direct naar inhoud van Artikel 25 Water
Plan: Buitengebied 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPBuitengebied-VA01

Artikel 25 Water

25.1 Bestemmingsomschrijving
25.1.1 Algemeen

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterhuishoudkundige doeleinden ten dienste van het oppervlaktewaterbeheer: het ontvangen, vasthouden, (tijdelijk) bergen en afvoeren van water, eventueel gecombineerd met infiltratie van water in de bodem;
  • b. primaire watergangen, secundair water en waterpartijen, vijvers en waterlopen;
  • c. de aanleg en/of instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. het behoud en/of herstel van aanwezige landschappelijke en/of stedenbouwkundige waarden, ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';
  • e. het behoud en/of herstel van aanwezige landschappelijke waarden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden';
  • f. dagrecreatie ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie';
  • g. het behoud van de aanwezige vestingwallen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - schans';

een en ander met de daarbij behorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen e.d.

25.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 45.2.

25.2 Bouwregels
25.2.1 Algemeen

Op de voor 'Water' aangewezen gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. er mogen uitsluitend bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd of bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke qua aard en afmetingen passen binnen deze bestemming, zoals bruggen, oeverbeschoeiingen, kademuren, duikers, steigers, erfafscheidingen e.d.
  • b. de gronden mogen niet overkluisd of overbouwd worden.
25.2.2 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 2,00 m bedragen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie' waar een hoogte van 3,00 m is toegestaan;
  • b. de erfafscheiding mag uitsluitend in de vorm van een open constructie worden opgericht.
25.3 Nadere eisen

Niet van toepassing.

25.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd bij een aanvraag om een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 25.2.1 onder c. voor het overkluizen of overbouwen van water c.q. watergangen, mits het belang van het water c.q. de watergang zich hiertegen niet verzet. Hiertoe wordt de beheerder van de waterloop gehoord.

25.5 Specifieke gebruiksregels
25.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik en/of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. opslagdoeleinden.
25.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing.

25.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.7.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor Water aangewezen gronden in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verleggen, vergraven en/of dempen van het water;
  • b. het verwijderen van houtopstanden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden';
  • c. het vellen of rooien van karakteristieke beplanting ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom'.
  • d. het ophogen, afgraven, egaliseren, diepploegen en diepwoelen van de bodem, het aanbrengen van ondergrondse leidingen en het aanbrengen van verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - schans'.
25.7.2 Uitzonderingen

Het in artikel 25.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen vergunning vereist was dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd.
25.7.3 Toelaatbaarheid

Werken en werkzaamheden als bedoeld onder 25.7.1 zijn slechts toelaatbaar, mits deze werkzaamheden noodzakelijk zijn ten behoeve van:

  • a. een betere en veilige verkeersafwikkeling, of
  • b. de bereikbaarheid van de achterliggende bestemmingen, of
  • c. het waterbeheer, of
  • d. indien door deze werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke en beeldkwalitatieve waarde van de gronden en de waterloop, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Hiertoe wordt de beheerder van de waterloop gehoord.

Hierbij gelden de volgende toetsingscriteria:

Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning  
25.7.1 sub a.
het verleggen, vergraven en/of dempen van het water  
- de werken moeten noodzakelijk zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsuitoefening
een aaneengesloten stelsel wateren met in - - het desbetreffende gebied dient behouden te blijven. In verband daarmee kunnen compenserende maatregelen worden vereist  
25.7.1 sub b. en c.
het rooien of kappen van bomen en het verwijderen van houtopstanden/ landschapselementen ter plaatse van de aanduidingen 'waardevolle boom' en 'landschapswaarden'  
- het verwijderen moet noodzakelijk zijn voor onderhoud of bereikbaarheid ten behoeve van de doeleinden zoals omschreven in artikel 25.1.1
- het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van de aanwezige houtopstanden/ landschapselementen. In verband daarmee kunnen compenserende maatregelen worden vereist  
25.7.1 sub d.
het ophogen, afgraven, egaliseren, diepploegen en diepwoelen van de bodem, het aanbrengen van ondergrondse leidingen en het aanbrengen van verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - schans'.  
de vestingwallen mogen niet onevenredig worden aangetast. Hieromtrent wordt, indien naar het oordeel van het bevoegd gezag nodig, advies aan een door het bevoegd gezag aan te wijzen terzake deskundige gevraagd  

25.8 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing.