direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid
Plan: De Landerijen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00020-VG01

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. In deze structuurvisie schetst het Rijk ambities voor Nederland in 2040: een visie hoe Nederland er in 2040 voor moet staan. Uitgaande van de verantwoordelijkheden van het Rijk zijn de ambities uitgewerkt in rijksdoelen tot 2028 en is aangegeven welke nationale belangen daarbij aan de orde zijn.

Nationaal Belang nummer 11 - EHS

Omdat het plangebied De Landerijen 2012 deel uitmaakt van de nationale EHS, is nummer 11 van de in totaal 13 door het Rijk aangemerkte Nationale belangen, relevant: 'Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten'.

In internationaal verband heeft Nederland zich met het Biodiversiteitsverdrag en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000) gecommitteerd aan afspraken over soorten (flora en fauna) en leefgebieden van soorten (habitats). De herijkte nationale EHS is de belangrijkste Nederlandse bijdrage aan het keren van de internationale achteruitgang van biodiversiteit. De herijkte nationale EHS wordt uiterlijk in 2021 door provincies gerealiseerd.

De natuur in de EHS blijft goed beschermd met een 'nee, tenzij'-regime. Binnen de EHS zijn nieuwe projecten, plannen en handelingen met een significant negatief effect op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS niet toegestaan, tenzij er sprake is van een groot openbaar belang en reële alternatieven ontbreken. De flexibiliteit in begrenzing en de mogelijkheden om ontwikkelingen toe te staan, die in het beleidskader Spelregels EHS zijn uitgewerkt (EHS-saldobenadering, herbegrenzen EHS, compensatie), blijven hierbij overeind.

MIRT Noordwest Nederland

De gemeente Lelystad behoort tot het MIRT gebied Noordwest Nederland. Voor De Landerijen zijn in dit verband geen nationale opgaven benoemd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0995.BP00020-VG01_0020.png"

Regionale opgaven Noord-west Nederland (SVIR)

3.1.2 Structuurschema Elektriciteitsvoorziening III (2009)

Het Structuurschema Elektriciteitsvoorziening III (SEV III) is het rijksbeleidskader voor (onder meer) hoogspanningsverbindingen. De hoofddoelstelling van het SEV is de zorg voor een betrouwbare elektriciteitsvoorziening tegen zo laag mogelijke kosten en op een maatschappelijk verantwoorde wijze. Het bevat onder andere een lijst van bestaande en mogelijke nieuwe hoogspanningsverbindingen, waaronder de nieuwe Noord-West 380 kV-verbinding van Eemshaven - via Lelystad - naar Diemen.

Het voorkeurtracé van de nieuwe hoogspanningsverbinding is nu nog niet bekend. Er is nog geen definitieve keuze gemaakt voor het tracé ter hoogte van het plangebied De Landerijen. Er kan sprake zijn van het hanteren van het huidige tracé van de 380 kV-hoogspanningsleiding tussen de A6 en de Lage Vaart, maar mogelijk ook van de aanleg van een nieuw tracé waarbij De Landerijen parallel en grenzend aan de Lage Vaart wordt gepasseerd.
Het is niet noodzakelijk om dit project in gemeentelijke bestemmingsplannen vast te leggen. Normaal gesproken beslissen gemeenten via bestemmingsplannen over de ruimtelijke ordening in ons land. Bij projecten van nationaal belang, zoals deze verbinding, trekt het Rijk de besluitvorming naar zich toe. De Rijkscoördinatieregeling is bedoeld om bij grote projecten - zoals de aanleg van hoogspanningsverbindingen - efficiënter besluiten te nemen zonder dat dit de rechtsbescherming van burgers aantast. De inspraak op de verschillende besluiten blijft bestaan, maar de inspraakmomenten worden meer gebundeld dan bij een gewone procedure.
Het ruimtelijk besluit over de nieuwe verbinding gaat volgens de regels van de Rijkscoordinatieregeling. Het ruimtelijk besluit heet een Rijksinpassingplan; hierin wordt het exacte tracé van de hoogspanningsverbinding vastgelegd.