direct naar inhoud van Artikel 18 Recreatie - Volkstuin
Plan: Buitengebied 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPBuitengebied-VA01

Artikel 18 Recreatie - Volkstuin

18.1 Bestemmingsomschrijving
18.1.1 Algemeen

De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. volkstuinen;

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. waterhuishoudkundige voorzieningen en (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
    • 2. parkeervoorzieningen;
    • 3. groenvoorzieningen;
    • 4. verkeersvoorzieningen, waaronder perceelsontsluitingswegen;
    • 5. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.
18.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 45.2.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen

Op de voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd

  • a. gebouwen passende binnen deze bestemming;
  • b. andere bouwwerken ten behoeve van het volkstuincomplex.
18.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte van gebouwen mag maximaal 3,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 5,00 m bedragen;
  • c. de maximale oppervlakte per gebouw mag maximaal 20 m² bedragen.
18.2.3 Overige regels
  • a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen maximaal 1,00 m mag bedragen en de hoogte van voorzieningen voor verlichting maximaal 4,00 m mag bedragen.
18.3 Nadere eisen
18.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de natuur- en landschappelijke compensatie die geleverd moet worden bij de uitbreiding van agrarische bebouwing binnen het bouwvlak;
  • b. de aard, hoogte en situering van bouwwerken indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, ter voorkoming van onevenredige aantasting en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
18.3.2 Toepassingscriteria

De onder 18.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • g. de bescherming van het cultuurhistorische karakter van de bestaande bebouwing en bouwwerken en van omliggende waarden.
18.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing.

18.5 Specifieke gebruiksregels
18.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruiken en/of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
  • b. wonen.
18.5.2 Parkeren

Elke voorziening dient op eigen terrein te voorzien in de behoefte aan parkeergelegenheid (zowel voor personeel als voor bezoekers) en in gelegenheid voor laden en lossen, waarbij voldaan dient te worden aan de normen in de Parkeerbeleidsnota 2006, tenzij voldoende openbare plaatsen aanwezig zijn volgens een beoordeling van burgemeester en wethouders.

18.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing.

18.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing.

18.8 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing.