zijn voor de maximale oppervlakte en bouwhoogte specifieke regels opgenomen. Deze mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits aan de in de regels genoemde afmetingen wordt voldaan.

5.2.10 Woongebied

De bestemming “Woongebied” ligt op alle gebied waar wonen de hoofdfunctie is. Daarnaast worden ook daarbij horende functies mogelijk gemaakt. Het gaat daarbij om functies als wegen, parkeervoorzieningen, water, speelvoorzieningen, etcetera Naast de genoemde functies zijn garageboxen mogelijk, binnen het met ‘garage’ aangeduide gebied. Voor de garagebox geldt een maximale bouwhoogte van 3,00 meter.

Aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten worden via de specifieke gebruiksregels mogelijk gemaakt binnen de bestemming “Woongebied”. In deze gebruiksregels staan ook de randvoorwaarden beschreven waaraan een dergelijke functie moet voldoen.

Binnen de bestemming zijn bouwwerken mogelijk, waarmee gedoeld wordt op hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Algemeen geldt voor alle bouwwerken dat de gezamenlijke oppervlakte per bouwperceel maximaal 50% bedraagt. Uitzondering hierop vormen die gevallen waarbij in de bestaande situatie al meer den 50% bebouwd is.

Hoofdgebouwen moeten binnen de op de verbeelding aangeduide bouwvlakken worden gebouwd. Daarbij wordt uitgegaan van de bestaande afmeting van de hoofdgebouwen. Omdat deze in het plangebied van elkaar verschillen, is per bouwvlak de maximale bouwhoogte aangegeven.

Bij de regeling voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen zijn de bestaande mogelijkheden overgenomen. Voor alle aan- en uitbouwen en bijgebouwen is een algemene regeling opgenomen waarin uitspraken worden gedaan over de situering van dit type bebouwing. Voor de maximale oppervlakte zijn meer specifieke regels opgenomen. Dit omdat voor de regeling voor de verschillende woningtypen van elkaar verschillen. Bij grotere bouwpercelen wordt een grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogelijk gemaakt. Dit wordt niet alleen in een maximum aantal vierkante meters, maar ook in maximale percentages uitgedrukt (in de regels).

De in het plangebied aanwezige garageboxen zijn aangeduid met ‘garage’. Hiervoor geldt dat deze alleen in de aangeduide gebieden gebouwd mogen worden. De maximale bouwhoogte is 3,00 meter.

De bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt mogelijk gemaakt. Daarbij gaat het onder meer om erf- en terreinafscheidingen, maar ook om carports. Voor deze laatste is een specifieke bouwaanduiding op de verbeelding opgenomen. Door middel van een binnenplanse afwijking (met omgevingsvergunning) van het bestemmingsplan is het mogelijk om van de bouwregels af te wijken.