Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kunradersteengroeve
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0986.BPBU1005-OH01

Artikel 5 Natuur - Natuurontwikkeling

5.1 Bestemmingsomschrijving

 
De voor “Natuur-Natuurontwikkeling” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de winning van oppervlaktedelfstoffen, het afgraven, verwerken en storten van niet vermarktbaar materiaal;
  2. natuurontwikkeling;
  3. recreatieve en educatieve doeleinden;
  4. werken ten behoeve van de realisatie van de bestemming;
  5. waterhuishoudkundige doeleinden;
een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

5.2 Bouwregels

 
Op de tot “Natuur-natuurontwikkeling” bestemde gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van gebouwen ten behoeve van een schaftgelegenheid met een bouwhoogte van 3,50 m. en een oppervlakte van 25 m² en bouwwerken geen gebouwen zijnde tot een maximale hoogte van 3,50 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels

 
Onder gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
  1. georganiseerde sport- of wedstrijdterreinen, kampeer- of caravanterreinen, campings, parkeerterreinen, als lig- of speelweiden; als zwemgelegenheden, anders dan ten behoeve van extensief recreatief medegebruik en recreatiesport in de vorm van teambuilding en bezinningstoerisme;
  2. het beproeven van voertuigen; voor de beoefening van de motorsport en de modelvliegtuigsport, voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, (brom)fietsen of mountainbikes;
  3. het racen of crossen met motorrijtuigen, mountainbikes of (brom)fietsen;
  4. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  5. dierenverblijf.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

 
5.4.1 Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.3 onder e voor:
  1. het toelaten van een dierenverblijf met een bouwhoogte van 3,50 m. en een maximale oppervlakte van 25 m².
5.4.2 Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.4.1 dient het onderstaande in acht te worden genomen:
  1. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad.